C O L U M N S
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
DE DRAAD
HJA HOFLAND
|
Medische vraagbaken
Nieuwe, op Internettechnologie gebaseerde initiatieven zouden het wachtleed aanzienlijk kunnen verzachten. Maar het pleidooi van de Nederlandse Zorgfederatie om wachtlijsten voor patiënten 'op Internet of Teletekst' te zetten, geeft al aan dat organisaties in de gezondheidszorg niet goed raad weten met de nieuwe informatietechnologie. Internet zou zich uitstekend lenen voor publikatie van wachtlijsten, vanwege de grote, gemakkelijk en interactief verwerkbare gegevens. Teletekst is daarentegen voor dat doel te beperkt en te eenzijdig toegankelijk. Ondanks de extra subsidies van het ministerie van Volksgezondheid om de wachtlijsten te bekorten, en ondanks de herhaalde aanbevelingen om hiertoe nieuwe media in te schakelen, is nog nauwelijks iets van de grond gekomen. Zo verdeeld en versplinterd als de instellingen in de gezondheidszorg zijn, zo versprokkeld zijn ook de initiatieven voor een elektronische registratie van wachttijdgegevens. Een greep: Hartspecialisten raadplegen het NZI-registratiesysteem voor spoedeisende operaties: waar wordt gewacht, waar is ruimte, waar zijn de middelen? Dit systeem is niet openbaar. Wel worden maandelijks door de 'Federatie Hartezorg', samen met acht hartchirurchische centra, de wachtlijstgegevens van open hartoperaties gepubliceerd in de Telegraaf. In de regio Dordrecht zijn het afgelopen jaar maandelijks door drie ziekenhuizen de wachtlijsten verzameld om inzicht te krijgen in de wachttijden voor een dagbehandeling, opname voor een onderzoek of een operatie. Inmiddels verstrekken de patiëntenorganisaties er standaard de gegevens aan huisartsen, zorgverzekeraars en betrokken patiënten. Ook in Groningen is een soortgelijk, plaatselijk initiatief geweest met betrekking tot heupoperaties. Het Diakonessenziekenhuis in Utrecht is een proefproject begonnen waarbij huisartsen op een website kunnen kijken hoe lang de wachtlijsten van specialisten zijn. Wat ontbreekt is een landelijk initiatief om de wachtlijstproblematiek, uitgesplitst naar regio en naar specialisme, in kaart te brengen. De oorzaak voor het uitblijven daarvan ligt, behalve in de versplinterde gezondheidszorg, waarschijnlijk in de geslotenheid waarmee het medisch handelen als vanouds is omgeven. Doktoren en ziekenhuisdirecties vinden het maar eng om zich permanent geafficheerd te zien met tot op heden vertrouwelijke cijfers en gegevens. Bovendien zou het een verschuiving in de geldstroom - ten faveure van de ziekenhuizen met de kortere wachtlijsten - ten gevolg kunnen hebben. Volgens een rapportage aan minister Borst (Volksgezondheid) door de 'wachtlijstbrigadiers' Roscam Abbing en Kroonen (NRC Handelsblad, 9 maart 1998) zou door een gestandaardiseerde registratie van de wachtlijstgegevens een aanzienlijke bekorting kunnen worden bereikt. Tien procent efficiëntiewinst zou volgens hen al voldoende zijn om de wachtlijsten weg te werken. Openbaarmaking, uniformering en samenwerking zijn de sleutelwoorden voor een gestroomlijnder gezondheidszorg. Tekenend voor de moeizaamheid waarmee dat proces in Nederland kennelijk gepaard gaat, is de opening van de 'Gezondheidslijn' van de Stichting Korrelatie, waarover het NOS-Journaal gisteren berichtte. Om orde te scheppen in de maar liefst 25 duizend verschillende instellingen en organisaties in de gezondheidszorg, heeft Korrelatie een speciaal telefoonnummer (0900-1450) ingesteld voor degenen die door de bomen het medische bos niet meer zien. Deze vraagbaak werd meteen al verrast met de aankondiging van een kort geding door 'De Nationale Gezondheidslijn', een soortgelijk initiatief dat komende zomer van start moet gaan. Een oproep aan de in Nederland woonachtige lezers van deze rubriek: wat zijn uw ervaringen met het wachten op medische onderzoeken en behandelingen? Hoe zou het volgens u efficiënter kunnen? Aan de in het buitenland wonende lezers de vraag: hoe is de medische zorg, en in het bijzonder het wachten op behandeling, in uw gastland geregeld? Kunnen wij daarvan in Nederland iets leren? Uw reacties, waarvoor bij voorbaat dank, graag naar bovenstaand e-mail-adres.
|
Bovenkant pagina |