T O M R O O D U I J N
30 maart 1999
De tien e-mail-geboden (1)
Het verwerken van grote hoeveelheden e-mail wordt het probleem van de
toekomstige kantoormens. Internetgebruikers mogen nog wel eens pochen
over de hoeveelheid e-mail die ze dagelijks ontvangen, de nieuwkomer
doet er dan deemoedig het zwijgen toe. Maar wie enkele tientallen e-mails per dag verstouwt, kijkt nostalgisch terug op de tijd dat hij
ontvangst en beantwoording van een e-mail beschouwde als een heuglijk
feit.
Volgens schattingen van de International Data Corporation worden alleen
al in de Verenigde Staten dagelijks 2,1 miljard e-mails verstuurd; dat
aantal loopt op tot 8 miljard per dag in 2002. Wereldwijd worden
dagelijks zo'n 5 miljard e-mails verstuurd - en hopelijk de volgende dag
beantwoord. Het sturen en beantwoorden van e-mail zou niet zo'n last
zijn, als het schrijven aan enkele regels was gebonden. Zo onderhevig
als de schrijver van brieven, afhankelijk van de aard van boodschap, is
aan strikte etiquette in aanhef, lay-out en vorm, zo vogelvrij is de e-mail-schrijver. De een heft een uiterst joviale toon aan tegen de - vaak
onbekende - geadresseerde, de ander zet de mededeling plechtig op als
schreef hij een 'echte' brief. Bij de een komt de relevante mededeling
aan het slot van een omslachtig betoog, de ander valt meteen met de deur
in huis. Niets is consequent in
e-mail-verkeer, tot aan de adressering, aanspreekvorm en ondertekening
aan toe. Dat maakt de beantwoording vaak zo tijdrovend.
De chaos in het groeiende mailverkeer en het verlangen die te
stroomlijnen, bracht een werkgroep aan de Harvard Business School te
Philadelphia op het idee een lijst samen te stellen van de 'Tien geboden
van e-mail'. Hieronder de eerste vijf:
1.
Gij zult weggooien.
Kijk eerst naar de headers en gooi alles weg wat je niet hoeft te weten
of waar je anders dan schriftelijk op moet reageren. Het is uitstekend
om een e-mail te negeren zoals je een brief of telefoontje negeert. Als
u wel per e-mail reageert, bijvoorbeeld omdat een telefoontje niet
volstaat, doe dat dan kort en informeel.
2.
Gij zult geen attachments gebruiken.
Geweldige hoeveelheden tijd en energie zijn al verspild aan pogingen om
attachments te openen in obscure formats, zoeken naar verdwenen
attachments of het proberen te ontcijferen van verminkte attachments.
Stuur desnoods attachments naar een tevoren goed uitgekozen plek op een
intranet van een bedrijf. Weest altijd op uw hoede bij het openen van
een attachment van een vreemde, om een virus-besmetting - zoals met het
nu woekerende Melissa-virus - te voorkomen.
3.
Gij zult eerst tot tien tellen alvorens te versturen.
Stuur geen e-mails als u moe of woedend bent. E-mail kan gemakkelijk overkomen als
boos, pijnlijk of kritisch, waarbij het weer veel tijd kost om de schade
te herstellen. Behandel e-mail net als telefoongesprekken en brieven:
wacht op een rustig moment alvorens ze te beantwoorden.
4.
Gij zult e-mail niet verwarren met de werkelijkheid.
Omdat er niets - ook niet cyberspace - gaat boven het 'echte' leven, moeten contacten
onder vier ogen nooit worden vervangen door e-mail-correspondenties - en
vooral niet wanneer iemand geprezen, vermaand of ontslagen moet worden.
Besef ook dat verkeerd geadresseerde boodschappen veel ongemak kunnen
aanrichten, zeker wanneer ze van persoonlijke aard zijn. In het
bedrijfsleven doen tal van verhalen de ronde van amoureus getinte mails
die per ongeluk aan alle personeelsleden werden gestuurd.
5.
Gij zult tijd besparen.
Maak zo efficiënt mogelijk gebruik van alle toeters en bellen die
uw e-mail-programma biedt. Hou een adresboek bij en gooi nooit namen en
adressen weg. U weet nooit of en wanneer iemand terugkeert in uw
digitale leven.
Morgen de vijf laatste e-mail-geboden.
|