F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
Orson Welles in reprise nog steeds fascinerendHANS BEEREKAMPReprises van klassieke films blijken de laatste jaren uiterst succesvol in de filmhuizen. Gelukkig maar, want zo wordt het publiek steeds opnieuw in staat gesteld op een groot doek kennis te nemen van de films die vorige generaties imponeerden. Deze zomer staan op het programma Visconti's Il gattopardo, Bertolucci's Last Tango in Paris en Orson Welles' Touch of Evil (1958). Het woord 'mijlpaal' is vaak misbruikt door filmcritici en daarom enigszins gedevalueerd. Welles' laatste Amerikaanse film, gevolgd door een permanente artistieke ballingschap in Europa, markeert echt het einde van een tijdperk, namelijk dat van de klassieke Hollywood-genrefilm, waarvan de begrenzingen juist een uitdaging vormden voor de auteurs onder de regisseurs. Het is ook de laatste 'film noir', gekenmerkt door een cynische visie op de menselijke aard, die vorm krijgt door expressionistische schaduwen en de ondergang van de mannelijke hoofdpersoon. Een misverstand leidde er toe dat Welles het onbetekenende misdaadromannetje Badge of Evil van Whit Masterson als regisseur naar zijn hand mocht zetten. Universal had de ster Charlton Heston bereid gevonden de hoofdrol te spelen van een Mexicaanse rechercheur, die de strijd moet aanbinden tegen een corrupte, racistische Amerikaanse tegenhanger bij het gemeenschappelijk oplossen van een bomaanslag op een juist de grens passerende auto. Welles zou het monster spelen, maar Heston dacht dat hij ook eens met de regie van de obscure grootmeester zou mogen kennis maken. Toen dit niet het geval bleek, bepraatte Heston de studio, die de ster zijn zin gaf, maar wel spionnen op de set plaatste om Welles' tempo te controleren. De eerste dagen draaide Welles alleen maar simpele close-ups en kwam zo voor te liggen op het opnameschema. De spionnen dropen af, maar de producent schrok zich lam, toen hij de eerste montage zag. Er kwamen uiteindelijk twee versies: een lange van 111 minuten (nu vertoond) en een dichter bij Welles' oorspronkelijke bedoelingen staande korte van 94 minuten. Niet alleen de vormgeving, onder meer tot uiting komend in de geraffineerde fotografie van Russell Metty en het ingenieuze, beroemd geworden lange openingsshot, tartten alle Hollywoodwetten. Het ingewikkelde verhaal is, ook door de verteltrant en de onorthodoxe montage, moeilijk te volgen. De verwijzingen naar seksualiteit, naar de lichamelijke dreiging van een groepje nozems, naar de superioriteit van het perfide Amerikaanse establishment jegens een brave Mexicaan (met een blonde, Amerikaanse vrouw, die zich steeds seksueel bedreigd voelt), lopen vooruit op de politieke en culturele cesuur, die de Kennedy-periode Amerika en de rest van de wereld brengen zou.
Er zijn boeken volgeschreven over Touch of Evil, geen meesterwerk, maar een nog steeds fascinerende, ontregelende film, die regelrecht uit de enorme onderbuik van Welles geboren lijkt. Alleen al wegens de indrukwekkende bezetting van de kleinste rolletjes (Marlene Dietrich als waarzeggende prostituée, Joseph Cotten als de lijkschouwer, Mercedes McCambridge als potteuze bendeleidster, Dennis Weaver als voyeuristische hotelreceptionist en Zsa Zsa Gabor als nachtclubzangeres) mag niemand zich de kans laten ontgaan Touch of Evil te (her)zien.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |