C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N



29 juni 1998

Het lot


Zijn oorlogservaringen waren bepalend voor het latere oeuvre. Al gelden deze woorden voor meer schrijvers van zijn generatie, de 18-jarige Alfred Kossmann werd in de meidagen van 1940 bijzonder ingrijpend met de capitulatie geconfronteerd. Ineens waren vitale onderdelen van zijn biotoop, de stad Rotterdam, door het bombardement weggevaagd.

Kossmann werkte als volontair bij de uitgeverij Nijgh en Van Ditmar, waar hij, ,,wegens volstrekte onbekwaamheid voor het Erasmiaans Gymnasium'', was gaan werken. ,,De uitgeverij was in een klap foetsie, verbrand, evenals de boekwinkel waar ik eerder werkte'', vertelde de schrijver vijf jaar geleden aan Henk Hofland en mij, toen wij hem voor de VPRO-radio interviewden. ,,De directeur van Nijgh, Doeke Zijlstra, werd doodgeschoten toen hij geld voor het personeel ging halen.''

Kort voor hij het gymnasium verliet, had Kossmann in het schoolblad gedebuteerd met een gedicht waarvan hij voor de radio-microfoon de eerste strofe voordroeg:
,,De avond loomt de zwoele straten door,
En waait mijn wijd geopend venster in.
Van al het licht blijft niets meer dan een schim,
Die langs de wanden strijkt in matte gloor.''

De schoolkrant werd destijds gelezen ten huize van Jet Kijzer, een klasgenote wier oom Max voor de oorlog een zekere bekendheid genoot in literaire kring. Kossmann werd, samen met zijn tweelingbroer Ernst, uitgenodigd voor de door Max Kijzer in de late jaren dertig georganiseerde literaire salons waar ook Anna Blaman kwam. ,,Het joods-Amsterdamse milieu van Max en zijn broer was ons volkomen vreemd - en daardoor erg interessant'' vertelde Kossmann. ,,Hij had in 1936 een bundel met obscene gedichten gepubliceerd, 'Honderd Kwatrijnen', die wij prachtig vonden.'' Hij citeerde weer uit het hoofd:
,,Mijn bed heeft naar de kattepis gestonken,
Mijn denken is na lang geleen verzonken,
Mijn naakte lief geurde naar jasmijn,
Gelukkig ben ik iedere avond dronken.''

Kossmann herinnerde zich dat Max Kijzer tijdens een wandeling op het Beursplein tegen hem zei: ,,Ik heb niet eens meer een rijksdaalder om naar de hoeren te gaan.'' Over zijn roman 'Sigarenfabriek José Alvarez' uit 1939 zei Kijzer: ,,Heb ik een roman geschreven over het erotische en seksuele leven van beestmensen, heeft de uitgever erin geschrapt en is er een zakenroman overgebleven.''

Over het bombardement dat de tastbaarheid van zijn herinneringen wegnam, vertelde Kossmann: ,,Oorlog bestond, je wist dat het er was geweest en het weer zou komen. Maar dat het in je eigen stad zou gebeuren, was iets waar je eigen fantasie eenvoudig niet aan toe kwam. Het was een hele zware verdoving. Twee dagen na het bombardement wandelde ik met een vriend door de stad en stonden wij stil bij alle gaten en de gebouwen die er stonden.''

Wat hij later misschien nog meer betreurde dan de verdwenen gebouwen, was het verdwenen archief van uitgeverij Nijgh en Van Ditmar waarin hij zoveel uren lezend had doorgebracht. ,,Ik had daar niet veel te doen, dus zat ik vaak in dat prachtige archief in de correspondentie te lezen van mensen als Ter Braak en Slauerhoff. Fascinerende lectuur voor een literair geïnteresseerde jongen van 16. Had ik toen maar wat gestolen, maar helaas, ik was te braaf.''

Via antiquariaat Brill te Leiden belandde Kossmann in 1941 bij een door Tine van Buul opgezette boekwinkel aan de Goudse Singel. ,,Tot op dat moment was ik niet persoonlijk met essentiële keuzes geconfronteerd. De antiquaar verkocht met het grootste gemak oriëntalia voor enorm veel geld aan Duitse bibliotheken en ik vroeg mij af: is dit nu collaboratie of gewone handel? Gelukkig hoefde ik daarin geen beslissing te nemen.''

In die betrekkelijke zorgeloosheid kwam verandering toen hij in 1943 een oproep ontving om zich voor de Arbeitseinsatz te melden. ,,Tine van Buul kende een methode om meteen te worden afgekeurd: je handen insmeren met caustic soda, dat gaf een prachtig schijn-eczeem. Mijn arme moeder heeft mij daar nog bij geholpen. Het was pijnlijk, ik zag er werkelijk verschrikkelijk uit. Een bevriende huidarts heeft er nog een alarmerend attest bij geschreven. Maar ik werd gewoon goedgekeurd, door een foute klerk in een witte jas. Na een week onderduiken werd ik opgepakt, in mijn ouderlijk huis.''

Het leidde tot een cruciaal inzicht - dat zijn weerslag vond in het werk van de schrijver. ,,Die beoordelingsfout'', zei hij, ,,is bepalend geweest voor mijn visie op de wereld. Je doet het verkeerde, per ongeluk. Het lot heb je niet in eigen hand. Dat is een somber beeld.''

Alfred Kossmann overleed afgelopen zaterdag te Amsterdam op 76-jarige leeftijd. Max Kijzer werd op 23 oktober 1942 vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd en stierf op 31 maart 1944.


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)