C O L U M N S
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
DE DRAAD
JL HELDRING
|
28 mei 1999
Het Internet-filiaal
Onder dergelijke kommervolle omstandigheden verkeert de modale Internet- winkelier. Hij moet op zijn minst elk jaar de techniek van zijn zaak vernieuwen ('upgraden'), zijn IT-specialisten eisen enorme salarissen en hij moet met lage prijzen klanten bij 'echte' winkels weglokken. De winkel van steen en hout is zo gek nog niet, luidde de strekking van een ontmythologiserend artikel in de Herald Tribune van dinsdag. Als voorbeeld nam New York Times-verslaggever Leslie Kaufman de winkelketen REI (Recreational Equipment Inc.), die 'outdoor'-artikelen zowel via een website als in werkelijke winkels verkoopt. Uit vergelijkend onderzoek blijkt dat de exploitatiekosten van het Internet-filiaal alleen maar meer uit de pan rijzen en het voordeel van de ontbrekende huur en energierekening teniet doen. Het REI-verhaal rekent af met de aanname dat een virtuele winkel goedkoper is dan een 'echte': het doorsnee REI-filiaal kost 6 miljoen dollar, inclusief bouwkosten; aan het bouwen, onderhouden en upgraden van de webside besteedde de keten sinds 1996 15 miljoen dollar. "Dit is beslist geen goedkope manier van zakendoen", sprak REI's chief operating officer Dennis Madsen over zijn virtuele winkel. Hoewel via rei.com vorig jaar voor 50 miljoen dollar aan recreatie-artikelen is verkocht, ziet Madsen in deze verkoopvorm weinig perspectief: "Dit levert weinig op, en dat zal niet binnen afzienbare tijd veranderen." De virtuele boekwinkel Amazon gaat er prat op een derde aan personeel nodig te hebben vergeleken met de grootste concurrent Barnes & Noble. Dat moge dan zo zijn, de kosten van het personeel voor een Internet-winkel zijn aanzienlijk hoger. Bij het REI- filiaal in Seattle werken zo'n driehonderd mensen terwijl er bij de rei-website zestig in dienst zijn, maar door de hoge lonen van de laatsten zijn de personeelslasten er ongeveer even hoog. De scheefgroei tussen kosten en baten wordt verder vergroot naarmate het technisch personeel, dat nu al jaarlijks zo'n 80 duizend dollar opstrijkt, hogere looneisen stelt. Amazon, het bekendste e-commerce-succesverhaal, stelt tegenover een torenhoge beurswaarde nog altijd geen winstcijfers. Terwijl aan het postorderen (want een Internetwinkel is in diepste wezen niet meer dan een electronische Wehkampgids) in Amerika een veel rooskleuriger bestaan wordt toegeschreven dan bij ons: de verspreiding van huizen is er groter, men woont doorgaans verder van winkelcentra verwijderd en dus zouden mensen er eerder bereid zijn op afstand iets te kopen. Zo'n 22.000 bedrijven, maakte gisteren het CBS bekend, prezen eind vorig jaar in Nederland hun waren op Internet aan; zeventig procent meer dan in 1997. Slechts een kwart daarvan zei van plan te zijn ook daadwerkelijk iets te gaan verkopen op het net. Het aanbevelen van producten middels een soort electronische brochure is nog iets heel anders dan een Internet-winkel, menen de Internet-adepten van Media Plaza in een reactie. Ze hekelen in het AD van vanmorgen de wijze waarop bijvoorbeeld Nationale Nederlanden en De Bijenkorf zich op Internet presenteren. "Heb ik me net in hun product verdiept, kan ik het niet kopen." Jos Reinhoudt van Media Plaza roemt een klompenmakerij die het houten schoeisel via Internet in alle gewenste maten en kleuren over de wereld stuurt. "Als je daar de site van De Bijenkorf naast zet, moet dat concern zich eigenlijk rot schamen." Daar denken de aandeelhouders van De Bijenkorf vermoedelijk heel anders over.
|
Bovenkant pagina |