C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N


19 november 1998

Computeronderwijs (2)


Gisteren besprak ik in deze rubriek het computeronderwijs, in het bijzonder de keuze van de minister van onderwijs L. Hermans voor goede programma's, ondersteuning en een 'kennisnet' alvorens over te gaan tot het op grote schaal plaatsen van computers op scholen. ,,Internet is niet meer dan een communicatie-instrument'', reageert Henk van der Berg op de rubriek. ,,Daarmee kun je - wereldwijd - zo'n 360 miljoen pagina's ophalen. Ook pagina's waar erg leuke educatieve software staat. Dat die software vaak in het Engels is... tja. Keuzes moeten gemaakt worden in een global economy. Veel bedrijven bieden momenteel al heel aardige programma's aan maar scholen en leraren zijn wat lui in het zoeken ernaar (of weten überhaupt niet waar ze het over hebben). No market, no products.''

Van der Berg bekijkt de problematiek vooral vanuit economisch oogpunt en loochent mijn argumentatie dat het in de eerste plaats zou moeten gaan om de meerwaarde die moderne technologie aan goed onderwijs kan bieden. Ik ben het bovendien niet eens met zijn stelling dat Engelstalige software voor scholieren even bruikbaar is als Nederlandse. Hij behoort tot de Internet-aanhangers die vinden dat, als het apparaat en de aansluiting er eenmaal zijn, die meerwaarde als vanzelf aan - in dit geval - het onderwijs wordt toegevoegd.

,,Het feit dat onze minister-president geen gelegenheid voorbij laat gaan op televisie te demonstreren dat hij NIET met een muis om kan gaan'', vervolgt Van der Berg, ,,geeft al aan welk gebrek aan schaamtebesef er in de top van bestuurlijk Nederland aanwezig is ten aanzien van computeronderwijs.'' Dat vrijwel iedere kantoormedewerker in Nederland inmiddels met een computer werkt, heeft volgens Van der Berg ten onrechte geen invloed op de wijze van lesgeven. ,,Onderwijs dient als voorbereiding op een maatschappelijke carrière. Als daarin computers een belangrijke rol spelen, is het wellicht zinnig daar in het onderwijs op in te spelen. Gebrek aan investeringen in onderwijs op dit gebied is dodelijk voor een land waarin fysieke logistiek NU een belangrijk deel van onze welvaart genereert. De computer, en met name de combinatie met Internet, zullen namelijk ingrijpende effecten gaan hebben op deze distributie-functie.''

De constatering dat er onder politici een schrikbarend gebrek aan kennis over informatie-technologie bestaat kan ik volledig onderschrijven. Maar zoals altijd gaat het in de politiek om het stellen van prioriteiten en het maken van keuzes - veelal afhankelijk van de beschikbare 'middelen'. Dat de minister van onderwijs L. Hermans eerst kiest voor het verbeteren van de benodigde infrastructuur alvorens over te gaan tot een grootscheepse verspreiding van computers in de klaslokalen, kan ik echter wel billijken. Wat heb je aan die apparaten als je er vervolgens niks mee kan doen; ze niet kan installeren, programmeren en repareren als ze stuk zijn? Dat doet denken aan de eerste wasmachines die in de binnenlanden van Afrika arriveerden, waarbij stamleden bij gebrek aan stroom de trommels met vuile was maar handmatig voortbewogen.

Voor wat we wel of niet met de computer in het klaslokaal aanmoeten kunnen we ons het best laten raden door de onderwijskrachten zelf. ,,Ik heb zojuist uw verhaal met de titel 'Computeronderwijs' gelezen; prima stuk'', schrijft leraar C.M.M. Verpaalen haastig. ,,Als de door het vorige kabinet toegezegde computers in de toekomst binnen de schoolmuren verschijnen, kunnen de leerlingen op school de digitale snelweg op. Daarvoor zullen ze wel moeten betalen. Ik heb zo'n vermoeden dat de kinderen uit een kansarm milieu voornamelijk op afstand mee mogen kijken.'' Dat geldt niet zozeer het onderwijs, als wel de wijze waarop vervolgens thuis op het computeronderwijs wordt ingespeeld. Inderdaad kan een internet-aansluiting handenvol geld kosten, zeker als scholieren de aansluiting van hun ouders aanwenden om er urenlang Quake op te spelen.

,,Ik ga weer snel verder met de arbeid'', besluit Verpaalen, ,,het docentenleven is er met al die vernieuwingen niet rustiger op geworden.'' Uiteraard kan dankzij de Internet-aansluiting thuis door kinderen óók een hoop nuttige kennis worden opgedaan. Als zo'n ding er niet staat, blijven ze daarvan verstoken. Zo wordt met de opmars van de computer het motto van Den Uyl - spreiding van kennis, macht en inkomen - nieuw leven ingeblazen.

N.B.: De curieuze vervolging van Waterlooplein-koopman Bob de Kater voor het aanbieden van 'Mein Kampf' van Adolf Hitler heeft een voorlopig einde gevonden. In een eerder stukje betoogde ik hoe achterhaald het lokale rechtssysteem is bij het proberen te verbieden van publikaties die te kust en te keur op Internet en in bibliotheken te vinden zijn. De Amsterdamse rechtbank zag van rechtsvervolging af, maar liet het boek wel verbeurd verklaren: het verkopen van dit boek is nu eenmaal verboden. De Kater vindt dit onzin, sprak hij tot de Amsterdamse tv-zender AT5, want het boek moet juist wel te raadplegen zijn vanwege zijn bedenkelijke inhoud. Hij gaat in hoger beroep.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)