C O L U M N S
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
DE DRAAD
HJA HOFLAND
|
Tom Rooduijn is met vakantie. De eerste drie weken van augustus zal Jeroen van Bergeijk (
jvb@ziplink.net)dagelijks een column over Internet schrijven.
Communications Decency Act Revisted
In de rij bij de supermarkt en krantenkiosk vallen de woorden 'embarrassing' en 'disgusting' verrassend vaak. De nationale obsessie met dit 'indecent material' is des te bespottelijker als je bedenkt dat de media het massaal laten afweten in de berichtgeving over de opvolger van de omstreden Communications Decency Act (CDA), de wet die in het digitale tijdperk de Amerikaanse jeugd tegen onzedelijkheden moest beschermen. De CDA werd vorig jaar door de hoogste rechtbank van het land als ongrondwettelijk werd verklaard, maar afgelopen week werd een afgeslankte CDA, door tegenstanders CDA II of Son of CDA betiteld, haast tussen neus en lippen door de Senaat aangenomen. Slechts achterin de kranten was er iets over te vinden. Wat was dat ook al weer, die CDA? Kortweg kwam de controversiële wet er op neer dat wanneer iemand onzedelijk materiaal via het Internet aanbood of verstuurde, hij of zij strafbaar zou kunnen worden gesteld. Het probleem met de wet was dat er geen duidelijke definitie bestond van onzedelijk materiaal. Niet alleen pornografie, maar ook naaktschilderijen, boeken van Henry Miller, een voorlichtingsfolder over AIDS, en ja, waarschijnlijk ook de recente berichtgeving over het seksleven van president Clinton, zouden onder 'onzedelijk materiaal' kunnen worden gerangschikt en het verspreiden ervan als misdaad opgevat. Dat was duidelijk in strijd met de in Amerika hevig gekoesterde vrijheid van meningsuiting. De CDA leek dus een roemloze dood te zijn gestorven, maar afgelopen week werd een nieuwe versie van dezelfde wet zonder veel omhaal door de Senaat aangenomen (de opstellers hadden hem heel slim als amendementen S.1482 en S 1619 bij een andere wet gevoegd). De CDA II is er volgens de opstellers op gericht minderjarigen te beschermen tegen "schadelijk materiaal" op het Net. In concreto betekent dat dat commerciële websites strafbaar zijn wanneer ze onzedelijk materiaal aan minderjarigen aanbieden. Door middel van leeftijdsverifiëring (bijvoorbeeld door het verplicht stellen van het bezit van een creditcard) zouden commerciële pornografische websites zich tegen mogelijke vervolging kunnen indekken. Nu lijkt hier niet zoveel mee mis, maar de kritiek van de tegenstanders luidt wederom dat de bewoordingen waarin de wet is gesteld, te vaag zijn en tot excessen kunnen leiden. Volgens de digitale burgerrechtenbeweging The Electronic Frontier Foundation (EFF) zou bijvoorbeeld een commerciële website als de online boekenverkoper Amazon.com verplicht kunnen worden een omslachtig leeftijdsverifiërings systeem in te stellen als het bedrijf boeken met een erotische inslag zou willen aanbieden. Het gevolg zal zijn dat Amazom.com bepaalde boeken wellicht uit het assortiment zal nemen om juridische problemen te voorkomen. Een net zo kwalijk onderdeel van CDA II is dat elke school en bibliotheek in de Verenigde Staten die geld van de federale overheid ontvangt, verplicht wordt filtersoftware op de Internet computers te installeren om zodoende - wederom - minderjarigen tegen 'schadelijk materiaal' te beschermen. Deze regel biedt een potentieel veel groter gevaar voor de vrijheid van meningsuiting omdat onderzoek heeft aangetoond dat de bestaande filtersoftware bijzonder onnauwkeurig is: grote, volstrekt onschuldige delen van het web worden erdoor ontoegankelijk. Wellicht heeft het gebrek aan ophef in Amerika over deze zorgwekkende ontwikkelingen iets van doen met de verwachting dat de CDA II net als zijn voorganger door de Supreme Court als ongrondwettelijk zal worden verworpen. De EFF heeft in ieder geval al aangekondigd CDA II opnieuw door het hoogste rechtsorgaan te willen laten toetsen. Maar succes is ditmaal beslist niet verzekerd. De opstellers van de wet hebben goed geluisterd naar de kritiek van de Supreme Court op de oorspronkelijke CDA en getracht die in de nieuwe voorstellen te verwerken. Harvard professor Lawrence Lessig en gezaghebbend expert op het gebied van internet wetgeving verklaarde deze week in The New York Times: "Ik denk dat het kantje boord is voor CDA II, en het is heel goed mogelijk dat de Supreme Court deze wet zal handhaven."
|
Bovenkant pagina |