U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M A R C H I E F  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE

  OUDE NUMMERS  
  FILMARCHIEF  
  DOSSIER OPSPORING  
  DOCUMENTATIESERVICE  

T I T E L : Rebels of the Neon God (Ching Shao Nien Na Cha)
R E G I E : Tsai Ming-Liang
M E T : Chen Chao-Jung, Lee Kang-Sheng, Wang Yu-Wen

Onvermogen en tranen in Taipei

JOYCE ROODNAT
0 Het regent pijpestelen maar de jongens die in een cel de telefoon kraken staan droog. Hun plezier bij het vergaren van de munten klinkt gewrongen. Elders vermoordt een leeftijdgenoot met trage bewegingen een kakkerlak. Al doende breekt hij het raam boven het buro waaraan hij zijn lessen zit te leren, loopt bloedend de gang op, maar slaagt er niet in een woord uit te brengen tegen zijn verontruste ouders. We gaan weer terug naar de kruimeldieven. Een van hen opent de deur van een naargeestige flat. De vloer staat enkeldiep blank. Hij trekt zich terug op een divanbed, kijkt naar de pin-up op de poster boven hem, luistert naar de neukgeluiden (anders kan ik ze niet noemen) uit de kamer achter de dunne muur en trekt zich zakelijk (en met slechts halfgeopende rits) af. Hij maakt niet de indruk er enig plezier aan te beleven.

Rebels of the Neon God is op dat moment nog geen tien minuten aan de gang maar debuterende regisseur Tsai Ming-Ling is al hoog en breed waar hij wezen wil: jong zijn in Taipei is een verschrikking. Met allerlei omwegen schetst Tsai de uitzichtloosheid van drie jongens en een meisje. Hun leven heeft geen inhoud en is ingesteld op geweld, hun dagen zijn sikkeneurig en monotoon, hun vertier de videospelletjes in de automatenhal, hun seks is onsociaal en mechanisch. Hun ouders verloren hun illusies al voor ze, zelfs dat hoeven ze niet zelf te doen. Ze zijn rebellen zonder doel of reden, want opstandig zijn ze alleen maar omdat ze niks zijn, niks kunnen en niks doen. Zelfs als dief of als spijbelaar stellen ze niets voor, met desastreuze gevolgen.

Kansloos zijn ze, en daar laat Tsai het bij, want ook hij lijkt aangeraakt door het onvermogen tot persoonlijke inbreng dat zijn personages teistert. Zijn camera fladdert wat door de stad waar het meestal nacht is. De onhandigheid van sommige kaders, bewegingen en overgangen wordt opgevangen en zoveel mogelijk overschaduwd door zware, sfeerscheppende basgitaarklanken.

Op tweederde van zijn film verlaat Tsai plotseling zijn impressionistische aanpak en begint zowaar een plot te ontwikkelen. Per ongeluk ontmaskert hij daarbij zichzelf. Dat impressionisme was, blijkt, geen keuze maar noodzaak. Tot het vertellen van een sluitend, bewogen, persoonlijk verhaal is hij niet in staat te zijn. Na wat grof geweld en een enkele grootscheepse toevalstreffer loopt zijn film onverhoeds uit op een staaltje onvervalste puberromantiek. Met tranen, intense blikken, vioolmuziek en een verlangen dit rotleven te ontvluchten. Wie had dat kunnen denken? De acteurs van Rebels of the Neon God staan er maar raar van te kijken.

NRC Webpagina's
1 JUNI 1996


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)