F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
Ontboezemingen aan een fallisch dressoirbeeldjeHans BeerekampAlex van Warmerdams Abel werd geobsedeerd door een behoefte vliegen in de lucht door te knippen. Chantal Akermans Jeanne Dielman had zich opgesloten in haar appartement en de rituelen van een huisvrouw. Die tödliche Maria, de heldin van het speelfilmdebuut van de 28-jarige Berlijner Tom Tykwer, komt ook niet veel buiten de deur en is een verre verwant van beide eerder genoemde personages. Maar zij mept de vliegen gewoon dood en stopt ze in een doos en Tykwer gaat lang niet zo ver als Akerman in het herhalen van de alledaagse handelingen. Daarentegen leunt Tykwer bij het vertellen van zijn verhaal zwaar op soms dik aangezette symboliek en sprankelt de vormgeving zelden. 'Abstract-realisme' noemt Tykwer zijn stijl zelf, terwijl hij zegt zich het meest te identificeren met Maria's buurman Dieter (Joachim Król), een verlegen kluizenaar die nutteloze informatie verzamelt en rubriceert. Beide uitspraken stroken met de moeizame, ploeterende toon van zijn film. In de loop van het verhaal wordt ook heel precies uitgelegd wat er loos is met Maria, enigszins steriel, maar niet onverdienstelijk gespeeld door Nina Petri. Haar moeder stierf bij haar geboorte, hetgeen haar opzadelde met de zorg voor een verbitterde, ziekelijke vader (Achternbusch-acteur Josef Bierbichler). Als kind al begon ze brieven te schrijven aan 'Fomimo', de door haar bedachte naam voor een fallisch vruchtbaarheidsbeeldje op het dressoir. Die werden gepost in een gleuf achter het meubel. Als ze op een dag allemaal tegelijk te voorschijn komen, begint Maria haar leven tot dan toe te lezen en heeft Tykwer een kapstok voor zijn flash-backs. De ellende ging namelijk verder: pa huwelijkte haar uit aan een jonge kaartvriend, zodat Maria vanaf dat moment door twee mannen gecommandeerd kon worden, een in bed en een voor de televisie. Pas de kennismaking met de zonderlinge buurman vormt de aanleiding tot een langzaam proces van bewustwording, opstand en ten slotte fatale dadendrang.
Die tödliche Maria is een gekunstelde, klinische operatie. Het werkt geen verbazing dat Tykwer, een fanatieke cinefiel, zijn opnamen zorgvuldig voorbereidt en uittekent. Doorwrocht en degelijk is het resultaat, maar scenario en story-board blijven hinderlijk de overhand houden in een film, die zichzelf nauwelijks de kans biedt te ademen. De kijker kan zich moeilijk identificeren met de ontwikkeling van slachtoffer tot heldin en ziet zich voortdurend geconfronteerd met de aanvechting haar eens stevig door elkaar te schudden. Die tödliche Maria is een schoolvoorbeeld van de ziekte waaraan de Europese film tegenwoordig lijdt: een doorgedraaid academisme, gepaard gaande met bloedarmoede en een slecht ontwikkeld gevoel voor relativering en humor.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |