C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N


28 januari 1999

De merkenbouwer


Het dagbladbedrijf is aan een ingrijpende en in zijn geschiedenis unieke gedaanteverwisseling onderhevig. Na de fusie- en saneringsrondes in de afgelopen decennia is nu 'differentiatie' het toverwoord. Onder het motto 'Onze core business is uitgeven en niet drukken' ontstaat er rond het dagblad een waaier van produkten: internetsites, kleurenmagazines, vacature- en databanken, de lezer kan zich inschrijven voor aan de krant gelieerde reizen, boeken en culturele manifestaties. Ondertussen houden dagbladuitgevers voeling met hun grootste concurrent, de televisie, door deelname in (regionale) tv-stations.

Dat is nog maar het begin, belooft het dynamisch duo Steenbergen en Huijssoon van het grootste Nederlandse dagbladconcern PCM (vier van de vijf landelijke titels) in Adformatie. Een krantentitel geldt in de PCM- directieregionen als een 'merk' waaraan een 'merkopvoedende taak' is verbonden. ,,We willen de lezers bedienen'', licht Huijssoon die doelstelling toe. ,,Niet alleen meer met dagbladen, maar ook met deze magazines, met internetsites, met cd-roms, met bladen als Carp.'' Deze verbreding heeft uiteraard ook een economische 'insteek', zoals dat in het marketingjargon heet. ,,Er is niet veel groei in de oplagen van dagbladen. Dit zijn allemaal manieren om jongere lezers toch zo snel mogelijk aan je te binden.''

Internetsites van landelijke dagbladen, waarvan u er nu een bekijkt, staan, in de woorden van Huijssoon, 'nog in de kinderschoenen', zijn 'eerste versies'. ,,Maar er zal heel veel meer gaan gebeuren'', belooft de PCM-oplagedirecteur, ,,er zijn plannen om meer webshops op te richten , om dossiers te verkopen.'' Dat er geen geld met de krant op Internet wordt verdiend, beschouwt de PCM-directeur vooralsnog niet als bezwaarlijk: ,,Het gaat om de totale exploitatie van de titel. Internet heeft vooral de functie om op een andere manier met lezers in contact te komen.''

Maar het concern kan nog zoveel kanalen voor de verspreiding van het redactionele 'product' verzinnen, uiteindelijk zijn het toch de redacteuren die de 'grondstof' voor de core business moeten aanmaken. ,,Zonder dat ze zich daarvan bewust zullen zijn'', zegt Huijssoon, ,,zijn de redacties de belangrijkste merkenbouwers.''

Behalve 'merkenbouwer' wordt de journalist in het informatietijdperk ook een multimediale duizendpoot. In de Herald Tribune las ik onder de kop 'Keeping Roving Correspondents On-Line' een artikel over de verslaggever van morgen, uitgerust met een bril waarop teksten zijn te lezen en waarmee het thuisfront kan 'meekijken', met een rugzak met satellietantenne, met een beschrijfbaar beeldscherm verbonden met de centrale computer op de rug en uiteraard met voorzieningen voor schriftelijk, verbaal en visueel contact via internet met de thuisbasis en databanken. Deze journalist, waarvan de krant ook een plaatje afdrukte, is inzetbaar voor verslaggeving ten behoeve van alle media: radio, tv, krant, internet - desnoods stuurt hij alleen fotomateriaal.

De uitrusting, ontwikkeld op initiatief van een groep docenten aan de Colombia University in New York, heeft iets weg van het eenmansorkest van Frater Venantius: alle ledematen worden ingeschakeld om zoveel mogelijk herrie te veroorzaken. Zeker is dat de reporter van morgen in deze uitmonstering 'op een andere manier' met de lezers, kijkers, luisteraars en surfers in contact komt: als een bezienswaardigheid.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)