C O L U M N S
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
DE DRAAD
JL HELDRING
|
13 oktober 1999
Woensdag citeerde ik in een stukje over Internet-criminaliteit de
Een lezer schreef dat wellicht de meeste hackers 'onschuldige jongelui' zijn die 'iets stoms doen', maar dat het gevaar juist schuilt in enkele hackers die bezwijken voor de financiële verlokkingen van de onderwereld. Zijn vrees wordt gedeeld door een aantal Amerikaanse militaire experts, waarover ik las in een artikel in ZDNet, die rekening houden met een digitaal 'Pearl Harbor' tijdens de komende eeuwwisseling een uiterst serieuze vergelijking met de Japanse verrassingsaanval op de Amerikaanse vloot in 1941. Behalve de militairen wijst ook de hoogste 'cybercop' van de FBI, Michael Vatis, op de mogelijkheid dat zich onder de talloze externe technici die hebben geholpen computersystemen klaar te maken voor het volgende millennium, guerrilleros of terroristen bevonden. Die zouden in staat zijn geweest 'cyber weapons' te installeren: 'logic bombs' bijvoorbeeld, digitale tijdbommen die als ze afgaan met virussen of digitale 'wormen' een systeem verwoesten. Maar ook al gebeurt er niets van dien aard in de nacht van 31 december, 'information warfare' is een serieuze tak van dienst in het Amerikaanse militaire apparaat geworden. Het gehele militaire, politieke en financiële apparaat vertrouwt immers op kwetsbare computerapparatuur; die binnenkomen of lamleggen moet voor een Amerika-vijandige natie of groepering een triomf van de eerste orde zijn. De wapenwedloop tussen hackers en cybercops heeft een nieuwe fase bereikt met de oprichting in de Verenigde Staten van een centrum voor online-spionage. Deze nieuwe afdeling, onder leiding van een Air Force- generaal en gevestigd op een raketbasis in Colorado, moet vooral overheidsdiensten beter beveiligen tegen ongewenste indringers. Het Pentagon stak bovendien 200 miljoen dollar in nieuwe encryptie- technologie. Geen overbodige luxe, want vorige week gaf de FBI in de senaat toe dat er in de afgelopen jaren enorme hoeveelheden weliswaar "niet geclassificeerde maar wel gevoelige data" zijn gestolen van "het ministerie van defensie, andere overheidsdiensten en computers in de particuliere sector". Bij het offensief tegen het cybergespuis kreeg de FBI hulp uit onverwachte hoek in de persoon van ex-hacker John Vranesevich. In de New York Times werd deze 20-jarige oprichter van de hackers-nieuwssite AntiOnline geportretteerd als de aartsvijand van de Amerikaanse hackers-gemeenschap, die meent dat Vranesevich hun vertrouwen heeft geschonden. Wat deed deze man overstappen van het hackersfront naar een anti-hack- consultancy voor overheid en bedrijfsleven? Volgens Vranesevich schuilen er achter de zogenaamd voor de goede zaak strijdende hackers slechts egoïsten en kleinzielige vandalen. Ooit bewonderde hij hackers als patriottische ridders op zoek naar de zwakke plekken in 's lands veiligheid, maar hij viel van zijn geloof toen een hacker zijn methode om door Amerikaanse militaire netwerken te navigeren wilde verkopen. "Ik raakte gedesillusioneerd", zegt Vranesevich in de krant. "Uitgerekend de producent van de fraaist geformuleerde, idealistische hackers-manifesten, verkoopt navigatiekaarten aan iemand die zich uitgeeft voor een terrorist."
|
Bovenkant pagina |