C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Raymond van den Boogaard boogaard@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG


R A Y M O N D   V A N   D E N   B O O G A A R D


25 juni 1999

De Draad wordt deze week door Raymond van den Boogaard geschreven

Email

Langzaam komt het moment naderbij, dat iedereen die er toe doet een email-adres heeft. Voorbij de moeizame gesprekken met secretaresses, over wanneer de baas of bazin tijd heeft om ontmoet te worden. Voorbij de persafdelingen van bedrijven, die altijd net met lunch of op vakantie zijn, als er iemand geïnterviewd moet worden. Zo'n handig boodschapje en hup, wachten maar op antwoord. Alleen krijg je soms de indruk, dat de email nog niet overal elke dag wordt gelezen.

Maar ook in het persoonlijk gebruik wordt email steeds aantrekkelijker. Ik betrap mijzelf erop aanzienlijk meer contact te onderhouden met vrienden die email hebben, dan die dat niet hebben. De email komt, historisch gezien net op tijd: de vriendenbrief was volgens mij toch al jaren een uitstervend genre, geheel vervangen door de telefoon. Het soms gehoorde geklaag, dat Internet het geschreven woord verdringt, gaat misschien op voor boeken (al denk ik van niet), maar voor wat het briefverkeer betreft is het juist de redding.

Voor journalisten heeft de email nog de bijzondere charme dat krantenlezers heet van de naald kunnen reageren op wat je geschreven hebt. Tot voor kort was het zo, dat de meeste lezersbrieven die een journalist ontving weinig indicatie gaven voor de gemiddelde receptie van je stuk. Notoire klagers, of eenzame zielen schrijven nu eenmaal meer brieven dan meer verstandige lezers.

Tot mijn genoegen heb ik ook door deze invalbeurt voor Tom Rooduijn een lezersreactie ontvangen, naar aanleiding van mijn klacht dat je als Internetter steeds maar door software-producenten bezig werd gehouden met updates en nieuwigheden waarvan de zin niet in het oog springt. Ik citeer: "De ICT, computerwereld, is mijns inziens nog steeds zeer onvolwassen. Wanneer je de ICT vergelijkt met bijvoorbeeld de auto- industrie is er nog een lange weg te gaan. Een voorbeeld: ga eens naar het Autotron in Rosmalen en kijk eens goed naar de bediening van de voertuigen vanaf ca. 1890 tot heden. Een chauffeur uit laten we zeggen 1920 zou dezelfde woorden gebruikt kunnen hebben als u, steeds weer een andere plek voor gas, rem etc. Dingen als handmatige ontstekings-vervroeging komen nu niet meer voor. De ICT is pas een jaar of dertig oud, de autoindustrie was dat in 1920 ook. Computers en de manier waarop wij ze gebruiken van nu komen overeen met de techniek en het gebruik van auto's van 1920. Trek zelf maar eens meer vergelijkingen bijvoorbeeld over onderhoud, gebruikers-kennis van de techniek, betrouwbaarheid etc. Al deze dingen extrapolerend kun je je misschien een betere voorstelling maken van de ICT in de toekomst".

Tot zover het citaat. Zijn we na dertig jaar computers even ver als na dertig jaar auto's? Dan is het dus niet waar dat de technische ontwikkeling steeds sneller gaat.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)