C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG


T O M   R O O D U I J N


11 juni 1999

De Alibicentrales


"Het was op een avond , midden oktober, een uur of zeven. Een gebied van hoge luchtdruk had zich eindelijk stabiel boven de stad gevestigd, binnen een paar dagen zou het volle maan zijn." Onmiskenbaar proza van S. Montag, alias H.J.A. Hofland, in de eerste twee regels van 'De Alibicentrale', een meeslepend boek met als ondertitel 'Een sprookje voor bedriegers'. Het beschrijft de lotgevallen van een vriendengroep die onder leiding van Kapee een bureau begint dat zich specialiseert in het verschaffen van alibi's: men kan er terecht als men ergens geweest wil zijn waar men in werkelijkheid niet was.

Hofland schreef in 1989 zijn roman in de vorm van een feuilleton: dagelijks kwamen de pagina's een voor een binnen bij de redactie van de Achterpagina van deze krant. Ik keek daar als toenmalig eindredacteur van die afdeling reikhalzend naar uit; niet alleen uit nieuwsgierigheid naar de uitwerking van de vernuftige plot, maar ook omdat de afleveringen - behalve vanuit Hoflands standplaats in de Amsterdamse Paleisstraat - steeds met kunst- en vliegwerk werden verstuurd vanuit de Baltische republieken, het Griekse eiland Kos en een hotel te New York. Slechts één keer werd de deadline niet gehaald, als ik mij goed herinner ten gevolge van een telefoonstoring in Riga.

Het zal in de vijfde of zesde aflevering zijn geweest, dat door Kapee, op het dakterras van zijn appartement aan de Amstel, de 'filosofie' achter de Alibicentrale werd ontvouwd. "De tijd die de mens is toegemeten, is niet toereikend om al zijn wensen te verwezenlijken. (...) Altijd weer worden we gedwongen om nergens anders te zijn dan op de plaats van onze aanwezigheid; en zo komen we nooit toe aan de dingen die we alleen op een andere plaats zouden kunnen doen." En dan, na een exposé over de behoefte bij de mens aan het zich aanmeten van verscheidene 'identiteiten', wordt het plan concreet. Kapee moedigt zijn aarzelende makkers aan: "We zetten een advertentie. Om te beginnen. Maar kom, we gaan naar beneden. daar slaan we spijkers met koppen!"

Een paar dagen later leest het gezelschap met gemengde gevoelens de concrete uitwerking van Kapee's hersenspinsels in de krant: "De Alibicentrale. Wij zorgen dat u bent waar u GRAAG wilt zijn door te maken dat u OOK bent waar u NIET wilt zijn. Verzorgen van persoonlijk alibi door professionele krachten/ Strikte geheimhouding verzekerd, contract met all-risk clausule/ Consult alleen na schriftelijke afspraak/ Brieven onder nummer 16758008 aan dit blad."

De keuze voor de krant als uithangbord lag tien jaar geleden voor de hand; Internet leidde toen vergeleken bij nu een embryonaal bestaan. Maar voor Hoflands idee blijkt het nieuwe medium geknipt te zijn. Of de mensen erachter het Nederlandse boek kennen weet ik niet, maar de tekst op de Internetsite van het Engelse The Alibi Agency vertoont frappante overeenkomst met Kapees 'filosofie'. Onder de druk van het moderne leven hebben velen van ons de behoefte aan een flirt, stelt het agentschap, maar door de moderne communicatievormen is het steeds moeilijker geworden hier zonder het gevaar van ontdekking aan toe te geven. "Het gezinsleven, thuis, de zaak en het welzijn van de kinderen zouden onevenredig op de proef worden gesteld door iets wat uiteindelijk niet meer dan een onbetekenende, kortstondige emotionele of seksuele oprisping blijkt te zijn."

In hetzelfde vilein-vertrouwelijke proza als dat van Kapee prijst The Alibi Agency zijn diensten aan: "Wij bieden u een service die u kan helpen uw geliefden te beschermen tegen onnodige angst en kan helpen de stabiliteit van uw lange-termijn-relatie en financiële huishouding te verzekeren dankzij de verzorging van waterdichte en professionele alibi's." De centrale verzorgt, wanneer men er voor twintig pond per jaar lid van is geworden, 25 pond uitnodigingen voor - uiteraard niet-bestaande - manifestaties, beantwoordt telefoontjes namens hotels waar de cliënt niet verblijft en verbindt desgewenst zelfs door naar de plek waar die wèl vertoeft. Inmiddels heeft zich uit onverwachte, Nederlandse hoek een concurrent op de Alibimarkt gevestigd: op de onlangs geopende site van Arnon Grunberg biedt de schrijver het publiek - behalve een cursus liefdesbrieven schrijven en zijn bibliofiele uitgaven - de mogelijkheid om zich via hem alibi's aan te meten. "Bent u misschien getrouwd en is het object van uw liefde niet uw wettige echtgenoot of echtgenote?", beveelt Grunberg zijn 'Liefdesreisbureau' aan. "Ook dan kunnen wij u helpen. Wij reserveren hotels, vliegtickets en restaurants voor u, in elke door u gewenste prijsklasse. Ja, als u wilt komen wij zelfs het eten bij u op de hotelkamer brengen en nemen indien gewenst fotografen, accordeonisten en buikdanseressen mee, opdat u zich nog paradijselijker voelt met uw geliefde. Wij bedenken verhalen voor uw wettige echtgenoot zodat u hem of haar kunt vertellen waar u geweest bent. Terwijl u eigenlijk met uw geliefde het bed deelde in een middelgrote provinciestad."

"'t Is niet te geloven", reageert Hofland als ik hem de opkomst van de Alibicentrales op Internet voorleg. Van de Engelse versie had hij al vernomen, en het feit dat er een arrangement uitgerekend in Amsterdam kan worden geboekt als verdacht aangemerkt. Ook Grunbergs 'provinciestad' komt hem, zonder dat de schrijver van het sprookje ronduit wil stellen dat hij bedrogen is, wel erg bekend voor. "Ik vind het zo langzamerhand een sterk staaltje worden."

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)