DE DRAAD
Eerder verschenen columns
De column De Draad verschijnt vijf keer per week. Lees De Draad en schrijf Tom Rooduijn
rooduijn@nrc.nl
JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
|
T O M R O O D U I J N
27 september 1999
Goudkoorts
Denkend aan de 'Internet in Business'-beurs zie ik eindeloze rijen
monitoren die beeld en geluid uitstorten over een hongerige
mensenstroom. Weelderige stands dragen met visitekaartjes een glanzend
drukwerk uit dat alleen dit bedrijf de toegangspoort naar rijkdom
biedt. De goudkoorts op deze RAI-vloer werd nog overtroffen door die op
de beurs voor mobiele telefonie in een aanpalende hal. De boodschap van
deze krachtenbundeling is duidelijk: wie niet tijdig deelnam aan de
GSM-hausse, krijgt met Internet-handel een laatste kans. Zoals kennis
de delfstof vormt van deze nieuwe industrie, fungeren computersystemen
als de goudzoekerszeef. En zoals ooit wijsgerig werd gesteld dat je
bent wat je eet, geldt nu: je bent wat je weet.
De woorden van Fenit-voorzitter Henk Broeders galmen hier nog na: bedrijven die niet 'geamazoniseerd' willen worden, moeten
zo snel mogelijk ICT en Internet in hun organisatie integreren, sprak
hij bij de opening van de beurs. En dus vroegen angstige managers zich
af of ze wel goed begrepen wat hier werd verkocht en of ze wel genoeg
relaties hadden gelegd en zo nee, wanneer de onvermijdelijke ondergang
van hun bedrijf zou worden bezegeld. Politici en ambtenaren die zich
hier waagden, kregen te horen dat 'Paars' dankzij te weinig kennis van
digitale zaken de bloei van een volwassen, op Amerikaanse leest
geschoeide Internet-economie afremt. "We moeten rekening houden met de
digitale dollars uit de VS", meldde vorige week het 'Digitale
Zakenkabinet' (ook wel '8K' genoemd), "waar het beursklimaat voor
Internet-activiteiten zeer gunstig is. (...) Als er geen concrete
maatregelen worden genomen die het Internet-ondernemerschap stimuleren
en de ruimte geven, heersen de Amerikanen straks ook in Europa."
Maar op dezelfde dag dat ik de 'Internet in Business'-beurs bezocht,
verscheen in de Washington Post een ontnuchterend artikel over de financiële positie van het e-commerce-
model-bedrijf bij uitstek: Amazon . Langzamerhand raakt het Amazon-aandeel uit de gratie, zo blijkt uit het artikel
'Amazon's Growing Pains'. Terwijl het deze lente nog meer dan honderd
dollar waard was, is het inmiddels gezakt naar 62. Weliswaar betekent
dat een netto stijging van nul tot zo'n 60 dollar in twee jaar, maar
volgens Amerikaanse beursanalisten is het nog altijd niet winstgevende
bedrijf daarmee veel te hoog gewaardeerd. De virtuele omgeving als
verkoopkanaal alleen wordt niet meer als zaligmakend gezien: niet voor
niks bouwt Amazon aan 'echte winkels' en zoekt het naar
samenwerkingverbanden met een traditioneel postorderbedrijf. Kosten en
concurrentie nemen toe, terwijl bij het bedrijf van echte
klantenbinding nog altijd geen sprake is.
Waar tot voor kort Amazon door e-commerce-zendelingen ten voorbeeld werd
gesteld als de Internet-kip met de gouden eieren, wordt het bedrijf nu
door sceptici als exemplarisch beschouwd voor de luchtbel-economie van
de Internet-industrie. Het artikel is geruststellende kost voor
Internetbeurs-bezoekers die bang zijn gemaakt 'geamazoniseerd' te
worden.
|
|