C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
VRIJDAG


T O M   R O O D U I J N


11 maart 1999

Storing


Het was een imponerend gezelschap voor de twintigjarige verslaggever die ik toen was: de freelance-medewerkers van de VPRO-radio begin jaren zeventig, waaronder de gebroeders Haasbroek, voormalige PC-redacteuren als Jan Donkers en Rogier Proper, Wouter Gortzak en ook Jan Lenferink. Wij kwamen bijeen ten huize van Henja Schnijder om een vuist te maken tegen de slechte arbeidsvoorwaarden. Ik was net met werken begonnen en allang blij dat ik ünberhaupt betaald kreeg voor iets wat ik buitengewoon leuk en avontuurlijk vond. Maar je was 'solidair'. Jan Haasbroek bedacht op de eerste bijeenkomst de naam: TOPIDO, ofwel Tot Ons Plezier Is Dit Ontstaan.

Aan die rumoerige vergaderingen dacht ik bij het lezen van de berichten over de oprichting van de FLA, de freelance dagbladmedewerkers die geen genoegen nemen met het percentage van twee procent dat de PCM (uitgever van ondermeer de Volkskrant en deze krant) hen bovenop het honorarium biedt voor het hergebruik van hun bijdragen voor elektronische diensten. Ongetwijfeld werden de vergaderingen van dit gezelschap, waartoe ondermeer Hans Ree, Max Pam, Liesbeth Koenen en Rik Smits behoren, getekend door dezelfde mengeling van lacherige opstandigheid en oprechte verontwaardiging. Ook nu ben ik solidair, al ben ik maar gedeeltelijk freelance en is dat woord in onbruik geraakt.

Het beheer van archieven is big business geworden nu de technologie het mogelijk maakt om geautomatiseerde knipselkranten op maat te verzorgen voor de meest uiteenlopende bedrijven. Bovendien kunnen teksten op internet en cd-rom worden verspreid. De PCM heeft daarvoor een apart bedrijf opgericht, Media Resultant. Daarin is ruim geïnvesteerd met mensen, materieel, apparatuur. De grondstof die daar wordt verhandeld is tekst, niets meer en niets minder. En uitgerekend op de verwerving van die tekst wordt beknibbeld, waar het de freelancers aangaat. Freelancers die vaak voor een belangrijk deel het gezicht van een krant bepalen. De opdrachtgever, ofwel de uitgever, betaalt de freelancer voor het eenmalig gebruik van een tekst in de krant. Als de uitgever met die tekst nog andere, commerciële activiteiten wil ondernemen dat moet hij daarvoor toestemming aan de freelancer vragen en hem of haar een behoorlijke beloning bieden.

Op deze plaats had ik vandaag oorspronkelijk willen ingaan op de reacties die de vorige twee stukjes opriepen, maar een technische storing bij de server verhindert dat. Ik ging daarin in op de stelling van de freelance filmcritici Annemieke Hendriks (De Groene) en Francois Stienen (De Filmkrant) dat over de inhoud van een film geen moreel oordeel mag worden gegeven. Zij poneerden dit naar aanleiding van een reeks films met extreme gewelddadigheid die huns inziens door de critici onzuiver want teveel met de bril van de zedenmeester op beoordeeld waren.

Gisteren citeerde ik al uit een e-mail die ik eerder ontving van freelance medewerker Jeroen van Bergeijk vanuit Los Angeles. Maar dit schreef hij ook nog: ,,Te stellen dat kunst nooit immoreel kan zijn gaat me wat ver. Wat denk je van Riefenstahl? Waarom zou je geen moreel oordeel mogen vellen over films? Film is toch meer dan alleen maar kunst. Dat is juist zo mooi aan het medium. Je kunt ook financiële, historische, sociologische oordelen over films vellen. Waarom dan geen morele? Waarom die angst om te moraliseren? Ben je dan niet cool? Stienen en Hendriks lijken te zeggen dat het esthetisch oordeel over een film het enige mogelijke oordeel is, maar waarom dat zo is, is mij niet duidelijk.''

Dat wordt mij ook uit het stuk in De Groene niet duidelijk. Ik vrees dat het hier een dogma betreft, waarvan de auteurs de vanzelfsprekendheid zo groot vinden dat het geen verdere uitleg verdient. ,,Juryleden en critici behoren een film te beoordelen als cinematografisch kunstwerk'', schrijft Annemieke Hendriks alleen maar, waarna ze alle critici die hiervan afwijken uitmaakt voor dominees en paters. Om ten slotte te beweren: ,,Critici maken zich drukker over filmgeweld dan over de opheffing van de Filmkeuring, die al drie kabinetten wordt uitgesteld.''

Of Hendriks gelijk heeft kunt u verifiëren in de filmarchieven van deze en andere kranten op internet. Althans, zolang de freelance critici daar nog genoegen mee nemen.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)