C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N


2 oktober 1998

Battle of the Giants:
Variété (3)


Het moet ongeveer een jaar voor zijn dood zijn geweest, dat ik op een zondagochtend bij Wim Klein aanbelde om samen op bezoek te gaan bij John Massis. De walm die hij verspreidde, vertelde het rekenwonder in de passagiersstoel met jongensachtige trots, was te verklaren uit de rekentrucs en weddenschappen waarmee hij gisteravond talloze borrels had verdiend. Na sluiting van stamcafé Drukwerk was hij nog even 'naar het Centraal Station' geweest. Van wat hij daarmee bedoelde maakte ik mij maar liever geen voorstelling.

De krachtpatser woonde in het soort onooglijke plaatsjes met een wildgroei aan bebouwing, waarvan het Vlaamse platteland er talloze kent. Nadat wij hadden aangebeld, verscheen in de deuropening een kleine, grijze vrouwengestalte, die, alvorens ons te verwelkomen, haar handen afveegde aan een bloemetjesschort. Ze ging ons voor, door een lange gang naar de vertrekken van haar zoon Wilfried Morbée - de naam waaronder Massis bij de burgerlijke stand stond ingeschreven.

Een handdruk van 'De Sterkste Man van Europa' betekende een oefening in zelfbeheersing: ondanks de pijn door de samengeknepen gewrichten diende het gelaat in een vriendelijke plooi te worden gehouden. De ruimte waarin Massis dagelijks verbleef was een in de loop der tijden achter het stenen huisje bijgebouwde verzameling serres en schuurtjes. In dit doolhof had de krachtpatser in kasten en stellingen een enorme hoeveelheid kranten, tijdschriften en boeken opgetast - allemaal teksten en afbeeldingen uit de rijke historie van het variété.

Er kwamen flessen abdijbier op tafel, er werden sigaretten opgestoken en de strijd om de aandacht van de verslaggever - moeder Morbée had zich in het stenen huis teruggetrokken - kon ontbranden. Ondanks mijn pogingen het tumult te kanaliseren naar een gesprek over zoiets als variété-in-wezen-en-tijd, registreerde de radiomicrofoon een absurdistische dialoog - waarbij de volumeknop steeds naar beneden moest worden bijgesteld. Behalve dat in het gesprek geen enkel logisch verband te brengen was, ontging mij de portee van beider betoog, eenvoudig omdat het niet was te verstaan: Klein niet doordat zijn lispel crescendo tot evenredig grote vervorming leidde, Massis niet omdat hij, naarmate het onderwerp hem meer aan het hart ging, vaker verviel in een Vlaams dialect.

Na een half uur werd ik, door de binnenkomst van een jonge vrouw, verlost uit het beleefdheidshalve de microfoon tussen beide Guinnessboek-recordhouders heen en weer bewegen. Schielijk borg ik de apparatuur op en schudde de hand van Massis' vriendin, een kleine, tengere Vlaamse die bijna in het niet viel bij de ontzagwekkende krachtpatser. Voor zover ik kon opmaken ging nu het gesprek over de liefde en wat die vermocht voor de gebonden dan wel de alleenstaande mens. Wim Klein, eerst fel de levenswandel der zelfstandigen verdedigend, bekende uiteindelijk een 'vaste verkering' te verkiezen.

Geruime tijd nadat ik ons vertrek had aangekondigd, aanvaardden we de thuisreis. In de tussentijd vertolkte John Massis enkele malen zijn favoriete schlager door het op een oude pick-up gedraaide origineel te overschreeuwen, werden de glazen nog driemaal volgeschonken en liet Wim Klein zich kraaiend van de pret op de schouders van zijn vriend de labyrintische uitbouw doorhossen.

Als gezworen kameraden namen wij afscheid. Het rekenwonder viel nog voor we de snelweg hadden bereikt in een diepe slaap.

(Wordt vervolgd)

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)