teller
C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N


10 december 1998

Internet-onkunde


Dat mijn schoonvader van bijna 80 zijn stukjes voor een Amsterdams dagblad nog altijd op een oude Remington tikt is niet zo verwonderlijk. Evenmin dat een bevriende schrijver van 47 zijn romans nog altijd met de pen schrijft en veranderingen in de juiste volgorde 'fröbelt' met schaar en lijmpot. Maar dat de rechter die de man moet veroordelen die ervan wordt verdacht tijdens zijn werk op het ministerie van justitie kinderporno van Internet te hebben opgehaald niets van computers weet is een gotspe.

Het is al eerder gebleken: zodra justitie betrokken raakt bij een Internet-gerelateerde kwestie schiet de kennis tekort. De Haagse officier van justitie H. den Os bepleitte dinsdag voor de rechtbank dan ook een bijscholingscursus voor rechters en officieren van justitie in de mogelijkheden van computers en Internet, vanwege de grote 'maatschappelijke invloed van de computer'. Nu moest de rechter zich urenlang laten voorlichten in de principes van het surfen op en het downloaden van Internet en de wijze waarop men zich op computers pleegt aan te melden en er (foto-)materiaal in kan opbergen.

Rechters inleiden in de geheimen van de informatiemaatschappij, een heel bruikbaar idee - maar wel een beetje laat. Met de groei van elektronische netwerken ontstaat een stuwmeer aan potentiële problemen. De Internet-handel schreeuwt om een - liefst internationaal hanteerbare - verzekerde betalingswijze. Nu is geheel ongewis of ik ooit mijn geld terugkrijg bij een niet ontvangen of onbevredigende Internet-bestelling. Problemen kunnen zich ook voordoen op het gebied van privacy: hoe zeker kan ik ervan zijn dat mijn wachtwoord of mijn surfgedrag niet openbaar wordt? Staan er sancties op als dat wel gebeurt? Ook op het feit dat via Internet allerlei contrabande en verboden goed binnen handbereik ligt zal justitie moeten inspelen: van kinderporno tot neo-nazistische geschriften, van drugs tot wapens en instructies om die te maken. Auteursrechtelijke conflicten liggen, met de wassende stroom vrij verkrijgbare tekst, film, muziek en afbeeldingen, ook in het verschiet. Dan heb ik het nog niet eens over de problematiek rond de verschillen in wetgeving per land, die het grensoverschrijdende medium maken tot een rechterlijke aal in een emmer snot.

Een troost voor de rechterlijke macht: Internet-onkunde is nog altijd wijd verbreid. Neem onze eigen premier, die tijdens de verkiezingscampagne een computermuis voor een afstandsbediening bleek aan te zien. Maar de tijd van de 'early adopters' van Internet is bijna voorbij, aanstonds zal het grote publiek het medium omhelzen. Die constatering is niet van mij, maar van Marcus Polman, de zojuist benoemde hoofdredacteur van de Internetkrant @Home die vanaf 1 januari via de kabel wordt verspreid. Nu nog beschikt 8,3 procent van de Nederlandse huishoudens over een Internet-aansluiting, zodra de 15 procentsgrens is gepasseerd gaat het snel, zegt Polman in Het Parool, want dat is uit onderzoek naar de acceptatie van nieuwe technologieën gebleken.

Als @Home een alliantie weet aan te gaan met een grote Nederlandse uitgever of omroep (waarop de hoofdredacteur speculeert) zou de Internetkrant wel eens aan kunnen slaan ,,Het aardige is dat wij kunnen laten zien dat onze aanpak werkt'', verwijst Polman naar zijn Amerikaanse werkgevers. ,,Kijk naar CNN, Walt Disney, de New York Times en MTV. Dat zijn stuk voor stuk mediapartners van het moederbedrijf in de VS.'' Volgens Polman breken dankzij Internet 'spannende tijden' aan voor de journalistiek. Door het permanente karakter verdwijnen deadlines en het werk van de journalist wordt volgens Polman 'controleerbaar' door de integrale publicatie van bronnen: persconferenties, rapporten, bandopnamen, etcetera.

Toch gelooft de @Home-hoofdredacteur niet dat de traditionele, naar drukinkt ruikende journalist door Internet verdwijnt. ,,Met het uitdijende informatie-aanbod wordt de behoefte aan analyse en opinies alleen maar groter. Dat geldt ook voor de mooi geschreven portretten of reportages uit de krant. Lange stukken lees je ook niet op de pc. In het Internet-tijdperk zal de krantenjournalist zich misschien wat meer ontwikkelen in de richting van de verteller.''

Dat verbindt straks de ouderwetse verslaggever met de Internet-journalist: geen van beiden hebben meer pen of papier nodig.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)