C O L U M N S
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
DE DRAAD
JL HELDRING
|
27 november 1998
Wie bent u?
Dat Internetgebruik een kloof laat zien tussen arm en rijk, wordt door het onderzoek bevestigd. Van de laagste inkomensklasse heeft 14 procent toegang tot Internet, bij de hoogste is dat 62 procent. Per dag is gemiddeld 4 procent van de verdieners van lage inkomens on line en 20 procent van de hoge inkomens. Internetten is nu eenmaal een prijzige bezigheid, dat wreekt zich ook hier: mensen met meer geld, is de conclusie, hebben meer mogelijkheden om zich te informeren. Internet-gebruik gaat vooral ten koste van televisiekijken, stellen de onderzoekers vast; de helft van de gebruikers zegt minder voor de televisie te zitten. Internet doorbreekt dus de passiviteit waarmee tv-kijken gepaard gaat. Want wat doet de Nederlandse Internetter graag achter zijn computerscherm? Het liefst surft hij over het World Wide Web (35 procent), e-mailt hij (31 procent) of laadt hij programmatuur (15 procent). De surfer besteedt de meeste tijd aan het zoeken naar specifieke informatie (42 procent), het lezen van nieuws en actualiteiten (24 procent) en entertainment (13 procent). Wie aangesloten is, informeert zich dus gerichter. De tv-kijker laat alles over zich heen komen, de Internetter kiest. Winst is weggelegd voor het portaal met de interessantste keuzemogelijkheden. Als u, enigszins welgestelde man, op zoek bent naar specifieke informatie over dit onderzoek verwijs ik u naar de site van Adformatie. Nog even iets heel anders, maar wel actueel in Sinterklaastijd. ,,Ik lees zojuist met veel belangstelling je column over de overdaad aan merchandising die over de hoofden van kinderen en ouders tegenwoordig uitgestort worden'', schrijft Erna Marcus vanuit de Verenigde Staten naat aanleiding van deze rubriek van afgelopen woensdag. Daarin beschreef ik de niet te vermijden invloed van de pretfabrikanten op de spullen waarmee kinderen zich wensen te omringen. ,,Het is in de VS, waar ik nu al weer 18 jaar woon, ook nog steeds een debat wat ieder jaar zo tegen de kerst weer opnieuw talloze artikelen in de kranten over geschreven worden. Mijn eigen kinderen zijn nu midden in de teenagertijd aangeland en al hoewel ze regelmatig zich beklagen over hun 'Hollandse moeder' die resoluut neen durft te zeggen als er weer een nieuw iets geadverteerd wordt, is het mij wel duidelijk geworden dat ze zich ook steeds minder door de 'onslaught of the commercial machine' zoals dat hier zo mooi heet, in het ootje laten nemen. Dit is natuurlijk niet zo makkelijk met de aller jongste kinderen die nog zo moeilijk het verschil tussen fantasie en werkelijkheid kunnen bepalen, maar toch is het standvastig volhouden in deze van de ouders uiteindelijk wel van bepalende invloed voor een kind. Met andere woorden: Als je nee echt nee en je ja echt ja is dan weet ieder kind vrij snel wat wel en niet van de eigen ouders te verwachten valt.'' Dank voor de reactie, de opvoedingstip neem ik ter harte.
|
Bovenkant pagina |