C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N



20 april 1998

De computerkeuze (1 & 2)


In de tijd dat een krant nog werd gezet uit loden letters, kende men ter zetterij de uitdrukking ,,in pastei vallen''.

Dat stond voor het gevreesde door elkaar raken van het zetsel, waardoor de tekst onleesbaar werd. De kopij voor deze rubriek van afgelopen donderdag en vrijdag is op elektronische wijze 'in pastei gevallen'. Bij het doorzenden vanuit Frankrijk zijn zinsneden en soms hele alinea's weggevallen. De ironie wil dat dit uitgerekend twee stukjes overkwam die de kwaliteit van de computer en het besturingssysteem behandelden. Hieronder de goede versie, met excuses voor het ongemak. Morgen een greep uit de reacties, die desondanks binnenkwamen.

Het apparaat waarop u dit leest begint steeds meer een gewoon gebruiksvoorwerp te worden. Een nieuw Nederlands computerblad adverteert al een paar weken met slogans waarmee 'digibeten' worden aangesproken; het zou het eerste computerblad zijn dat ook leesbaar is voor niet-ingewijden. Ook in de advertenties voor de jongste multimedia-apparaten krijgt het gebruiksgemak nadrukkelijk de aandacht. Een verse categorie computerklanten wordt aangesproken met de boodschap dat de zegeningen van het digitale tijdperk nu echt iedereen deelachtig kunnen worden. De nieuwe computergebruiker betreedt meestal ook voor het eerst het Internet. In Nederland bereikt het aantal huishoudens met een aansluiting de 15 procent, een percentage dat als een magische grens wordt beschouwd; is die eenmaal doorbroken, dan waaiert Internet, zo zouden eerdere technische innovaties hebben geleerd, in hoog tempo uit naar een groot publiek. Sinds de ingewikkelde codes van de eerste ms-dos-apparaten is het bedieningsgemak van de computer aanzienlijk verbeterd. Uit de populariteit van Internet bij ouderen valt op te maken dat men ook laat kan 'instappen' en niet meer met de computer hoeft te zijn opgegroeid. Maar vinden óók de ouders en grootouders die voor de programmering van hun tv-kanalen nog altijd de hulp van kind of kleinkind moeten inroepen, nu moeiteloos hun weg in cyberspace? Waarschijnlijk niet. Voordat de bediening van de computer even gemakkelijk is als die van een radio of cassetterecorder, moet nog een lange weg worden afgelegd. Al heb ik niet de geringste neiging 'onder de motorkap' van een computer te kijken, vergelijken doe ik wel. Lange tijd werkte ik met veel meer genoegen op een Macintosh dan op een pc. De eenvoud en overzichtelijkheid van het Mac-besturingssysteem vond ik groter, het ontwerp gebruikersvriendelijker en de bedrijfsaanpak sympathieker. Maar het computerleven werd de Mac-gebruiker door Microsoft langzaam maar zeker onmogelijk gemaakt. Software was steeds minder vaak voor de Mac beschikbaar. Thuis boodschappen bestellen bij Albert Heijn is er voor de Mac-gebruiker niet bij, het overgrote deel van de cd-roms kan hij niet spelen. De aanschaf van een pc was onvermijdelijk geworden. Microsoft heeft onmiskenbaar een aantal gemaksbevorderende elementen van het Mac-systeem overgenomen: de iconen, het bureaublad, de bewaarmappen. Windows komt op de Mac-gebruiker in eerste instantie over als een wat priegelige, geheimzinnige versie van zijn vertrouwde systeem. Maar wie er langer mee werkt, gaat onherroepelijk voor de bijl. Windows heeft een helderder organisatie, de verschillende functies zijn beter 'over elkaar' te gebruiken; je zet het document waarin je bezig bent even 'in de wacht' om, desgewenst 'split screen', je bestanden te bekijken en onderdelen te verplaatsen. Bij de Mac werk in het ene bestand of programma, òf in het andere. Windows heeft, kortom, een betere basisstructuur. Het lijkt of Microsoft is doorgegaan, waar Macintosh is gestopt.

In het paasnummer van HP/De Tijd (10 april 1998) bekreunen twee columnisten en verstokte Mac-gebruikers zich onafhankelijk van elkaar over de pc met Windows waaraan zij zich noodgedwongen overleverden. Jan Zandbergen gooit het over de boeg van de vele extra's die je moet kopen, alvorens de pc operabel te maken: een snellere videokaart, een betere geluidskaart en een adapterkaart voor een SCI-aansluiting. Dan kan je maar beter meteen de nieuwe Mac G3 kopen, stelt hij in zijn rubriek 'http://'. Hij vergeet te vermelden voor welke - peperdure - moeilijkheden de aspirant-ISDN-gebruiker met zijn Macintosh komt te staan, omdat PTT-Telecom Macintosh niet ondersteunt en de monteurs van dat bedrijf er niks van (willen) weten. Zandbergen stelt dat ook 'softwarematig' de nieuwe Windows-pc 'niet denderend in elkaar' zit. ,,Zomaar een programma weggooien is er niet bij'', schrijft hij.

,,Probeer dat wereldbolletje met de titel 'Internet' maar eens weg te gooien. Lukt niet. Het wereldbolletje is een zogenoemd OLE-object en brengt je naar de browser van Microsoft. Weggooien is niet toegestaan. Dacht je misschien dat je de baas was over je eigen pc? Verkeerd gedacht.'' Ben je pas de baas over je pc als je alles moeiteloos kunt weggooien? Ik ben juist blij als programmatuur dermate beveiligd is dat het niet door achteloosheid verloren kan gaan. Op mijn pc heb ik nooit problemen gehad met het laten overschrijven van een oud programma door een nieuwe versie. De behoefte om een heel programma weg te gooien heb ik niet (ook niet op de Mac, overigens), maar het lijkt mij sterk dat dat niet zou kunnen. Zandbergen heeft gelijk als hij constateert dat de klantenbinding van Microsoft ver gaat: wie eenmaal met Windows en het daaraan gekoppelde Internet Explorer werkt, bevindt zich in de ijzeren greep van Bill Gates. Natuurlijk is het plezieriger om je te kunnen ontworstelen aan dat monopolie - en met afwijkende programmatuur toch op een pc te werken. Juridisch zijn in de Verenigde Staten tegen die monopolievorming al successen geboekt. Windows laat zich met Netscape al uitstekend combineren, het Macintosh-pact met Windows stemt ook verwachtingsvol over de toekomstige compatibiliteit van beide systemen. Het valt te betreuren dat de keuzemogelijkheden zo beperkt zijn, maar zo beroerd als Zandbergen het beschrijft is het meest gebruikte besturingssysteem van dit moment ook weer niet.

Het verzet tegen de dominantie van Microsoft gaat gepaard met een soort jaren- zestig-rebellie: in het geweer tegen het grootkapitaal, sympathie voor de underdog. Alsof Macintosh een idealistisch bedrijf is! In het keiharde gevecht om de computer- en de browsermarkt trekt Microsoft op dit moment aan het langste eind. Dat succes wordt naar mijn oordeel gerechtvaardigd door de geleverde kwaliteit. Wie ermee werkt, moet niet zeuren over details. Als je in een Ford rijdt, klaag je ook niet dat daar geen Renault-motor in past. In de systeemmarkt is de keuzemogelijkheid beperkt, maar je bent in elk geval nog zo onafhankelijk dat je je aanschaf kan voorzien van het dashboard van een ander merk en de versnellingsbak van een derde. Jan Zandbergen klaagt ook over de wijze waarop het geluid van de pc moet worden geregeld: in zijn Windows 95 moet je daartoe met de muis naar het regelpaneel 'Multimedia', maar bij Windows Office is er rechtsonder een icoontje van een luidspreker, waarachter een volumebalkje dat geen enkel raadsel kent. Ook heeft Zandbergen klachten over de wijze waarop een bestand op het bureaublad moet worden gekopieerd: ,,Je moet - met de rechter muisknop ingedrukt - het icoon een stukje verslepen. Dan stoppen, en opnieuw de rechter muisknop indrukken. Er verschijnt een twééde contextueel menu, met daarbij de gezochte kopieervoorziening.'' Dat lijkt me nou typisch een snel ingeburgerd computer-weetje, zoals de Mac er ook talloze kent. Het is nooit goed of het deugt niet, dat is ook de indruk die 'Kuit's communicatie corner' in hetzelfde nummer van HP/De Tijd achterlaat. ,,Het is nog niet binnen of het gaat op mijn kosten een beetje internationaal zitten bellen!'', klaagt Jan Kuitenbrouwer. ,,En ik mag niet eens weten naar welk nummer. Kijk, dat zou een Apple-computer nooit doen.'' Nee, dat is de consequentie van het in huis halen van een pc met Windows en een Microsoft-communicatieprogramma.

Maar draai het eens om: je koopt een Macintosh-computer en je moet vervolgens maar uitzoeken hoe en via wie je het contact met de buitenwereld legt. Wat dt niet aan 'honderden guldens' (Zandbergen over zijn pc-perikelen) aan 'probleemschieters' kost! Kuitenbrouwers belangrijkste bezwaar tegen Windows geldt echter de 'MicroSaai'-heid van de pc versus het 'Macleuk' van de Apple: ,,Geen vrolijk openingsakkoord, maar hup, aan het werk, geen funky Fritz the Cat-vuilnisbak die een dikke buik krijgt als je er iets instopt, maar een saai kantoorprullemandje met een eco-correct kringloop-logootje, geen vijftig schermpatroontjes om uit te kiezen maar een handjevol (aanpassingen alleen in zwart-wit), geen knipogen naar Silicon Valley-tycoons (,,Memo to Steve Jobs: You're fired''), alles waar wie dan ook maar enige aanstoot aan zou kunnen nemen is vermeden. De iconen, de help-teksten, de diagrammen, het is allemaal even uitgekiend, even degelijk, even middle-of-the-road en even saai.'' Kuitenbrouwers nostalgie naar de ludieke programmatuur van de pioniers van Macintosh staat haaks op de ontwikkeling van een voor iedereen bruikbaar systeem. De massa die nu aan de computer gaat heeft geen boodschap aan knipogen en geinige vondsten, die realiteit moeten Kuitenbrouwer en Zandbergen onder ogen zien. De computer is een massa-produkt geworden en moet op wereldwijde schaal worden begrepen. Windows moge dan saai zijn, overzichtelijk is dat handjevol schermpatroontjes in elk geval wel. Pas als een doorzichtig basis-platform' is ontstaan, komt de noodzakelijke uitwisselbaarheid van programmatuur in zicht. Laten we hopen dat binnen afzienbare tijd een einde komt aan de gevoelens van hulpeloosheid door niet-compatibele systemen, de woede over het niet te openen attachment of de ergernis van het moeten converteren alvorens een tekst gereed is voor verzending. De enige manier om dat te bereiken is een ook door de grootste computerkluns te begrijpen en te bedienen standaard-systeem. Saai is mij in dit stadium liever dan oorspronkelijkheid. Om terug te komen op de vergelijking met de auto: zoals iedereen met een rijbewijs een auto van welk merk ook kan besturen, zo zou ook iedereen achter elke computer ter wereld zijn werk moeten kunnen doen. Gelukkig hebben ze dat, door de voorgenomen samenwerking en samensmelting van de besturingssystemen van Windows en Mac, in Silicon Valley ook ingezien. Kuitenbrouwer betreurt het dat pc-fabrikanten hun apparatuur in design proberen te gieten, terwijl Apple juist pc-klanten zou proberen te lokken ,,met saaier, banaler design''. Hoe overzichtelijk en rustgevend zou het niet zijn als straks computers, net als auto's, sterk op elkaar lijken en technisch nauwelijks voor elkaar onderdoen.

Windows 98, dat op 25 juni wordt geïntroduceerd, betekent volgens Microsoft het laatste 'traditionele' besturingssysteem; wat daarna komt zal de 'platform'-discussie hoogstwaarschijnlijk doen verstommen. Overigens: Windows Office heeft wel degelijk een 'vrolijk openingsakkoord'.


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)