C O L U M N S
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
DE DRAAD
JL HELDRING
|
19 oktober 1998 Het informatietijdperk
Een week later verscheen op de televisie, in het programma De Nieuwe Wereld van de VPRO, de illustratie van het Wereldbank-rapport, gegroepeerd rond uitspraken van Manuel Castells. Deze van oorsprong Spaanse socioloog publiceerde in de afgelopen twee jaar het standaardwerk 'The Information Age, Economy, Society and Culture'. Het boek omvat drie delen: 'The Rise of the Network Society'; 'The Power of Identity' en 'End of Millennium'. Voor de VPRO-camera stond hij voor de ondankbare taak zijn 1500 pagina's samen te vatten. Castells betoogde dat in onze huidige 'netwerkmaatschappij' de dominante processen plaatsvinden in de 'space of flows' van geld, media, politiek en cultuur: van wat hier door de grootmachten wordt besloten en uitgedokterd, wordt ons bestaan meer en meer afhankelijk. Hij plaatst deze groeiende invloedssfeer van een betrekkelijk kleine groep 'beslissers' tegenover familie, vrienden, beminden en buurtgenoten, de territoriale of lokale verbanden waardoor traditioneel onze identiteit werd bepaald. Naarmate het individu zich meer moet overleveren aan die wereldwijde economische, politieke en mediamachten, aldus Castells, voelt hij zich steeds machtelozer. Velen zoeken in reactie daarop aansluiting bij 'primaire identiteiten' als religieuze of etnische stromingen. Zo ontstaat naast de arm-rijk tegenstelling in de theorie van de socioloog een nieuwe kloof: tussen degenen die opgaan in de mondiale machtsstromen en het verlies van cultuur, identiteit en democratische aansprakelijkheid voor lief nemen, en degenen die zich in hun culturele gemeenschappen terugtrekken en op zoek gaan naar hun 'ware' identiteit en zingeving. Dat een - relatief kleine - groep wereldburgers in de 'space of flows' tweederde van de rijkdom en alle technologische macht controleert, baarde de socioloog zorgen, evenals het feit dat deze uitverkorenen zich afsluiten van de problemen in de rest van de wereld. Oude maatschappelijke instituties verzwakken ernstig want ze zijn niet in staat de internationale machts- en geldstromen te beteugelen, noch om de veelheid van nieuwe gedaanten te vertegenwoordigen waarin uiteenlopende gemeenschappen zich tonen. De Grote Crisis die Castells voorziet heeft te maken met de onbestuurbaarheid van oude politieke instellingen. De aanstormende crisis hangt ook samen met de mondiale machtsstromen en met de individualisering die de gemeenschapszin en de legitimiteit van het burgerschap ondermijnt. Het gevolg daarvan is dat voor de traditionele samenleving een hoeveelheid niet-natiegebonden stammen in de plaats komt. Aldus zou een wereld ontstaan die wordt gekenmerkt door globalisering èn tribalisering. Castells ziet nog een beweging, tegenovergesteld aan die tijdens de industriële revolutie: toen verruilden boeren en ambachtslieden hun individuele, onbeschermde werk voor het grotere verband van fabriek, bedrijf of bestuur; in het informatietijdperk worden die grote bedrijven ontmanteld en de werknemers weer gedwongen voor hun individuele belang op te komen. Zie de flexwerkers en contractemployées, die het einde inluiden van een tijdperk van zekerheid en voorspelbaarheid; niet alleen in arbeid, economie en politiek, maar ook in het privéleven - neem alleen al het huwelijk dat steeds minder geldt als een engagement voor het leven. Dit 'circuleren', voorspelt de socioloog, gaat van uitzondering regel worden. Een boeiend betoog, al is het niet gespeend van enig neo-marxistisch sentiment. Castells heeft dan ook, als banneling uit het Spanje van Franco, zijn wortels in de Parijse studentenbeweging van de late jaren zestig, waar hij als 24-jarige professor aan Daniel Cohn-Bendit college gaf. Deze gegevens ontleen ik aan een bewonderende bespreking van Castells trilogie door Cliff Barney (www.rewired.com/98/0126.html), waarin wordt vastgesteld: ,,The Infobahn has its own little cottage industry of prophecy and publication, but not until Castells's books has there been such a comprehensive study of the mechanisms of the information economy and their worldwide social consequences.'' (wordt vervolgd)
|
Bovenkant pagina |