C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Raymond van den Boogaard boogaard@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG


R A Y M O N D   V A N   D E N   B O O G A A R D


30 juni 1999

De Draad wordt deze week geschreven door Raymond van den Boogaard

Verleden

Een van de redenen dat ik met voldoening aanzie dat Internet steeds handiger en rijker wordt, is dat ik voor mijzelf (een ook een beetje voor mijn vriendinnetje) al die vele uren kan verantwoorden die ik bij de computer heb doorgebracht - ten detrimente van andere activiteiten.

Er zijn, ik moet het eerlijk bekennen, wel eens momenten geweest waarop ik dacht dat surfen eigenlijk net zoiets was als zappen met de televisie: veel heen en weer en aan het eind van de avond heb je nog nergens van genoten.

Maar nee, in tegenstelling tot zappen heeft, vooral de laatste anderhalf jaar, het Internet toch allemaal handige, mij persoonlijk interesserende dingen opgeleverd: ik bestel Franse boeken (waarop je vroeger met een plaatselijke boekhandel soms maanden moest wachten), ik email (al heb ik in dat opzicht niet de juiste vrienden getroffen want ze emailen zelden terug), ik zoek de treinendienstregeling op en ik verstuur stukjes naar de krant (vroeger moest dat van huis uit met een omslachtig MS-Dos-programma).

En nu is er dan ook de mogelijkheid tot (quasi-)contact met een stukje van mijn eigen verleden, het Leidse Instituut voor Geschiedenis namelijk waaraan ik ooit onderwijs heb genoten - te vinden op de alleszins welvoorziene servers van de Rijksuniversiteit Leiden. Het is, moet ik eerlijk bekennen, even wennen om die universiteit zichzelf te zien aanprijzen op het web, kennelijk in een poging om studenten aan te trekken. Maar het is heel leuk om te zien wie er nu werken op dat instituut, en wat ze doen. Wat dat laatste betreft is de informatie overigens nogal mager: een paar eigen publicaties. Je zou als buitenstaander willen weten welke colleges worden gegeven, en welke scriptie-onderwerpen er zoal worden geschreven.

Het aantal verwijzingen naar andere databanken die voor historici van nut kunnen zijn, is bepaald indrukwekkend. Ik zocht op de geschiedenis van het Ottomaanse Rijk, maar de daarover op het web beschikbare informatie bleek na vijf minuten al ontzagwekkend. Uit dankbaarheid dat de bibliotheek van mijn Alma mater de twee boekjes heeft aangeschaft die ik ooit het licht deed zien, heb ik me meteen als lid opgegeven van zo'n onnuttige vereniging van ex-studenten.

Omdat de boog, zoals bekend, niet altijd gespannen kan zijn, heb ik ook nog even vlug gekeken of het Leids Studenten Corps, tegenwoordig Minerva een eigen site heeft, en ja hoor. De pagina's bevatten meer materiaal over de geschiedenis van de instelling dan over het huidig functioneren, al stel ik tot mijn verbazing vast dat Minerva tegenwoordig op dinsdag dicht is (en op zondag open, wat me vroeger veel somber gestaar uit mijn kamerraam bespaard had). En het moet gezegd: het Io Vivat houdt in disco- bewerking dapper stand.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)