Column De Draad

Tom Rooduijn is met vakantie. De eerste drie weken van augustus zal Jeroen van Bergeijk ( jvb@ziplink.net)dagelijks een column over Internet schrijven.

De Burger King op de hoek van Broadway en John Street in het hartje van New Yorks financiële district denkt meer hamburgers te kunnen verkopen met: jawel, Internet. Bij aanschaf van een 'value meal' à $ 4,99 krijg je 20 minuten Internet cadeau. Van het 'Internet @ Burger King' aanbod wordt dankbaar gebruik gemaakt: tegen de tijd dat je aan de beurt bent heb je al drie Whoppers naar binnen kunnen werken. Gezien de forse toeloop lijkt de ,,eerste cyber hamburger joint ter wereld" een beter lot beschoren dan het zieltogende Internetcafé.

Internetcafés zijn er in New York in alle soorten en maten, maar de meeste houden het niet langer dan een half jaar uit. Dat komt doordat het Internetcafé op een denkfout berust. Internetten is niet perse een eenzame gebeurtenis, maar wel een solitaire. Het is niet iets wat je met het hele gezin doet, zoals tv-kijken of een avondje naar de bioscoop. Vandaar dat het nooit gezellig is in een Internetcafé: iedereen zit stilletjes naar zijn eigen beeldscherm te staren. Maar mensen gaan niet naar het café om stilletjes te staren. Ze gaan naar het café om andere mensen te ontmoeten. En dat lukt dus niet in een Internetcafé (althans niet in 'real life') Tel daarbij op dat - wil hij uit de kosten komen - de exploitant van een Internetcafé al snel 10 dollar voor een half uur Internetten moet vragen en het is duidelijk dat het ene na het andere etablissement op de fles gaat.

Het enige Internetcafé waar ik met plezier kom heet alt.coffee in The East Village van Manhattan. Anders dan het glimmende meubilair en de 'hightech look' van het doorsnee Internetcafé, lijkt het interieur van alt.coffee van de schroothoop gehaald. Krakkemikkige tafeltjes, doorgezakte stoelen en sofa's geven een huiselijk gevoel - niet in de laatste plaats omdat ook het interieur van menig New Yorks appartement van straat is opgepikt. De koffie is er uitstekend, je kunt er zonder gêne een sigaretje opsteken, maar belangrijker: de computers zijn verbannen naar een achterafkamertje. Het resultaat is dat er in het café altijd een geanimeerde sfeer hangt. Ik vermoed dan ook dat alt.coffee succesvol is ondanks het feit dat het zich een "online coffeehouse", niet dankzij.

Ondertussen zit ik mijn Whopper weg te werken achter een van de twintig gloednieuwe beeldschermen in de kelder van de Broadway Burger King en vraag me af waarom 'Internet @ Burger King' zo'n daverend succes is. Het antwoord dient zich aan als ik eens goed om me heen kijk. De klanten die niet achter een terminal hebben plaatsgenomen, zitten zich verveeld en gehaast vol te proppen. De een zit slurpend aan een cola naar haar nagels te bestuderen, de ander staart kauwend op een frietje naar het plafond. Klanten van Burger King komen niet voor de gezelligheid zoals in een café, ze willen juist zo snel mogelijk weer weg. Tenzij ze afleiding hebben. Vandaar dat er hier zo gretig wordt gesurfd.