C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N


4 maart 1999

Karel


Met de mengeling van ernst en luim die ook zijn broer kenmerkt sprak Karel van het Reve over zijn ideaal' om nog eens een communistische reünistenvereniging op te richten, waar meezingers van Ernst Busch en toespraken van Paul de Groot ten gehore werden gebracht. Zijn vreugde over dat idee maakte, in een gesprek aan de keukentafel, ineens plaats voor oprechte woede over de machinaties van het gestaalde kader: ,,De Groot schilderde Henk Gortzak tijdens de oorlog af als werkend voor de Gestapo en na de oorlog als werkend voor de CIA. Dat is toch eigenlijk schandelijk.'' Maar dan brak weer een voorzichtige lach door bij het idee dat voormalige communisten elkaar in het Rosa Spierhuis niet groetten omdat de een in 1925 en de ander in 1935 uit de partij was geflikkerd.

Hij vertelde in de oorlog vlak om de hoek van mijn huis, in de Okeghemstraat, enige tijd als 'illegalicus' te hebben doorgebracht, waar in de loze holte boven de kasten een verblijfsruimte was gemaakt. Daar verbleef hij met Robert van Amerongen die net als hij behoorde tot 'het personeel' van De Avonden, het boek dat zijn broer Gerard in hun beider ouderlijk huis situeerde. De steeds grimmiger verwensingen van Gerard aan het adres van zijn broer, beantwoordde Karel met milde ironie. In tegenstelling tot De Avonden kon hij het latere werk van Gerard vanwege de 'zweepjes' en 'gespannen jongensbroekjes' maar matig waarderen. ,,Het eigenaardige is: vechtfilms waarin veel dooien vallen zie ik met groot genoegen. Maar ze hoeven maar iemand vast te binden en ik ben weg.'' Zijn broer had aan de communisten die bij hun ouders over de vloer kwamen 'persoonlijk en aan alles wat ermee te maken had' een geweldige hekel. ,,In Betondorp behoorden wij tot cel 801, die door Gerard wordt beschreven als een stelletje gekken, invaliden en demente figuren. Terwijl ik aan die mensen een heel vriendelijke herinnering heb. Daarin openbaart zich ons karakterverschil: Ik ben nogal mild van aard, maak nooit slaande ruzie.''

Hij vertelde hoe hij als jong Slavist zijn eerste stukjes over niet-Russische aangelegenheden schreef op verzoek van K.L. Poll, eind vijftiger jaren in het Hollands Weekblad. ,,Anders was ik altijd een soort Charles B. Timmer gebleven, die steeds in die Russische zaken blijft roeren. Maar ik schreef niet zoveel, want ik moest studeren en geld verdienen voor vrouw en kind. De Nederlandse literatuur van die jaren is volkomen aan mij voorbij gegaan. Ik weet dat er lui waren die Vijftigers werden genoemd en als ik goed nadenk zou ik er ook nog wel twee kunnen noemen. Maar ik interesseerde me er niet voor.'' Zelf schreef hij twee romans, 'Twee minuten stilte' en 'Nacht op de kale berg', maar die vervulden hem niet met trots: ,,Ik weet nou niet precies meer wat daar in staat, want ik heb ze nooit meer gelezen. Ik ben meer een stukjesschrijver.''

Onder het pseudoniem Henk Broekhuis schreef hij in NRC Handelsblad nuchtere beschouwingen en redeneringen in een glasheldere stijl. Jarenlang wist alleen K.L. Poll, toenmalig chef kunst van de krant, dat Van het Reve achter Broekhuis schuil ging. Dat pseudoniem, vertelde hij, had hij ontleend aan de man van wie hij zijn zeilboot had gekocht. ,,Op de kajuit hing een plakkertje: 'Henk Broekhuis Scheepsbenodigdheden'. Ik ging een keer zeilen met Paul van 't Veer, die zag dat plakkertje en mompelde 'Henk Broekhuis... Henk Broekhuis...' Ik heb niks gezegd. Het leuke van een pseudoniem is dat allerlei lui die bij een stuk dat ik onder mijn eigen naam schreef misschien dachten 'Daar heb je die zak weer', nu weer geheel onbevooroordeeld tegenover mij stonden.''

Zijn werk deelde hij, erop terugkijkend, in in stukken die hij leuk vond om terug te lezen, stukken waar hij neutraal tegenover stond en stukken die hij 'absoluut niet meer' durfde te lezen. Zijn boek 'Het geloof der kameraden', waarin hij afrekent met het communisme - dat hij ook had aangehangen -, behoorde tot de eerste categorie. ,,De enige niet vervelende uiteenzetting over het marxisme-leninisme. Niet te dik en alles staat erin. Ik beschrijf erin dat die hele, tot voor kort succesvolle levensbeschouwing op een aantal verkeerde premissen is gebouwd. Mensen zijn bereid hele eigenaardige dingen te geloven. Ik heb eens voorspeld dat in 1990 Solzjenitsjin in Rusland gedrukt zou worden. Dat is op het jaar af zo uitgekomen. Maar dat het hele zaakje zo snel in elkaar zou donderen, had ik nooit gedacht. Ik betwijfel of die levensbeschouwing ooit nog wortel schiet.''


Zie ook:
Necrologie: Glashelder en droogkomisch (4 maart 1999)

Auteur en slavist Karel van het Reve (77) overleden (4 maart 1999)

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)