C O L U M N S
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
DE DRAAD
JL HELDRING
|
5 maart 1999
Karel (2)
Waarom heb ik het materiaal niet gebruikt? Ten eerste omdat de haat die uit de opmerkingen sprak mij irrationeel en ongegrond leek; ten tweede omdat ik met de openbaarmaking ervan meende degene die ze uitsprak geen dienst te bewijzen en ten derde omdat het mij nogal pijnlijk voor de weerloze Karel leek om zo publiekelijk aan zijn ziekte te worden herinnerd. Maar waarschijnlijk speelde ook een rol het feit dat Karel zich, ondanks de steeds heftiger beschuldigingen van zijn broer, stelselmatig positief en ook liefdevol over Gerard was blijven uiten. Een paar weken later kwam ik in een interview van Theodor Holman in Het Parool dezelfde hatelijkheden van Gerard jegens Karel tegen, nu deed de jongere broer er zelfs nog een schepje bovenop. Vandaag betuigt Holman in Het Parool spijt voor deze faux pas: ,,Als Karel die uitspraken heeft gelezen, moet het hem en zijn familie pijn hebben gedaan. De uitspraken van Gerard vond ik dermate onwaarachtig dat ik ze daarom meende te kunnen opschrijven. Ik vrees dat ik me daarin heb vergist.'' Je kan dus niet spreken van een vete tussen de broers, de vijandigheden, onwaarachtig of niet, kwamen maar uit één richting: die van Gerard. Karel van het Reve vertelde een paar jaar geleden aan Henk Hofland en mij in welk jaar de breuk definitief werd: 1983, bij het verschijnen van 'Album Gerard Reve'. ,,Ik had daar een exemplaar van gekregen, op de uitreiking ervan, waarvoor hij me had uitgenodigd. Er staat een groepsfoto in, gemaakt bij zijn huwelijk met Hanny Michaelis. Toen werd ik opgebeld door Nico Scheepmaker, die mij vroeg wie er nou allemaal op die foto stonden, want dat stond er niet onder. Toen heb ik ze allemaal aan Nico gedicteerd, van links naar rechts: behalve Gerard en Hanny stonden daar mijn ouders op, familie en vrienden van Hanny, Lucas van der Land en zijn vrouw, Robert van Amerongen, Annelies Romein, Jaques Presser en nog een aantal. ,,Kort nadat mijn aanvulling in de krant was verschenen, kreeg ik een briefje van Gerard, of ik dat boek wilde teruggeven. Hij schreef niet waarom dat moest. Ik heb dat niet gedaan, want ik dacht: Eens gegeven blijft gegeven. Ik denk niet dat Gerard kwaad op mij is geweest. Waarschijnlijk zag zijn vriend Joop Schafthuizen, een nogal geborneerd persoon die dat boek had samengesteld, het als een soort verwijt, een uitval, dat ik al die mensen moest opsommen. Hij had natuurlijk ook gewoon aan Gerard kunnen vragen wie dat allemaal waren en dat eronder kunnen zetten. Sindsdien heb ik Gerard niet meer gesproken, gezien of geschreven. Dat is natuurlijk wel vervelend, maar ja, als hij niet om het een kwaad wordt, dan wordt hij het wel om het andere.''
|
Bovenkant pagina |