F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
Beginnersfouten bij stijlvol drama over geruïneerde levensHANS BEEREKAMPLange rechte wegen verbinden Parijs met Calais. Met die woorden en het beeld van een ononderbroken middenstreep begint Rosine, de debuutfilm van Christine Carrière. Dan volgen de getallen, willekeurige en harteloze gegevens, uit het leven van de ongeveer 14-jarige heldin uit de titel, gespeeld door de overtuigende niet-professionele hoofdrolspeelster Eloïse Charretier; de proloog eindigt met het aflezen van de huisnummers in een rijtje arbeidershuisjes in een verwaarloosde straat, ergens in de Artois. In het laatste hoekhuis woont Rosine, alleen met haar slechts 16 jaar oudere moeder (Mathilde Seigner, een toneelactrice en de schoonzuster van Roman Polanski). Het begin van Carrières film is nagenoeg voorbeeldig, een stijlvolle ouverture, die door toeval en gebrek aan fantasie geruïneerde levens belooft, in een winderig en rechtlijnig decor, zoiets als Nord van Xavier Beauvois. De weinig hartelijke moeder-dochterrelatie wordt fraai geïntroduceerd, door eerst een vals spoor uit te zetten naar de veel oudere buurvrouw en dan naar de verbazend jonge en levenslustige Seigner, die hoopt weer eens snel aan de man te raken, en weinig geduld heeft met haar lastige dochter. Mooi is ook het positieve tegenwicht: moeder en dochter op één fiets langs het kanaal, totdat wind en slappe lach hen omverblazen. Zo lijkt Rosine een geserreerde, impliciete film te gaan worden over een ongemakkelijke, paradoxale relatie tussen twee vrouwen, totdat de vader van Rosine ineens zijn opwachting maakt en haar moeder alsnog gouden bergen van een lang uitgesteld huwelijk belooft. Het leidt tot schreeuw- en huilpartijen in een modderige witte trouwjurk en ten slotte tot incest. Die vader is een vervelende, machteloze en onsympathieke karikatuur, vanaf het moment dat hij de film binnenstapt. En Carrière mag dan beweren dat Rosine niet over incest gaat, vanaf het moment dat je zo'n ingrijpende gebeurtenis je film inschrijft, kan het wegloopgedrag van de dochter moeilijk meer in een ander licht geïnterpreteerd worden. Jammer, het was niet nodig geweest om het dubbelportret van tienerdochter met jonge moeder erdoor te laten verstoren. En als Carrière wel een film over incest had willen maken, zou het dramatisch interessanter geweest zijn de dader van tevoren iets sympathieker te maken.
Rosine is een veelbelovend debuut met ernstige beginnersfouten, zoals
ook het gebrek aan evenwicht in het acteren tussen de beide vrouwen, van
wie de moeder relatief te veel gewicht in de schaal legt. Ik zal haar
minder snel vergeten dan de dochter, door wier ogen we geacht worden te
kijken, althans tot het weglopen, wanneer de identificatie verschoven
wordt naar de moeder. Zo recht liepen die wegen dus ook weer niet
richting Frans Vlaanderen.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |