F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
Verpleegster treitert invalide in rolstoel, en omgekeerdPieter KottmanHet slot van De vlinder tilt de kat op, de eerste lange speelfilm van Willeke van Ammelrooy, is zeldzaam verwarrend. Het ene moment lijkt het hoofdpersonage zelfmoord te plegen, het volgende niet, dan weer wel, uiteindelijk - geloof ik, vermoed ik - niet. Besluit men dat er geen zelfmoord gepleegd wordt, dan is er een volgend probleem. Hoe komt een invalide in een rolstoel zo snel van het dak van een flat af en rolt hij zo loeihard naar een zeker een halve kilometer verder gelegen station toe en weet hij ook nog zo wonderwel het perron te bereiken - dat hij op tijd is om een trein te zien vertrekken die zijn al veel eerder het station binnengerende, valide broer ternauwernood gehaald heeft? Men moet het zien om het niet te geloven. Het is een passend slot, want er is heel veel meer onbegrijpelijk aan deze (voorlichtings-)film. David heeft multiple sclerose en verlaat daarom zijn vriendin. Na tien jaar zien ze elkaar weer en zij confronteert hem met zijn vlak voor zijn vertrek verwekte zoon. Ze trekt bij hem in en verzorgt hem: ze is toevallig toch verpleegster. Maar veel beroepseer heeft ze niet, want het duurt niet lang of ze gaat in op het aanbod van Davids broer om met hem in Frankrijk te gaan wonen. Uiteindelijk blijft ze toch. Die broer heeft overigens het beste met David voor. Het is bizar, bizar, zo bot, zo bot. De dialogen hangen aan elkaar van cynische spitsvondigheden of wat daar voor door moet gaan en van ruziebelustheid, ieder woord wordt aangegrepen om elkaar mis te verstaan of te beledigen. Toch wil Van Ammelrooy dat we begrijpen wat deze mensen bij elkaar te zoeken hebben. Maar dat kan ze wel willen, we doen het niet.
In plaats daarvan kan men zich ergeren aan een overdaad aan symboliek, van de oude Himalaya-wijsheid in de titel, via een Sherpa-fluit en een lamme en weldra dode gierzwaluw tot de almaar terugkerende beelden van de bergtocht die David vlak na de diagnose nog ondernomen heeft. Ergerlijk is ook het scenario dat aan alle kanten door de film heen steekt, geen scène of er wordt nadrukkelijk iets in beweerd. Door spelers die zonder uitzondering abominabel slecht spelen. Wat mis kon gaan, kortom, ging mis.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |