F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
ZUSJE verrast door originele vorm, strakke regie en uitstekend spel Leven met de videocamera als getuigePIETER STEINZNaar geen film is de afgelopen maanden zo uitgekeken als ZUSJE, het speelfilmdebuut van de 31-jarige regisseur Robert Jan Westdijk. Toen de film eind september tijdens het Nederlands Filmfestival voor het eerst werd vertoond, was dat voor een zeer bescheiden publiek. Maar iedereen die ZUSJE zag, was enthousiast. De producenten kregen van de festivaljury het Gouden Kalf voor de beste film, hoofdrolspeelster Kim van Kooten werd ingehaald als de nieuwe Monique van de Ven, en van Trouw tot Telegraaf juichten de critici dat een nieuwe generatie Nederlandse filmmakers was opgestaan. De enige domper op de feestvreugde was dat de bioscooppremière wegens distributieperikelen enige tijd op zich zou laten wachten. Nu, bij de landelijke première bijna vier maanden later, kun je ZUSJE dus onmogelijk nog een verrassing noemen. Dat is jammer, want het is vóór alles een verrassende film. Niet zozeer door het verhaal dat verteld wordt - een jongen en zijn zusje verwerken een obsessieve relatie via de videocamera - maar door de originele vorm, de strakke regie, en het uitstekende spel van de tot voor kort onbekende jonge acteurs. ZUSJE begint met een langgerekte opname van her en der verspreide rommel. Als de camera stilhoudt bij een doos met videobandjes (opschrift 'ZUSJE'), verandert het beeld in 'sneeuw' en volgen de openingstitels. Daarna zijn er alleen nog videobeelden: we kijken mee door de lens van Martijn Zuidewind, een sarcastische, contactgestoorde jongen die na een lang verblijf in het buitenland plotseling met een Video-8-camera bij zijn zuster Daantje op de stoep staat en niet ophoudt haar te filmen - onder het motto: 'ik wil registreren hoe jij op me reageert.' Daantje reageert eerst schichtig, maar went snel aan haar broers constante en hinderlijke aanwezigheid, ook al zorgen zijn gefilm en zijn hilarisch-zuigende vragen (,,Hou je eigenlijk wel van Daantje, Ramon?''; ,,Wist je, Daantje, dat hij stiekem in je dagboek leest?'') ervoor dat ze in een snel tempo vervreemdt van haar vriendje en zelfs van haar beste vriendin. Waarom Daantje dit allemaal laat gebeuren, wordt langzaam duidelijk. Maar het geheim dat zij deelt met Martijn wordt pas echt ontsluierd wanneer ze met geweld de camera van hem heeft overgenomen en haar leven weer op orde heeft gebracht. Het zal niemand verbazen dat ZUSJE gaat over macht van de camera; in Westdijks film heeft de filmer de touwtjes in handen en zijn de gefilmden de slachtoffers; videobeelden, al dan niet gemanipuleerd, kunnen mensen breken en relaties kapotmaken; de camera registreert niet, maar katalyseert. Martijn is geobsedeerd door zijn zusje, maar ook door het vermogen van zijn films om de werkelijkheid te beïnvloeden, echt te maken. ,,Nu kan alles net zo goed niet gebeurd zijn,'' zegt hij dan ook wanhopig wanneer hij denkt dat zijn tapes gestolen zijn. Problemen zijn alleen op te lossen als de camera draait; leven kan alleen met de camera als getuige. Hoe serieus deze thema's ook zijn, ZUSJE is allesbehalve een zware film. De kijker danst mee met de camera (die schokt en verspringt als in de gemiddelde home movie) en krijgt behalve het verslag van een eigenaardige haat-liefdeverhouding ook een eigentijds en humoristisch beeld van een groepje twintigers in Amsterdam. Westdijk is een natuurtalent in het weergeven van dagelijkse situaties die de regisseurs van de meeste Nederlandse soaps nog steeds de grootste problemen geven: het spelletje Risk van Daantje en haar vrienden is uit het studentenleven gegrepen, en Daantjes verjaardagsfeestje is zo swingend en echt dat je wenst dat je erbij had kunnen zijn.
Westdijks ZUSJE is het speelfilmdebuut van een groep veelbelovende
acteurs, die op een enkele onbeholpen gespeelde scène na
excelleren. Roeland Fernhout, die Daantjes supercoole vriendje speelt,
is een komisch talent met een expressieve mimiek en een goede timing;
Ganna Veenhuysen is innemend als Daantjes hartsvriendin; en Hugo Metsers
III legt in de stem van Martijn precies de juiste mengeling van
irritante sloomheid en superieur sarcasme. Maar de ster van de film is
Kim van Kooten, wier enige eerdere filmervaring bestaat uit een miniem
(zij het onvergetelijk) rolletje als dochter en model van een tot
juwelier omgeschoolde fietsenmaker in haar vaders Keek op de week. Van
Kooten - jaloersmakend haar, kuiltje naast de kin, ogen om in te
verdrinken - is de koningin van het naturel. Haar schijnbaar moeiteloze
invulling van de complexe rol van Daantje, afwisselend een jong meisje
en een daadkrachtige femme fatale, maakt ZUSJE tot een feest dat niemand
zal willen missen.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |