DE DRAAD
Eerder verschenen columns
De column De Draad verschijnt vijf keer per week. Lees De Draad en schrijf Tom Rooduijn
rooduijn@nrc.nl
JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
|
T O M R O O D U I J N
4 oktober 1999
Het literaire E-zine
"Ook Nederland kent een clubje e-schrijvenden, die bij een door mij
onderhouden website vooral gedichten komen publiceren", mailt Renzo Kooi
naar aanleiding van De Draad van vrijdag over de bloei van Internet-
uitgevers in Amerika. "De site heet 'De Salon' - een wat ongelukkige naamgeving gezien het
feit dat u in zoekmachines vooral kappers en aanverwant onder deze naam
zult aantreffen en bestaat intussen een jaar. Hoewel ik vanwege de bij
vlagen wel zeer gebrekkige kwaliteit van het geplaatste werk soms heb
geneigd naar het rigoureus opheffen van de site, is uiteindelijk toch
een boeiend (verdom)hoekje ontstaan waar lieden van zeer uiteenlopend
karakter en temperament een eigen literair podium vinden." De
poëzie die in grote hoeveelheden tot uit België en Zuid-
Afrika - naar De Salon wordt gestuurd, is, zoals de oprichter al
waarschuwde, wisselend van kwaliteit.
Bij de sonnetten, weer populair dankzij Jan Kal en Jean-Pierre Rawie,
valt op hoe moeilijk het is een niet geforceerd rijmwoord te
vinden. Op aandoenlijke wijze becommentarieert een vaste kern van
leveranciers aan De Salon elkaars werk. Een voorbeeld: "Mist op het
strand", dicht Joop Komen. "
Tastend hoor ik de zee./ De blinde man/ passeert met snelle pas/ zonder
geleidehond./ Een meeuw lacht/ om mijn onbegrip." "Joop, dit kan een
aardig gedicht zijn... alleen tastend hoor ik de zee vind ik absoluut
niet kloppen", reageert Bee Muller, eveneens een enthousiast inzender
van poëzie. Misschien...tastend reik ik naar de zee...of tastend
loop ik richting zee (ja, ik roep maar snel iets...)". Waarop Komen
riposteert: "Ik moet even verduidelijken dat ik met 'tastend' niet het
tasten met de handen/vingers, maar in dit mistige geval 'tasten met de
oren' bedoelde. Het is inderdaad een beetje vaag van me uitgedrukt,
maar als ik in dichte mist over het strand loop, dan tasten mijn oren,
door het geluid van de branding, de richting van de zee." Op dergelijke
wijze wordt vrijwel elk gedicht voorzien van kanttekeningen en is De
Salon te beschouwen als een amateur-poëtisch laboratorium.
Wie in de ogen van de redactie een bijdrage van uitzonderlijke kwaliteit
levert, maakt kans op plaatsing in etalages als 'De Zolder', 'Het
Huuske' of 'Het Plaatsje'. In De Salon wordt niet alleen gedicht, er
zijn ook korte verhalen en essays te lezen. In 'De Pronkkamer' van De
Salon tref ik bijvoorbeeld een uitputtend essay aan van Marc Boelens
over de
driehoeksverhouding tussen Heer Bommel, Tom Poes en Doddeltje. "Arme Tom
Poes, altijd klein gebleven, nooit formaat gekregen", besluit Boelens:
"in het begin van de verhalenserie was hij de hoofdpersoon, maar de
komst van heer Bommel was nodig om de verhalen écht boeiend te
maken, om een échte hoofdpersoon te krijgen! En na 177 verhalen,
na zoveel jaar trouwe dienst, wordt hij simpelweg door Doddeltje aan de
kant gezet! Het was nu eenmaal Tom Poes of Doddeltje. Tom Poes'
tijdperk is voorbij en hij weet het."
Uit het Salon-initiatief vloeide een 'E-zine voor literatuur' voort,
genaamd [De Gekooide Roos LINKhttp://dgr.nl.eu.org/], dat Renzo Kooi in mei oprichtte samen met enkele andere 'virtueel dolenden'. In het
tweede nummer staan bijdragen van onder anderen Adriaan Jaeggi, Ted van
Lieshout, Lennaert Nijgh, Thomas Verbogt en L.H. Wiener. Terzijde van
de Nederlandse literaire boekenberg ontluikt een piepklein digitaal
knopje, waarover morgen meer.
|
|