C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


T O M   R O O D U I J N

De column De Draad verschijnt vijf keer per week.
Reacties naar rooduijn@nrc.nl



19 februari 1998

Mediageweld


Welke rol spelen de media in het leven van kinderen over de hele wereld? Die vraag stelde de UNESCO een paar jaar geleden aan Jo Groebel, hoogleraar massacommunicatie te Utrecht. En ook: Waarom raken kinderen gefascineerd door mediageweld? Groebel ging in op het verzoek van UNESCO om een grootschalig onderzoek te doen naar de invloed van televisiegeweld op kinderen.

Er werd contact gezocht met lokale scouting-groepen in 23 landen en vijfduizend 12-jarigen kregen een lijst met zestig vragen voorgelegd. Het onderzoek is het grootste in zijn soort ooit gehouden, voor het eerst maakten ook 'crisisgebieden' (oorlogsgebieden of gebieden met een hoge criminaliteit) deel uit van de steekproef; daar werd onderzocht in hoeverre de gewelddadige omgeving in samenhang met technologische middelen de omgang met agressieve media-uitingen beïnvloedt.

Het alom tegenwoordige tv-geweld , met vijf tot tien agressieve daden per uur, draagt bij aan een wereldwijde agressieve cultuur, concludeert Groebel in zijn rapport, dat vandaag in Parijs wordt gepresenteerd. Geweld wordt door jongeren als belonend ervaren, stelt het onderzoek vast, en bijna de helft van de 12-jarigen is vaak bang. 88 procent van kinderen over de hele wereld kent Arnold Schwartzeneggers 'Terminator', het merendeel ontleent aan film- of tv-helden een voorbeeld om aan moeilijke situaties het hoofd te bieden. Veel kinderen bevinden zich in een agressieve omgeving waarin de werkelijkheid en media-ervaringen de overtuiging ondersteunen dat geweld vanzelfsprekend is.

Uit de interviews met de 12-jarigen blijkt ook dat kinderen gemiddeld drie uur voor de televisie doorbrengen. Media-geweld compenseert in probleemgebieden de frustraties van kinderen, concludeert het rapport, en in welvarender gebieden voorziet het in de behoefte aan sensatie. Vooral de 'gewoonheid' waarmee geweld op televisie systematisch wordt gepresenteerd, baart de onderzoekers zorgen. Het rapport beveelt een publiek debat over mediageweld aan, waaraan politici, pedagogen, tv-producenten, ouders en kinderen moeten deelnemen. Bovendien zou er een gedragscode moeten worden afgesproken, waarmee omroepen en tv- producenten zichzelf controleren op het gebruik van geweld. Het vak 'media-educatie' wordt in het UNESCO-rapport aanbevolen; dat moet leiden tot bewuste en kritische media-gebruikers. Ook wijzen de onderzoekers op nieuwe media als Internet, waarop veel 'riskante' geweldsuitingen zijn te zien.

Televisie domineert het leven van kinderen in alle gebieden waar elektriciteit is. Kinderen besteden ten minste 50 procent meer tijd aan de televisie dan aan elke andere buitenschoolse activiteit. Vooral in gebieden waar veel agressie is, heerst angst onder kinderen. 9 procent heeft minstens een keer het huis moeten ontvluchten, 47 procent zou graag in een ander land wonen en 16 procent zegt dat de meeste mensen in hun omgeving doodgaan door moord. De kijk op de wereld is bij kinderen duidelijk beïnvloed door zowel echte als media-ervaringen. Bijna een derde van de kinderen in de agressie-gebieden gelooft dat de meeste mensen in de wereld slecht zijn, een vijfde denkt dat in de landen zonder gewelddadigheid. Bijna de helft van de kinderen in beide categorieën ziet een grote overeenkomst tussen wat zij waarnemen in de werkelijkheid en wat zij zien op tv. Vooral jongens zouden graag in de risicovolle situaties betrokken willen zijn, zoals zij die van tv-programma's kennen. In landen met een hoge technologische ontwikkeling is de behoefte om het gevaar te zoeken groter. Het brede spectrum aan films, tv-programma's en andere elektronische middelen heeft een behoefte gecreëerd aan fysiologische stimuli, aldus het UNESCO-onderzoek, die worden geactiveerd door agressieve media-uitingen.


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)