C O L U M N S
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
DE DRAAD
JL HELDRING
|
21 oktober 1998 informatietijdperk (2)
Ook 'networking' is volgens Castell een belangrijk kenmerk van de informatiemaatschappij: individuen, bedrijven, media en lokale overheden klonteren samen met multinationale organisaties; tezamen vormen zij volgens de socioloog de 'network state', een nieuwe, flexibele en als netwerk georganiseerde gemeenschapsvorm. Er is geen centraal gezag meer en men kan zich niet meer identificeren met één politieke of economische macht. De globalisering door electronische netwerken heeft volgens Castells tot gevolg dat alles wat in de mondiale machtscentra, de 'spaces of flows', als waardevol wordt beschouwd - mensen, landen, economische sectoren, bedrijven, etcetera - met elkaar wordt verbonden; wat waardeloos is of als zodanig wordt beoordeeld, krijgt geen verbinding. Hierdoor ontstaat op onze planeet enerzijds een hecht verknoopte, economisch waardevolle kern en een toenemend aantal losgeraakte segmenten: mensen, gebieden en economieën die worden gemarginaliseerd, want irrelevant zijn volgens de logica van dit systeem. Castells ziet een kloof ontstaan tussen wat hij de 'vierde' en de 'eerste wereld' noemt. Het gaat straks om de vraag of je wel of niet aan de huidige samenleving deelneemt; ben je 'in', of on line, dan leid je een onzeker maar welstandig leven, lig je er 'uit' dan is je levensstandaard ongeveer gelijk aan die van mensen in Derde Wereld-landen. Door deze ontwikkelingen zijn bepaalde mensen in de westerse samenleving, voor het eerst in de geschiedenis, volstrekt irrelevant: ze produceren niets en zijn, door hun armoede, waardeloos: als consument en, door het wegvallen van grote mondiale machtsblokken, als politieke factor. Dit door het systeem afschrijven van grote bevolkingsgroepen is anders dan de relatie uitgebuitene-uitbuiter in de feodale samenleving, betoogde zondag Castells. Toen bestond er, hoe pijnlijk ook, in elk geval nog een afhankelijkheidsrelatie tussen baas en knecht. De te exploiteren ondergeschikte is nu niet meer nodig, want on line achter de computer werken gaat uitstekend zonder die outcasts. Voor de verstotenen bestaat volgens Castells geen vijand meer, waarin behalve tragiek ook een gevaar schuilt. De slachtoffers voelen zich overbodig en onder deze 'staatverlaters' (H.J.A. Hofland) groeit een explosieve atmosfeer. Maar ook voor degenen die wél deelnemen en on line zijn is het leven niet onverdeeld gelukkig. Ondanks dat de nieuwe technologie een groot beroep doet op de creativiteit en het verstand, wordt de deelnemer aan het informatietijdperk dermate ondergedompeld in de maalstroom, dat hij het zicht op de betekenis van zijn persoonlijke leven verliest. Hij weet niet meer hoe de buitenwereld eruit ziet en hoe we ons daarmee moeten verzoenen. In materieel opzicht is er vooruitgang, maar moreel gaat het niet goed met de burger in het volle leven van de volgende eeuw. ,,We worden steeds beter in een maatschappij die steeds slechter wordt.'' Er broeit volgens Castells iets dat met revoluties van weleer niets uitstaande heeft. Maar uitbarsten zál het. ,,De grens tussen persoonlijk welbevinden en sociale vervreemding zal op een gegeven moment onhoudbaar worden.'' 'The information Age' is al vergeleken met 'The Ends of the Earth' van Felix Kaplan, ook zo'n veelomspannend doemscenario voor het fin-de-siècle, en met het veelgeciteerde ('global village') werk van Marshall McLuhan. Is de socioloog de zoveelste somberaar in spannende maar ongewisse tijden, of snijden Castells voorspellingen wel degelijk hout? Reacties graag naar het e-mail-adres linksboven.
|
Bovenkant pagina |