C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N


11 februari 1999

Verloren verleden


Het lijkt of de jeugd geen verleden meer heeft, verzuchtte de jonge filmer Spike Lee gisteren in een prachtige documentaire over Mohammed Ali alias Cassius Clay. Niet alleen wisten Lee's leeftijdgenoten nauwelijks nog van de bokser en zijn levensloop, stelde hij vast, ook simpele feiten over andere laat-twintigste-eeuwers als Kennedy, Malcolm X en Martin Luther King behoorden niet meer tot de bagage van zijn generatiegenoten.

Hoe sneller de culturele en demografische veranderingen in een land, des te groter ook de verscheidenheid van de geschiedenis die een bevolking met zich meedraagt. In multiculturele samenlevingen vigeert een conglomeraat van geschiedenissen, waarbij over en weer het verleden nauwelijks wordt gekend. Dat proces heeft zich in de Verenigde Staten voorgedaan en deelt zich in toenemende mate aan de Nederlandse samenleving mee. Scholieren en studenten van nu delen in veel geringer mate een gemeenschappelijk verleden dan de jongeren van pak weg een kwart eeuw geleden.

Het ontbreken van historisch besef als een kenmerk van deze tijd. Behalve in de verscheidenheid van de samenleving ligt de oorzaak daarvan ook in de afkalving van de politieke en religieuze zuilen en van de gemeenschaps- en familiebetrekkingen. Een individu is zich minder bewust van zijn historische context dan een groep; een gemeenschap hecht meer aan gezamenlijk verleden dan een verzameling eenlingen.

Toch had de collectieve amnesie nooit zo hard toegeslagen als we niet ook via televisie en computer door een informatielawine waren overspoeld. De paradox van dit informatietijdperk is dat we nooit eerder over zo'n groot geheugen beschikten, terwijl we dreigen te verdrinken in een feitenbrij. Iedereen kan alles vinden wat hij nodig heeft, daarmee wordt internetgebruik tot in het 'studiehuis' gepropageerd. Ook de overheid gelooft heilig in de zegeningen van dit medium als informatieleverancier, al braakt het hoofdzakelijk feiten uit zonder enige rangorde van betrouwbaarheid.

In de zap- en surfcultuur gaat het om de bevrediging van de impuls, om de momentopname. Niet alleen het amusement, ook de informatie verkregen via het scherm is vluchtig, biedt 'weetjes' en zet niet aan tot contemplatie. Waar de leraar al vertellend inspireerde en persoonlijk begeleidde, is de computer een onpersoonlijk verificatiemiddel. Voor onderwijs in de breedste zin van het woord moet je niet op het wereldwijde web zijn; dat leert je niet opmerkelijke verbanden of parallellen te ontdekken, hooguit wordt de nieuwsgierigheid naar trivialiteiten beloond.

En dan de televisie. Toen er schaarste aan kanalen bestond, stak de kijker geregeld iets op dat verband hield met zijn culturele of historische achtergrond. Ook hier doet zich de paradox van de informatie-overvloed voor: hoe meer kanalen de televisie biedt, des te minder voeling met het land van uitzending. Zoals de natiegrenzen in ons werelddeel steeds meer vervagen, verruimen de mogelijkheden om uit alle hoeken van de wereld informatie op te doen. Terwijl de meerderheid van de tv-kijkers nog maar kort geleden hetzelfde zag, en televisie óók als bindende factor fungeerde, stemt nu elk individu af op de kanalen van zijn persoonlijke interesse - ongeacht of die nu via de satellietschotel, de tv of internet het huis binnenkomen.

Media zijn de spiegel van de samenleving en onderstrepen nu dit referentie- en contextloze tijdsgewricht. Wie denkt dat de computer ons straks helpt het collectieve geheugen op te frissen, heeft het mis: dankzij het gebruik van steeds verouderende systemen dreigt de documentatie van de afgelopen decennia op te gaan in een mist van onontcijferbare data en vergeeld faxpapier. Zo reizen we ieder met onze eigen bagage van feiten en beelden naar de volgende eeuw. Eén troost voor de geschiedschrijver van morgen: na 2000 geldt terugkijken naar de jaren die beginnen met '19' als ouderwets, als 'opa vertelt'.

Vanaf de millenniumwende wordt het verleden bij het vuil gezet en alleen nog hier en nu geleefd.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)