U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M A R C H I E F  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE

  OUDE NUMMERS  
  FILMARCHIEF  
  DOSSIER OPSPORING  
  DOCUMENTATIESERVICE  

T I T E L : Tot ziens
R E G I E : Heddy Honigmann
M E T : Johanna ter Steege, Guy van Sande, Els Dottermans, Warre Borgmans, Nelleke Zitman en Stefan van de Staak

Heddy Honigmann schetst indrukwekkend beeld van een buitenechtelijke relatie

Een leven van leugens en stiekeme telefoontjes

PIETER STEINZ
Geen woord wordt er gezegd. Niet op de ijsbaan, waar de man en de vrouw rondjes draaien en oogcontact maken tijdens een valpartij. Niet op weg naar huis, wanneer de man bij een stoplicht zijn hand op die van de vrouw legt. Niet in het trappenhuis van de vrouw, dat ze zoenend binnenvallen. En niet op het kleed in de kamer, waar ze even later hartstochtelijk vrijen.

In het knap geënsceneerde (en naturel geacteerde) eerste kwartier van Tot ziens klinkt alleen het geluid van schaatsende mensen, het lawaai van het verkeer, het gestommel en gesteun van de onverhoedse minnaars. Pas als de man en de vrouw op de vloer liggen uit te hijgen, komt voorzichtig de dialoog op gang. De man spreekt met een Vlaams accent, wat de vrouw aan het lachen maakt. Als ze later in de keuken namen hebben uitgewisseld, zegt Jan dat hij getrouwd is. ,,Gelukkig?'' vraagt Laura. ,,Gelukkig,'' zegt Jan; en hoewel Laura zichtbaar teleurgesteld is, gaan ze tevreden en verliefd uit elkaar.

De nasleep van een slippertje binnen een goed huwelijk is een beproefd uitgangspunt voor een film. Maar wie na de eerste scènes van Tot ziens een Hollandse variant op Fatal Attraction verwacht, vergist zich. De film draait niet om de vasthoudendheid van de minnares en de dreiging van haar wraakzucht; hij schildert bijna documentair de gevolgen van een coup de foudre - voor de man, die noch voor zijn minnares noch voor zijn vrouw kan kiezen; voor de minnares, die zich verslingerd heeft aan de man en vergeefs probeert een leven zonder hem te leiden; en voor de vrouw op de achtergrond, die toe moet zien hoe de relatie met haar man verslechtert. Het thema van de film is het verschil tussen verliefd zijn en houden van, en de worsteling daarmee.

Tot ziens is de anatomie van een buitenechtelijke liefde en dus zijn de gebeurtenissen cliché: het liegen tegen de echtgenote, de stiekeme telefoontjes, het verbreken van de relatie 'omdat het zo niet langer kan' (compleet met vrijpartijen 'voor de allerlaatste keer'), de biecht tegenover de echtgenote, en dan alles weer van voren af aan. Het is dan ook niet de haast schematische structuur die de film indrukwekkend maakt, maar de manier waarop regisseuse Heddy Honigmann het verhaal vorm gaf, met veel gevoel voor scènes die meer zeggen in beelden dan in woorden.

Honigmann, die in 1987 J. Bernlefs Hersenschimmen verfilmde en vorig jaar veel bewondering oogstte met een documentaire over taxichauffeurs in haar geboorteland Peru, maakte van Tot ziens voor alles een intieme film. Ze concentreerde zich op de hoofdrolspelers, Johanna ter Steege en Guy van Sande, voor wie ze (samen met Helena van der Meulen) een aantal memorabele scènes schreef. Zo is er een etentje bij de Chinees, wanneer Jan met een doorzichtige smoes zijn vrouw met het eten heeft laten zitten. Jan en Laura hebben eigenlijk afgesproken elkaar alleen nog als vrienden te zien, maar de wederzijdse aantrekkingskracht blijkt te sterk. Als Jan op een gegeven moment met zijn eetstokjes een voor een de knoopjes van Laura's hesje openmaakt, is dat niet alleen de aankondiging van een latere vrijpartij, maar ook een metafoor voor de situatie van twee gelieven die elkaar wel mogen zien maar niet mogen aanraken.

Honigmann is ook goed in terugkerende motieven. Een van de krachtigste dialogen van de film speelt zich af in Laura's trappenhuis, op het moment dat Jan voor de eerste keer een eind aan hun relatie maakt en als afscheidscadeautje een cactus heeft meegebracht. ,,Ik was mezelf niet,'' zegt hij onder aan de trap. ,,Wie dan wel?'' repliceert Laura - om bij het zien van de cactus sarcastisch op te merken ,,Water geven hoeft zeker niet?'' Jan zegt ,,Dan bloeit-ie ook nooit''; en daarna rest alleen nog een ,,Tot ziens'', dat door Laura vinnig beantwoord wordt met: ,,Dat denk ik niet.'' Terwijl de scène in ijzigheid ontspoort, realiseer je je als kijker dat dit dezelfde trap is die Laura en Jan bij hun eerste kennismaking innig verstrengeld zijn opgebonsd. Het is een moment dat later in de film nog een mooie parallel krijgt, wanneer Laura en Jan elkaar tegenkomen op een andere trap - in de bioscoop, enige tijd nadat ze voor de zoveelste keer besloten hebben om elkaar niet meer te zien. Honigmann geniet van dit soort filmische analogieën. Vlak na de trappenscène met het afscheid laat ze zien hoe Laura naar een kunstschaatskür op televisie zit te kijken. Het beeld bevriest als het schaatspaar ten val komt. Een melodramatisch beeld in het licht van een verhouding die op de ijsbaan is begonnen; maar wel een beeld dat werkt.

Natuurlijk zou Tot ziens niet goed werken als de hoofdrolspelers niet goed waren. Johanna ter Steege, onlangs op het filmfestival van Locarno voor deze rol bekroond met de prijs voor de beste actrice, is perfect gecast als Laura. Vanaf het eerste moment dat ze in beeld is, blozend op de fiets in de winterkou, is ze een vrouw om verliefd op te worden; niet omdat ze glamour uitstraalt, maar omdat ze zo herkenbaar mooi en Nederlands is: lang blond haar, een bleke huid waarop ieder sproetje te zien is, grote donkere ogen, volle lippen en een sensuele slaapkamerstem. Dat ze af en toe net iets te veel toneeldictie in haar teksten legt, neem je voor lief - te meer daar het geluid van de dialogen in Tot ziens abominabel is en Ter Steege een van de weinigen is die je zonder problemen kunt verstaan. Zelfs naar de woorden van haar tegenspeler, de als verscheurd echtbreker overtuigende Guy van Sande, moest ik soms raden. Een kniesoor kan wel meer aanmerken op Tot ziens. Hoewel Els Dottermans de wanhopig zwijgende vrouw van Jan mooi speelt, komt haar personage in de film te weinig uit de verf; juist haar verregaande afwachtendheid in een affaire waarvan ze de finesses al gauw doorheeft, grenst aan het ongeloofwaardige. Daarnaast zijn de beroepsmilieus van Laura en vooral Jan slecht getekend; ik werk zelf bij een krant, maar het duurde bijna een uur voordat ik door had dat Jan dat deed. En de collega en beste vriendin van Laura (met dialoogregels als: ,,Dat stomme geheugen van onze kutten'') had ook weinig wortels in de werkelijkheid waaraan de rest van de film zo trouw is.

Aan de algemene kwaliteit van Tot ziens doet dit weinig af. Met een bewonderenswaardig oog voor details die in veel Nederlandse films over het hoofd worden gezien (wanneer zie je ooit iemand secondenlang hannesen om zijn fiets vast te zetten?), maakte Heddy Honigmann een film die even sympathiek als intelligent is, en die eind september op het Nederlands Filmfestival zonder twijfel kans maakt op meer dan één Gouden Kalf.

NRC Webpagina's
1 JUNI 1996


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)