C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N



20 mei 1998

Homo Mobilans


De jaren negentig zullen de geschiedenis ingaan als de periode van de 'mobiele revolutie', die het straatbeeld in veel landen ingrijpend veranderde. Een poging tot een definitie. Homo Mobilans communiceert al lopend, rijdend, fietsend, skatend of zich in een hoekje afzonderend; we horen zijn woorden, zien zijn motoriek en mimiek, maar ze zijn bestemd voor een ons onbekende gesprekspartner. Homo Mobilans is niet zo in zichzelf gekeerd als de walkman-luisteraar, maar even ongegeneerd. Het gebonk en geruis uit het koptelefoontje is aanzienlijk minder opdringerig dan de piepen, trillers of melodietjes voortbrengende GSM, waarin vervolgens de helft van een conversatie wordt getoeterd.

Hoe komt het dat de mobiele telefonie in zo'n enorme behoefte blijkt te voorzien? Stagneerden zakelijke, huishoudelijke en vriendschappelijke relaties in het pre-mobiele tijdperk door een gebrek aan bereikbaarheid? En zo ja: is de mobiele telefonie dan een verrijking van het zakelijk en intermenselijk bestaan? Wie in een openbare ruimte oorgetuige is geweest van een mobiel telefoongesprek (en wie is dat niet?) weet wel beter.

Op het terras van de strandtent:
- ,,Als je naar binnen gaat is het inenen pikkedonker...''
- ,,Ja, ontstoken ogen, heb ik niet, moet je voor oppassen...''
- ,,Els heeft heel gevoelige ogen...''
- ,,Nee, factor twaalf. Ook op m'n armen...
- ,,Ik moet wat aan. Moet toch plassen. Straks naar toilet...''
- ,,Daar is het dan inenen hardstikke donker...''
(etcetera)

Op het vliegveld:
- ,,We lopen nu naar het busje...''
- ,,Het busje gaat nu rijden...''
- ,,Nee, schat, ben ik niet vergeten...''
- ,,We komen nu aan bij het vliegtuig...''
- ,,Nu stap ik de trap op van het vliegtuig...''
- ,,Ik moet nu afhaken, want hier mag je niet bellen...''

Intermenselijke communicatie, leert de ervaring, ontstijgt in negentig procent van de gevallen niet het niveau van het boodschappenlijstje; bij mobiele telefonie ligt dat percentage zo mogelijk nog hoger. Er wordt niet beter of efficiënter gebabbeld, door de mobiliteit wordt er alleen nog maar méér gebabbeld.

Na de noodkreten van de hongerige Tamagotchi rukken nu in het klaslokaal de deuntjes van de zaktelefoon op. In De Volkskrant stond maandag een stukje over 'Portables' van Rebecca Maart, een scholiere die wekelijks over het schoolleven bericht.

,,De telefoon is onze steun en toeverlaat'', schrijft Rebecca Maart. ,,Per telefoon kunnen we huiswerk maken, roddelen en praten over onze reis naar Duitsland, die over twee weken begint.'' Het verschijnsel is op school zo nieuw, dat de leerkrachten er nog geen adequate reactie op hebben. ,,De eerste keer dat zo'n telefoon in de klas belt, kan de leraar het eigenlijk niet geloven.'' De overheersende houding van het lerarencorps is er een van 'gruwel', schrijft Rebecca Maart.

Behalve voor voornoemde activiteiten, wordt de zaktelefoon voor een soort rollenspel aangewend, schrijft Maart. ,,Portable-bezitters doen ook soms de scène uit de film 'Clueless' na, waarbij de hoofdpersonen elkaar in school opbellen en elkaar al telefonerend ontmoeten, hun telefoons opbergen en het gesprek gewoon voortzetten.''

Ook in Paramaribo, Moskou, Belgrado en Boekarest - om maar een paar zijstraten te noemen - veranderde de draagbare telefoon het sociale leven ingrijpend. Die conclusie trekken de 'stadsreferenten' in de serie 'Stadslezen' van de Digitale Stad, die sinds gisteren in het teken staat van 'De Stad als Mobiel Web' (http://www.dds.nl/stadslezen). Iwan Brave concludeert vanuit Paramaribo dat de 'cellulair' niet meer is voorbehouden aan de 'nieuwe rijken'. Zijn taxichauffeur, die zojuist aan zijn vrouw heeft doorgegeven dat 'die rode broek met rits' versteld moet worden, beweert dat tegenwoordig 'iedereen' er een heeft.

In Roemenië, schrijft Dennis van der Veur uit Boekarest, staat de zaktelefoon voor 'status, aanzien en identiteit', ,,en status compenseert vooral datgene wat veel Roemenen niet hebben, zoals werk, geld en brood op de plank. Ik denk wel eens dat een aantal Roemeense vrienden van mij liever een mobiele telefoon heeft dan een warm bord eten.'' Behalve de mobiele telefoon als statussymbool is er nog een parallel tussen de bijdragen van de verschillende 'stadsreferenten': de deplorabele technische toestand van mobiele telefoonnetwerken. ,,Om iemand aan de lijn te krijgen moet je zeker vier keer draaien'', schrijft Adrienne van Heteren uit Belgrado. ,,Vaak krijg je nadat je het juiste nummer hebt gedraaid totaal iemand anders aan de lijn, of je pakt de hoorn van de haak om te gaan bellen en je zit al midden in een gesprek van twee andere babbelaars.''

Dat roept het beeld op van een Homo Mobilans die, hulpeloos tierend en de toesten indrukkend, na een onbekende te hebben uitgekafferd ten slotte zijn statussymbool woedend tegen het wegdek werpt.


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)