C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG


T O M   R O O D U I J N


1 juni 1999

Bereikbaarheid


Het eerste televisieprogramma dat ik zag was De Verrekijker, een jeugdprogramma waarin aan het begin een ouderwetse telescoop werd uitgeschoven om interessante plekjes op de aardbol aan een nadere inspectie te onderwerpen: een microscoop op de wereld. De leader wekte bij ons elke keer een verwachtingsvolle spanning op. Ooit zag ik het filmpje terug in een herdenkingsprogramma en bekeken met de ogen van nu viel op hoe lullig en primitief het was gemaakt.

Sinds de opkomst van film en televisie is er een wedloop ontstaan tussen het voortschrijden van de techniek en ons waarderingspatroon. Na de komst van het geluid en de kleur werd de snelheid in de strijd geworpen: nu een film van 25 jaar geleden bekijken, levert vaak ongeduld op, geconditioneerd als wij inmiddels zijn door de snelle opeenvolging van sequenties. Hetzelfde verhaal wordt tegenwoordig verteld in een videoclip van vier minuten; de muziek krijg je er dan nog gratis bij.

In beeldtaal is gedurende de afgelopen vijftig jaar - zeker als je het vergelijkt met geschreven of gesproken taal - onwaarschijnlijk veel veranderd. Inmiddels hebben, grofweg verspreid over vier generaties, achtereenvolgens vier vormen van omgang met audiovisueel materiaal de revue gepasseerd: louter ‘lineair', als klassiek theater bekeken; gewenning aan grotere intervallen en sprongen in de tijd; vanzelfsprekend begrip voor iconen en symbolen van de beeldtaal; mogelijkheid om in te grijpen in het ‘non-lineaire' verhaal.

Tot de liefhebbers van de laatste vorm, die voor hun media-gebruikspatroon een computer nodig hebben, behoren de kinderen van Piet Timmers. Hij reageerde op De Draad van gisteren over graag computerende jongeren. ,,Bij ons is het elk weekeinde raak. (Op andere dagen mogen ze geen spelletjes op de computer spelen aangezien anders het schoolwerk in gedrang komt). Als wij ze, twee jongens van 12 en 14 jaar, hun zin geven zitten ze van zaterdagmorgen 08:00 tot zondagavond 22:00 achter de pc.''

De aantrekkingskracht van de pc is dus niet het probleem, maar de bereikbaarheid ervan. Als niet alle kinderen kunnen delen in de zegeningen van de computer, citeerde ik gisteren G.W. te B., dreigt een tweedeling. Dat risico lijkt in de VS minder groot. ,,De scholieren in groter Seattle plukken de vruchten van de aanwezigheid van Microsoft en de goedetierenheid van de bonzen'', reageert Judith van Praag. ,,Daarnaast biedt de openbare bibliotheek (25 filialen) de mogelijkheid aan mensen zonder computer binnen de bieb te leren hoe er mee om te gaan. Bovendien kunnen degenen die zich geen maandelijkse betaling voor een Internet-connectie kunnen permitteren, via de bibliotheek na eenmalige betaling van 15 dollar aanhaken.''

Ook in Nederland zijn op de bibliotheken, in stadhuizen en soms ook langs de openbare weg computers met een Internet-aansluiting te raadplegen. Nu en dan steken goedbedoelde initiatieven de kop op om Nederland ‘Nummer 1 op de Elekronische Snelweg' te maken of om iedereen een gratis e-mail-adres te verstrekken (zoals onlangs weer in de gemeente Den Haag). Op scholen vordert moeizaam de uitbreiding van het aantal computers in de klas, initiatieven van het bedrijfsleven om afdankertjes aan het onderwijs te schenken ten spijt. De onstuitbare opmars van de televisie in de laatste vijftig en de exponentiële groei van de computer in de laatste vijf jaar in aanmerking genomen, komt het vanzelf wel goed met de bereikbaarheid van het apparaat waarop u dit leest.

U verhoudt zich nu tot uw huidige computer zoals ik mij destijds verhield tot het beginfilmpje van De Verrekijker. Over een jaar of vijf kijkt u meewarig terug op dat primitieve en lullige apparaat, waarop u met schelden en slaan uw irritatie uitte en waarvan alleen al de storingen uw baas zo'n tachtigduizend gulden per werknemer kostten.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)