C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N


17 september 1998

Sociaal netwerken


Onderzoek naar Internet-gebruik geeft vaak verrassende resultaten. Volgens het computerblad PCM zit meer dan de helft (54 procent) van de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder thuis achter de computer. Een op de drie heeft toegang tot het World Wide Web, waaruit volgens het bericht in het AD van vanmorgen mag worden geconcludeerd dat bijna twee miljoen mensen vanuit huis het Internet op gaan.

Het sociale leven van die twee miljoen mensen, zo blijkt uit het onderzoek, lijdt wel onder al dat Internetten - een bevinding die ook werd gedaan in het veelbesproken onderzoek van de Carnegie Mellon University. Surfen op het Internet gaat in het door bureau Trendbox ingestelde onderzoek bij ruim tweederde van die groep ten koste van televisiekijken, het lezen van tijdschriften, het luisteren naar de radio, het gezinsleven en het klussen.

In de beginjaren van de televisie werd ook gewaarschuwd voor de negatieve uitwerking die het medium zou hebben op de sociale en gezinscontacten. Zoals uit eerder onderzoek is gebleken dat er 's avonds aanzienlijk minder wordt voorgelezen, gesjoelbakt en geganzebord dan in de vroege jaren vijftig, zo blijkt nu dat het televisiekijken ernstig lijdt onder de aantrekkingskracht van het computerscherm. Waarmee televisiekijken in het Internet-tijdperk ineens is gepromoveerd tot een buitengewoon sociale bezigheid.

Het beeld van de eenzame, in zichzelf gekeerde Internet-zombie is natuurlijk een karikatuur, zoals ook dat van de louter pils en chips nuttigende televisieverdwaasde die uitsluitend zijn stoel nog uitkomt om een plas te doen. Internet kan wel degelijk een sociale bezigheid zijn, lieten verschillende lezers mij weten in reactie op stukjes waarin ik mij kritisch over het nieuwe medium uitliet.

Hartpatiënt Arent Vis kan zich zelfs een leven zonder Internet niet meer voorstellen. ,,Bepaalde types hartziekten maken het mensen onmogelijk om op een normale manier sociale contacten te onderhouden'', schrijft hij. ,,Mensen hebben domweg de energie niet om live op bezoek te gaan of om een avond lang verhalen aan te horen. Dan is e-mail een uitkomst: je hoeft er niet voor de deur uit en beschikt toch over een volwaardig medium. Een minstens zo belangrijk voordeel is dat je - juist via Internet - medepatiënten kunt vinden. Je bent dan niet meer zo alleen met je ziekte. Hoorde ik daar iemand eenzaamheid zeggen? Geen Internet, dat is pas eenzaam!''

Veel e-mail aan deze rubriek komt uit het buitenland, waar het contact met de krant vaak als een zegen wordt beschouwd. ,,In het verlaten platteland van Turkije heb ik net uw column gelezen'', schrijft Diana Schipper-Elmacioglu. ,,Naast de telefoon en de niet zo best werkende PTT (post) hier is Internet mijn enige informatiebron en communicatie met de buitenwereld.'' Deze lezer wijst mij er vriendelijk op dat, in tegenstelling tot wat ik op Prinsjesdag beweerde, op het adres www.postbus51.nl (weliswaar summiere, ,,zeer gescreende'') informatie over de leden van het Nederlandse koninklijk huis is te vinden.

Eveneens een aardig mailtje ontving ik van Leni Martin van 't Hoff: ,,Dank U wel voor deze 'draad'. Ik woon in de V.S., en vind het zo geweldig om dicht bij m'n landje te voelen. Deze column helpt ook veel. Internet is een prachtig middel om contact te houden.''

Waarvan akte.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)