C O L U M N S
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
DE DRAAD
HJA HOFLAND
|
T O M R O O D U I J N
De column De Draad verschijnt vijf keer per week.
Webvruchten
Inmiddels is Van Weperen verstokt Internet-gebruiker en schreef hij samen met Yvette Cramer het onlangs bij Addison Wesley verschenen boek 'Het cyberisch feest'. In de inleiding toetst Van Weperen, na een opsomming van de onderwerpen in mijn beschrijving van 'Het digitale dorpsplein', het stuk aan de huidige omgang met het medium. ,,Als ik het krantenartikel nu doorlees, valt me op hoeveel woorden tussen aanhalingstekens zijn geplaatst: 'helpdesk', 'smiley' en 'World Wide Web'. Begrippen die toen nog als idiomatische zonderlingen in de krant werden afgedrukt. Ze waren net zo exotisch als passievruchten op de groentemarkt van Appingedam vijftien jaar geleden. Inmiddels hebben de meeste kranten de woorden geruisloos aan hun woordenschat toegevoegd. Met uitzondering van de regionale kranten, daarin willen die aanhalingstekens nog wel eens opduiken. Waarom toch? Om de lezers te waarschuwen dat er een 'raar' woord volgt? Of omdat het om een modieus woord gaat, dat toch wel zal verdwijnen?'' Nooit heeft een medium in zo'n korte tijd zo'n snelle opmars gemaakt als Internet. De ontwikkeling van de telefonie verhoudt zich in de geschiedenis tot die van Internet als de schildpad tot de haas. Van Weperen trekt een interessante parallel met de - veel tragere - opmars van de namen van uitheemse vruchten en groenten: avocado, mango, passievrucht en courgette zijn nu even gewoon als website, homepage, server en provider. De aanhalingstekens zijn verdwenen, maar het laatste viertal is nog niet te vinden in de Van Dale. De inburgering van het medium heeft zich zo snel voltrokken, lijkt het, dat ook de tijd ontbrak voor een adequate vertaling. Bij een medium dat ontsprong in een woud van neologismen, waarvan de pioniers zich met een geheimzinnig air bedienden, kon de scepsis van de beroepssatiricus niet uitblijven. In zijn nieuwjaarsconférence haalde Freek de Jonge een paar keer smalend uit naar Internet (,,Binnenkort na te lezen op mijn homepage'') - met luide lachsalvo's als resultaat. Ook Youp van 't Hek en Wim T. Schippers (in 'De Nationale Wetenschapsquiz') kregen de lachers op hun hand met relativerende verwijzingen naar Internet. Terughoudendheid tegenover Internet oogst blijkbaar een opluchtend soort plezier; de ban van het moeten meegaan met de hype van deze tijd en de overspannen verwachtingen ervan wordt doorbroken. Conservatisme jegens het nieuwe medium 'mag' - daarin onderscheidt het zich niet van andere modeverschijnselen. Het wachten is op een komedie van Guus Vleugel over de verwikkelingen in een bedrijf dat besluit 'op Internet te gaan'.
|
Bovenkant pagina |