C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG


T O M   R O O D U I J N


13 september 1999

Netwerksamenleving

Twee ministers uit het tweede paarse kabinet, B. Peper (Binnenlandse Zaken) en J.J. van Aartsen (Buitenlandse Zaken), lieten zich onlangs uit over de gevolgen van nieuwe media. In zijn ideologische Paars II- essay noemde Peper de 'netwerksamenleving' een machtsfactor waarmee ernstig rekening dient te worden gehouden, voor Van Aartsen leidt de 'proliferatie' van 'klaar-terwijl-u-wacht-informatie' bij 'burgers en politici' alleen maar tot meer onbegrip voor de werkelijkheid.

De ministers kijken fundamenteel anders tegen nieuwe vormen van communicatie aan: waar Peper het verwoorden van gevoelens die onder het volk leven als een positief gegeven beschouwt, waarschuwt Van Aartsen de media hierbij niet te fungeren als een 'Rattenvanger van Hamelen'. Peper vindt dat de implicaties van de huidige "massale 'mobilisatie' van de publieke opinie" nader moeten worden beschouwd: "De moderne media zijn uiteraard een duurzaam gegeven met fascinerende en te doordenken gevolgen. Zo maken media de macht en de machtsbronnen zichtbaar. Door de potenties - in termen van spreiding van kennis - én door de onmeetbare mogelijkheden van uitwisseling en contact tussen (groepen van) mensen, democratiseert de macht op een niet-institutionele en min of meer informele wijze."

Dat is nu juist wat zijn collega van Buitenlandse Zaken vreest: "Door de satelliet-televisie en Internet is de wereld kroongetuige van haar eigen geschiedenis", betoogde van Aartsen vorige week bij de opening van de Nederlands-Duitse conferentie. "Dit is een goede ontwikkeling. Aan de andere kant is de snelle berichtgeving van vandaag de dag een veel te smalle basis om belangrijke beleidsbeslissingen te nemen." Volgens Peper geven media "stem aan - opgewekte of werkelijke - gevoelens van onbehagen. De massaliteit van de media en de hoge ritmiek en frequentie zorgen voor een constante 'nervositeit' in vooral de politiek. De message is die van de massa geworden". Daar moet naar geluisterd worden, vindt Peper.

Van Aartsen wordt daar juist nerveus van: "Burgers en politici - geconfronteerd met mensonterende beelden - scharen zich binnen luttele uren achter één of andere zaak", meent de minister. "De roep om harde actie klinkt dan luid. Goed, effectief buitenlands beleid kan echter niet gebaseerd zijn op primaire emoties. Snelheid van informatie kan geen overhaaste beslissingen afdwingen." Let wel, uitspraken gedaan naar aanleiding van de gewelddadigheden in Oost- Timor, waar nu, mede dankzij die snelle berichtgeving, een VN-vredesmacht wordt toegelaten.

Peper denkt aanzienlijk genuanceerder over de acceleratie waarin de publieke opinie dankzij nieuwe media terecht is gekomen: "De meningsvorming en gedachtebepaling van burgers is veel diffuser geworden. Media, nieuwe media - de mogelijkheden die ICT biedt voor directe communicatie tussen burger en overheid en voor meningsvorming van 'gelijken' kunnen moeilijk worden overschat - en one-issue- bewegingen zijn in die zin concurrerend voor de politieke partijen." Wellicht dreef dt Van Aartsen tot zijn noodkreet: de vrees voor een buiten de traditionele, politieke kanalen georkestreerde machtsvorming.

De 'informatierevolutie' kent in Nederland al ten minste twee hoofdstromingen: een sociaal-emancipatoire en een liberaal- paternalistische.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)