C O L U M N S
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
DE DRAAD
JL HELDRING
|
13 september 1999
Netwerksamenleving
Twee ministers uit het tweede paarse kabinet, B. Peper (Binnenlandse Zaken) en J.J. van Aartsen (Buitenlandse Zaken), lieten zich onlangs
uit over de gevolgen van nieuwe media. In zijn ideologische Paars II-
essay noemde Peper de 'netwerksamenleving' een machtsfactor waarmee
ernstig rekening dient te worden gehouden, voor Van Aartsen leidt de
'proliferatie' van 'klaar-terwijl-u-wacht-informatie' bij 'burgers en
politici' alleen maar tot meer onbegrip voor de werkelijkheid.
Dat is nu juist wat zijn collega van Buitenlandse Zaken vreest: "Door de satelliet-televisie en Internet is de wereld kroongetuige van haar eigen geschiedenis", betoogde van Aartsen vorige week bij de opening van de Nederlands-Duitse conferentie. "Dit is een goede ontwikkeling. Aan de andere kant is de snelle berichtgeving van vandaag de dag een veel te smalle basis om belangrijke beleidsbeslissingen te nemen." Volgens Peper geven media "stem aan - opgewekte of werkelijke - gevoelens van onbehagen. De massaliteit van de media en de hoge ritmiek en frequentie zorgen voor een constante 'nervositeit' in vooral de politiek. De message is die van de massa geworden". Daar moet naar geluisterd worden, vindt Peper. Van Aartsen wordt daar juist nerveus van: "Burgers en politici - geconfronteerd met mensonterende beelden - scharen zich binnen luttele uren achter één of andere zaak", meent de minister. "De roep om harde actie klinkt dan luid. Goed, effectief buitenlands beleid kan echter niet gebaseerd zijn op primaire emoties. Snelheid van informatie kan geen overhaaste beslissingen afdwingen." Let wel, uitspraken gedaan naar aanleiding van de gewelddadigheden in Oost- Timor, waar nu, mede dankzij die snelle berichtgeving, een VN-vredesmacht wordt toegelaten. Peper denkt aanzienlijk genuanceerder over de acceleratie waarin de publieke opinie dankzij nieuwe media terecht is gekomen: "De meningsvorming en gedachtebepaling van burgers is veel diffuser geworden. Media, nieuwe media - de mogelijkheden die ICT biedt voor directe communicatie tussen burger en overheid en voor meningsvorming van 'gelijken' kunnen moeilijk worden overschat - en one-issue- bewegingen zijn in die zin concurrerend voor de politieke partijen." Wellicht dreef dt Van Aartsen tot zijn noodkreet: de vrees voor een buiten de traditionele, politieke kanalen georkestreerde machtsvorming. De 'informatierevolutie' kent in Nederland al ten minste twee hoofdstromingen: een sociaal-emancipatoire en een liberaal- paternalistische.
|
Bovenkant pagina |