C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N


22 januari 1999

Webjunkie (4)


Een obsessieve belangstelling voor en een excessief praktiseren van 'cyberseks' wordt door Kimberly Young van het Center for On-Line Addiction omschreven als een 'specifiek sub- type van Internetverslaving'. Maar liefst een op de vijf webverslaafden, citeert Young onderzoeksuitslagen, heeft te maken met 'een vorm van seksuele activiteit online' te maken. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? ,,Primarily viewing cyberporn'', omschrijft Young het verschijnsel op haar site, ,,and/or engaging in cybersex.'' Mannen, citeert ze alweer een onderzoek, hebben meer belangstelling voor het kijken naar porno, terwijl vrouwen zich liever in 'cybersex' begeven.

Kijken naar pornoplaatjes, dat is niks nieuws, maar een precies antwoord op de vraag wat 'engaging in cybersex' is wordt door de virtuele therapeute niet gegeven. Is het een soort 06-lijn in chatbox-verband? Wel maakt Young duidelijk hoe groot de belangstelling is voor het bekijken van sexplaatjes, -video's en -webcams die alom op Internet aanwezig zijn. Een marktonderzoeker te Washington becijferde dat 9,6 miljoen internetgebruikers, zijnde circa 15 procent van alle aangeslotenen, zich in de testperiode - april 1998 - aanmeldden bij de tien meest populaire sekssites. Dat seks het meest gewilde artikel op internet is, moge blijken uit de naar schatting 70 duizend seksgerelateerde sites. Circa een derde van de Internetgebruikers, luidt een nog vrij conservatieve schatting, neust met enige regelmaat op een sekssite rond.

De overvloed aan en gemakkelijke toegankelijkheid van de tienduizenden sekssites verlaagt volgens Young de drempel om te vervallen tot 'dwangmatige seksuele bevrediging' via het net. Onder deze behoeftigen onderscheidt de therapeute nog eens twee categorieën: degenen die toch al verslaafd waren aan seks en in Internet slechts een nieuw vehikel vonden, en degenen bij wie online seksverslaving de kop op stak door de ruime en anonieme beschikbaarheid van pornoplaatjes of de beleving van seks met anderen in de afzondering van chatrooms.

De checklist van de virtuele therapeute biedt enig inzicht in de cyberseksuele praktijk.
Wat herkent u in de volgende Internet-gebruikspatronen?
- De gewoonte om veel tijd te steken in chatrooms en persoonlijke boodschappen met het doel cyberseks te vinden.
- Het gevoel bij Internetgebruik geheel in beslag te zijn genomen door de behoefte online seksuele partners te vinden.
- Frequent gebruik van anonieme communicatie om in seksuele fantasieën te vervallen die niet in het echte leven worden gepraktiseerd.
- Steeds een volgende online-sessie aangaan met de verwachting seksuele prikkeling of bevrediging te vinden.
- Een snelle opeenvolging van cyberseks en telefoonseks (en zelfs seksuele ontmoetingen 'in de werkelijkheid').
- Het verbergen van uw online-contacten voor uw vaste partner.
- Gevoelens van schaamte of schuld vanwege uw online-contacten.
- Eerst wel eens geprikkeld raken door cyberseks, om het daarna als u zich aanmeldt met dat doel te zoeken.
- Zelfbevrediging tijdens een erotische 'chat'.
- Een teruglopende investering in uw vaste, 'echte' partner omdat u cyberseks beschouwt als de belangrijkste vorm van seksuele bevrediging.

Hoeveel van deze tien gedragspatronen u moet herkennen om als een online-seksverslaafde te worden gekenmerkt, vermeldt Kimberly Young niet. Laten we zeggen: de helft. Wel geeft ze tips om aan zo'n verslaving een eind te maken. Allereerst moet de verslaafde, net als bij bijvoorbeeld alcoholisme, inzien dat hij of zij 'een probleem' heeft - wie dat blijft ontkennen beschikt niet over de juiste 'motivatie' om er vanaf te geraken.

Zoals de drugsverslaafde wordt afgeraden met alle dope ineens te stoppen, zou de Internet- of cyberseks-addict niet plotseling 'cold turkey' af moeten kicken van zijn online-behoefte, door het modem maar meteen in de vuilnisbak te gooien. Het is belangrijk, aldus de virtuele therapeute, om ,,de juiste balans te vinden tussen Internet en andere activiteiten''. Het behandelingsprogramma voor webjunkies is gelijk aan dat voor eet- of drankverslaafden. De nadruk ligt op het signaleren van 'triggers' die tot excessief gebruik leiden en op het aanleren van matigheid. Maar anders dan bij drugs- of drankverslaafden wordt een levenslange abstinentie aan door online-seks geobsedeerden niet voorgeschreven.

Een bemoedigend vooruitzicht voor circa een derde van de lezers: geniet, maar surf met mate.

Maandag de reacties op deze reeks.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)