C O L U M N S
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
DE DRAAD
JL HELDRING
|
11 december 1998
Hapklare brokken?
Maar mevrouw Blotkamp trekt dit lonkend perspectief in twijfel. ,,Via Internet en Edunet moet alle kennis en informatie van de wereld binnen handbereik van scholieren en studenten komen. Al zappend kunnen zij zich dan geestelijk voeden met flarden tekst en beeld, totdat hun hoofden zo leeg zijn als een volle prullenbak.'' Ze besloot haar 'bijdrage aan de discussie over Kunst- en cultuurbeleid' met de waarschuwing dat nieuwe media taalgevoel, taaleducatie en verbale uitdrukkingsvormen dreigen te versimpelen en verdrukken: ,,Televisie, Internet, Edunet, cd-roms, dvd's, ik vind het fantastisch, maar ik stel wel voor om, ter overleving van onze cultuur, aan iedere computer die een onderwijsinstelling wordt binnengedragen een bevlogen leraar Nederlands vast te klinken.'' Heeft Blotkamp gelijk maar haar constatering dat nieuwe informatie- en communicatiemiddelen 'staccato' worden aangeleverd en dreigen te verzanden in dezelfde 'hapklare-brokken-teneur' die ook de supermarkten teisteren? Ik vrees dat in de opmerkingen van de museumdirecteur een kern van waarheid schuilt, al wordt er teveel op één hoop gegooid. Cd-roms en dvd zijn informatiedragers, louter technische hulpmiddelen waarop je de meest verheven teksten tot en met de verwerpelijkste pulp kan zetten. Televisie, Edunet en Internet zijn informatiekanalen met elk hun geheel eigen karakteristieken. Het cultuurpessimisme van Hoos Blotkamp geldt waarschijnlijk eerder het hoge tempo en de beperkte keuzemogelijkheden die de zich onder grote economische druk ontwikkelende nieuwe media met zich meebrengen. Niet die media valt iets te verwijten, maar de producenten van het materiaal dat erop beschikbaar is. Die zouden de gebruiker nauwelijks in staat stellen te reflecteren, zich ergens grondig in te verdiepen of zich geruimere tijd door iets te laten meeslepen. Was het niet de Rotterdamse hoogleraar Zijderveldt die de term 'staccato-maatschappij' introduceerde? 'Staccato'-communicatiemiddelen passen nu eenmaal bij een vluchtige, haastige en impulsieve samenleving. Maar leidt dat ook tot een devaluatie van die maatschappij? Op de vraag van Het Parool aan Marcus Polman (zie deze rubriek van gisteren) of nieuwe media de jeugd niet oppervlakkiger maken antwoordt de kersverse @Home-hoofdredacteur ontkennend. ,,Internet biedt misschien wel een breder venster op de wereld'', stelde hij. Die discussie over vervlakking door toedoen van internet doet mij denken aan een heel ver verleden, toen de film en de televisie werden geïntroduceerd. Toen riepen sommige mensen ook moord en brand over zedenverval en 'ontlezing'. Ik vrees dat die weerzin heeft te maken met angst voor het onbekende.'' Aldus geredeneerd geldt voor Internet hetzelfde als voor film en televisie: het medium is net zo goed of slecht als het wordt ingevuld. De zojuist geopende nieuwe rubrieken van de New York Times laten zien dat ook on-line op hoog niveau kan worden 'gecommuniceerd': bijvoorbeeld in een opiniesectie vol columns, brieven, cartoons, forums en hoofdredactioneel commentaar, of in de nieuwe afdeling Kunst en 'living' met dagelijks kunstnieuws, een archief met film- en theaterrecensies, forums en stukken over eten, mode, woninginrichting en vrijetijdsbesteding. Of lees het dossier over de strijd in Tibet, de met videobeelden omlijste documentaire over de CIA of de special over het Supreme Court en men kan onmogelijk beweren dat hier sprake is van hapklare brokken - al moet er voor jongeren wel een bevlogen leraar Engels aan worden vastgeklonken.
|
Bovenkant pagina |