C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N


2 september 1998

Internet-contacten


Een paar reacties op mijn stukje over het onderzoek van de Carnegie Mellon Universiteit naar de gevoelens van eenzaamheid en depressiviteit die Internet-gebruik zou veroorzaken.

Een van mijn trouwe correspondenten in Los Angeles, Judith van Praag, schrijft dat de gezinsstructuur in de Verenigde Staten kinderen eerder een gevoel van eenzaamheid en treurigheid meegeeft dan die bij ons. Ze zien hun ouders, die vaak beiden werken en soms twee banen hebben, hoogst zelden en vervallen voor hun sociale contacten tot chatrooms en e-mails - waar ze toch nog rijkere contacten opdoen dan thuis.

Een verpletterend beeld, maar niet nieuw: het veelvuldig kijken naar de televisie is ook wel aan een onvervuld verlangen naar affectie toegeschreven. Maar Internet voorziet wel degelijk in een contact-behoefte in een land waar de afstanden eenvoudig te groot zijn om regelmatig bij familie of vrienden op bezoek te gaan, stelt Van Praag. ,,Via Internet contact maken en houden is dan eerder een mogelijkheid om niet te vereenzamen en depressief te worden.''

De veronderstelling dat Internet wordt benut ter bestrijding van eenzaamheid, wordt bevestigd in een artikel dat op 17 januari van dit jaar in onze bijlage Wetenschap en Onderwijs stond. Daarin werd geciteerd uit een onderzoek dat Katelyn McKenna van de Ohio University deed onder deelnemers aan nieuwsgroepen. De onderzoekster stelde vragen die betrekking hadden op de verlegenheid van de deelnemers en op de intimiteit, ernst en 'echtheid' van hun Internet-relaties. Uit de 568 vragenlijsten die werden geretourneerd concludeerde McKenna: Hoe verlegener en eenzamer deze mensen waren, hoe meer ze verklaarden hun 'ware zelf' wel te tonen aan hun Internet-vrienden, maar niet aan de mensen die ze in het dagelijks leven ontmoetten.

Uit het onderzoek rijst een beeld op van Internet als het contactmedium bij uitstek voor in aanleg verlegen, 'sociaal angstige' of eenzame mensen. Ze belden hun Internet-vrienden vaker op, wisselden vaker foto's uit en ontmoetten hen vaker 'in het echt' Het zal u niet verwonderen dat deze mensen eerder een intieme relatie met een Internet-vriend of -vriendin aanknoopten dan degenen die er een rijk sociaal leven op na hielden.

Een 'virtuele' relatie is toch wezenlijk iets anders dan een 'echte', alle inspanningen om in cyberspace de werkelijkheid na te bootsen ten spijt. Een praatje maken in een café is iets geheel anders 'chatten' in een nieuwsgroep, zoals het onderhouden van een echte vriendschap zich wezenlijk onderscheidt van die met een Internet-contact. Tot het aangaan van surrogaat-relaties voelen zij die daar 'in het echt' niet goed in slagen het sterkst aangetrokken. Voor die mensen is Internet een uitkomst: ze leggen hun contacten dan wel via de computer, maar contact hebben ze nu tenminste wèl.

Die gevoelens van eenzaamheid en depressie na een paar uur Internetten ontstaan waarschijnlijk bij degenen die wèl echte, hechte sociale banden hebben. Bij hen knaagt het besef dat zij dáár hun tijd beter aan kunnen besteden: hun vrienden zien, ruiken, aanraken, ermee lachen en op stap gaan, of er een pak suiker van lenen.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)