C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N


22 februari 1999

Courantier


In de jongste Van Dale wordt het begrip 'courantier' omschreven als 'dagbladschrijver'. Ooit werd hiermee een krantendirecteur bedoeld die zich ook energiek met de inhoud bemoeide. In westerns wordt de soort nog wel eens ten tonele gevoerd: een bevlogen man die aan het hoofd stond van het periodiek dat in een kleine gemeenschap niet alleen de berichtgeving verzorgde, maar ook, vaak met Gods woord als leidraad, misstanden aan de kaak stelde. De courantier was een maatschappelijke factor van formaat, die zijn stellingname in het wilde westen niet zelden met het leven moest bekopen.

De eerste courantiers in de oorspronkelijke betekenis manifesteerden zich in Nederland in het begin van de zeventiende eeuw en ze stierven in de afgelopen decennia uit toen, met de ontzuiling en het streven naar redactionele onafhankelijkheid, redacties zich de inhoud van de krant toeëigenden en krantendirecteuren genoegen moesten nemen met de rol van verkoper van bedrukt papier en werver van advertenties op de achterzijde van redactionele pagina's.

De komst van internet, cd-rom en databanken opent, in een tijd dat steeds meer titels in één bedrijf zijn ondergebracht, voor de krantendirecteur nieuwe mogelijkheden. De courantier-nieuwe-stijl heeft een'merk' in handen dat op vele manieren kan worden uitgevent: behalve als papieren 'produkt' kan de krant worden gedistribueerd als naslagwerk op een zilveren schijfje, in elektronische vorm als 'knipselkrant' en als dagelijks te raadplegen nieuwsbron op internet. In de ongekende mogelijkheden die dagbladuitgevers door pleitbezorgers van de elektronische snelweg worden voorgespiegeld, zijn kapitalen geïnvesteerd. Dat betaalt zich 'straks' terug, is de gedachte, in een tijd dat de lezer zich afwendt van het papier en zich bij voorkeur achter het computerscherm informeert.

De werkelijkheid van de on-line-krant blijkt toch weerbarstiger te zijn dan de internet-optimisten graag doen geloven. De New York Times-online besloot vorig jaar de betaalde toegang tot haar site op te heffen, hetzelfde gebeurde onlangs met Slate Magazine van Microsoft. Internet-periodieken met een grote populariteit zien zich, zodra zij abonnementsgeld heffen, geconfronteerd met een drastische afname van bezoekers. Slate Magazine trekt, concludeerde hoofdredacteur Michael Kinsley, tien tot twintig keer meer bezoekers wanneer het gratis wordt verspreid. Het magazine verkiest nu, na een eenvoudige rekensom, de inkomsten uit advertenties van een gratis magazine voor velen boven de abonnementsgelden van een handvol liefhebbers. Internetkranten, leert dit voorbeeld van deze voorname net-publikatie, houden vooralsnog het karakter van een huis-aan-huis-krant of reclamefolder: geld verdien je er uitsluitend mee door kosteloze verspreiding - als die althans groot genoeg is om de advertentieverkoop lucratief te maken.

Terwijl directies van grote concerns zich inmiddels achter de oren krabben of al hun investeringen in internet-toepassingen wel rendabel zijn, is dankzij hetzelfde internet een nieuw soort informatieleveranciers ontstaan. Rebelse spraakmakers en buutredenaars, opgewonden standjes en uitdragers van een uiterst particuliere boodschap. Dat is het aardige van de jungle die internet heet: elke hartekreet vindt er zijn plaats, de meest extravagante of particuliere belijdenis is er gelijk aan de betrouwbaarste leverancier van informatie. Iedereen is er zijn eigen uitgever-directeur.

Op internet gloort de dageraad voor de nieuwe courantier.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)