F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
De verleiding door een circusmeisjeHANS BEEREKAMPHet begrip 'carrière-christen' heeft bij ons nog geen grote vlucht genomen, maar in Canada schijnen ze vooral onder mensen met een Nederlands klinkende achternaam veel voor te komen. Patricia Rozema, de regisseur van het speelse en succesvolle I've Heard the Mermaids Singing (1987), legt haar Gronings-calvinistische wortels bloot in haar derde speelfilm, When Night Is Falling, die de titel ontleent aan de slotmonoloog in Ingmar Bergmans Fanny en Alexander. Rozema stelt in haar film een jonge theologe voor een ernstig dilemma: een vaste aanstelling aan een protestants college, hetgeen impliceert: trouwen met een collega-theoloog, of haar hart volgen. Dat is in de wasserette gestolen door een circusmeisje, dat alles op alles zet om de ontluikende lesbienne van het rechte pad af te leiden. Er wordt nog wat gegoocheld met gelijkgeslachtelijke begeerte (toegestaan) en praktizerende homoseksualiteit (niet toegestaan), maar er ligt duidelijk een lijk in de ijskast, dat aan het slot van de film begraven zal moeten worden.
Het is curieus, die mengeling van geloofskwesties en een simpel lesbisch liefdesverhaaltje. De belangrijkste calvinistisch-geïnspireerde filmmakers zijn twee Noordamerikanen van Nederlandse afkomst, Paul Schrader en Patricia Rozema, maar hun zondebesef komt ons exotisch voor. In het geval van When Night Is Falling wordt bovendien niet erg duidelijk wat die christenen, zoals bij voorbeeld Reverend De Boer, in godsnaam bezielt: zo te zien is het meer hun carrière dan een rotsvast geloof. En dan wordt het verhaal dus een simpel melodrama over liefde die hypocrisie weer eens overwint. Is vaker vertoond, maar nog niet vaak met twee dames.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |