C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N

De column De Draad verschijnt vijf keer per week.
Reacties naar rooduijn@nrc.nl



26 FEBRUARI 1998

Openbaarheid


Rapporten en gegevens van de overheid konden in het verleden worden opgevraagd door een eerzame onderzoeker, in de krochten van bibliotheken en archieven. Dat stuitte vaak op veel terughoudendheid.

Later, met de Wet openbaarheid van bestuur in de hand, kon de speurder na enig aandringen de gegevens vinden die hem bij zijn onderzoek van pas kwamen. Internet lijkt de kloof te gaan overbruggen tussen die stoffige, ontoegankelijke archieven en de volhardende rapporteur. In Nederland is, alle inspanningen van de ministeries en instituten ten spijt, nog niet veel werk gemaakt van het openbaar maken van documenten die een nieuw licht zouden kunnen werpen op onze politieke en sociale geschiedenis. Gelukkig is er in Amsterdam een instelling, Buro Jansen & Janssen, die zich er al tien jaar op toelegt politie, justitie en inlichtingen- en veiligheidsdiensten te onderzoeken. Het bureau wil door de werkwijze van deze diensten door te lichten ,,een openbaar debat op gang brengen''. J & J onderzoekt en documenteert niet alleen in Nederland de sterke arm, maar kijkt ook naar het werk van dergelijke diensten in het buitenland. De speurders bespied, een interessante doelstelling die al tot vele boekpublicaties en rapporten leidde.

Sinds 1995 maakt J & J gebruik van de mogelijkheden van Internet (www.xs4all.nl/~respub). Publiciteit haalde het bureau door het op het net zetten van het rapport van de commissie-Van Traa over de opsporingsmethoden van politie en justitie. Het Rijksrechercherapport over de CID-Haarlem werd op dezelfde wijze gepubliceerd. J & J willen op deze manier ,,voorkomen dat de discussie blijft steken in de vraag of - en wiens - koppen er moeten rollen'' en iedereen laten kennis nemen van de praktijken van de Nederlandse politie en justitie. Ook is op het net een zwartboek te vinden met 234 klachten over het politieoptreden tijdens de Eurotop in Amsterdam en achtergronden van en informatie over de eind januari in Amsterdam gearresteerde anarchiste Paola Lo Vecchio.

De stelling van J & J dat Internet voor het verspreiden van geheime of anderszins moeilijk toegankelijke informatie ,,ongekende mogelijkheden'' biedt, wordt ongetwijfeld onderschreven door het Amerikaanse National Security Archive zich ten doel alle 'geheime' stukken die de geschiedenis van dat land bepaalden aan het publiek prijs te geven. Dit onafhankelijke, 'niet-gouvernementele' onderzoeksinstituut, gesitueerd in de George Washington Universiteit, verzamelt en verspreidt 'declassified' documenten die worden verkregen dankzij de Amerikaanse Wet openbaarheid van bestuur, de Freedom of Information Act (FOIA).

Onlangs legde dit bureau de hand op een stuk dat een nieuw licht werpt op de Varkensbaai-invasie in 1961. Toen landde een grote groep bannelingen op Cuba om het regime van Castro omver te werpen. Deze desastreus verlopen 'Varkensbaai-operatie', geregisseerd door de Amerikaanse inlichtingendienst CIA, is lang met veel raadselachtigheid omringd. Wat bewoog president Kennedy tot de desperate actie, wie waren er uiteindelijk voor verantwoordelijk en vooral: heeft men zich wel terdege afgevraagd of er een voedingsbodem voor was in het land zelf? Een recente publicatie op Internet van het NSA, waarover wij in de krant van maandag berichtten, geeft antwoord op die vragen.

Het document was zo onthutsend dat de toenmalige directeur van de CIA, John McCone, had bepaald dat alle exemplaren moesten worden vernietigd - behalve het stuk dat hij in een sterke kist in zijn bureau bewaarde. Zevenendertig jaar later is het rapport van Lyman Kirkpatrick, destijds inspecteur-generaal van de CIA, prijsgegeven op (www.seas.gwu.edu/nsarchive). Het stuk is opgesteld in oktober 1961, een half jaar nadat het leger van 1500 verbannen Cubanen poogde met een landing Fidel Castro ten val te brengen. Heerlijke lectuur, want de 150 pagina's met het predikaat 'top secret' bevatten zelfkritiek van een ongekende hardheid over de oorzaak van het gezichtsverlies van de Amerikanen: tweehonderd leden van het commando kwamen om, 1197 anderen werden gevangen genomen. Volgens de inspecteur-generaal beging de CIA in de voorbereiding van de actie ,,fouten van een extreme ernst'': de president werd nergens in gekend, de voorbereidingen waren uitgelekt en het ging de capaciteiten van de CIA ver te boven.

De verantwoordelijken van de CIA voor dit tientallen miljoenen verslindende project hadden het zicht op de realiteit volkomen verloren. En ook, zo blijkt uit het rapport, hadden de ambtenaren geen enkele kennis van Latijns Amerika, ze spraken niet eens Spaans. Hun drijfveer kwam mede voort uit minachting voor de groep bannelingen die vanuit Miami de invasie moest uitvoeren. De CIA dacht dat de actie wel zou slagen vanwege een vereniging met ,,een georganiseerd verzet dat niet bestond''. Geklungel, kortom, waarvoor begrijpelijk geruime tijd een grote schaamte heeft bestaan. Misschien een idee voor het ministerie van Binnenlandse Zaken, om hun site wat aantrekkelijker te maken: open een 'Nationaal Veiligheids Archief' dat zich uitsluitend toelegt op de openbaarmaking van stukken uit de archieven van de Binnenlandse Veiligheids Dienst.


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)