U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M A R C H I E F  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE

  OUDE NUMMERS  
  FILMARCHIEF  
  DOSSIER OPSPORING  
  DOCUMENTATIESERVICE  

T I T E L : Pulp Fiction
R E G I E : Quentin Tarantino
M E T : John Travolta, Harvey Keitel, Samuel L. Jackson, Tim Roth

Verhalen van verteller Quentin Tarantino doen er niet toe in Pulp Fiction; De belager zit doelloos op het watercloset

PIETER KOTTMAN
Bewonderaars houden minder grote bewonderaars steevast voor dat de films van Quentin Tarantino zo gewelddadig niet zijn. Het afsnijden van dat oor, in Reservoir Dogs, en het tot blubber schieten van een hoofd, in zijn tweede en nu hier uitgebrachte film Pulp Fiction - dat zie je allemaal helemaal niet. Het is louter suggestie en dat is nu juist zo knap. Het is anticiperen op de fantasie, het is het geraffineerd bespelen van the eye of the beholder.

Roemruchte scènes zijn het inmiddels, overigens niet alleen dank zij deze discussie. Maar de discussie zelf is vanaf het begin onzin geweest, het probleem een schijnprobleem. De bewondering geldt immers onder meer Tarantino's talent om wat hij niet toont toch te laten beleven. Het geweld is er bijna juist omdat het er niet is: het kan daarom zelfs nog veel onthutsender vormen aannemen dan ooit in beeld te brengen zou zijn. Daarvoor ben je een onder hoogspanning gebrachte kijker en daarvoor is Tarantino filmer. Hij is zelfs een belangwekkend filmer en dat is het echte probleem.

Het gebeurt niet vaak dat een regisseur (en scenarioschrijver) met zijn tweede film stormenderhand Amerika en dus Hollywood verovert, de Gouden Palm in Cannes in de wacht sleept en ook nog eens de harten van cinefielen op hol doet slaan. Het is een zeldzaamheid die grenst aan onverenigbaarheid van verschijnselen. Ergens moet het wrikken en dat doet het dan ook. Omdat de films van Tarantino een volstrekt eigenzinnige, onconventionele en voor mijn part virtuoze vorm en structuur vertonen, omdat hij goochelt met cliché's en met citaten uit de cinematografie en al dat opmerkelijks en magistraals combineert met een overbekende inhoud, die hij ook nog weer uit het lood trekt - daarom zit de liefhebber van de serieuze film ineens naast die van het schietgenre in de bioscoop. Bien étonnés.

Er is dan ook een hoop helemaal niet zo bewonderenswaardig aan Pulp Fiction. Naar de vorm gaat het om een raamvertelling, zij het een ongebruikelijke. Tussen het met elkaar in verband staande begin en slot spelen zich, nu en dan afgewisseld, drie verschillende verhalen af. De personages zijn over het algemeen dezelfde, alleen ligt het accent nu eens bij het ene, dan bij het andere. Niemand in het bijzonder speelt de hoofdrol, geen van de verhalen domineert. Het gevolg is dat de film is opgebouwd uit een veelvoud van korte spanningsbogen, en in die zin hoeven de acteurs zich niet heel erg druk te maken over het karakter van het personage dat zij spelen. Ze moeten vooral per moment overtuigen en minder op langere termijn.

Begin en eind van de film gaan over een jongen en een meisje die in een diner bedenken dat het te riskant geworden is om drankwinkels te overvallen, zich voornemen bezoekers van een gelegenheid als waar ze zich bevinden te beroven, de daad bij het woord voegen en dan de gangsters Vincent en Jules op hun pad vinden. Het kaderverhaal heeft, anders dan gebruikelijk, geen afrondende functie. Als Tarantino aan het slot terugkeert bij de jongen en het meisje realiseren we ons dat we hen, door de tussenliggende verhalen, allang waren vergeten. Alleen de twee gangsters, gespeeld door John Travolta en Samuel L. Jackson die bijna hoofdrolspelers genoemd kunnen worden vanwege het aantal scènes waarin zij optreden, leggen een verband.

Thematisch is er voor wie het wil zien wel een relatie tussen alle verhalen onderling. In alle verhalen speelt loyaliteit, net als in Reservoirs Dogs, een rol. Hoe gebeten tegenstanders ook op elkaar zijn, hoeveel kwaad zij elkaar ook berokkenen, uiteindelijk stellen ze een goede daad en komen ze op voor elkaar. Maar het is een iel themaatje. De belangrijkste vrijheid die de verteller Tarantino zich permitteert, is juist dat zijn verhalen er niet toe doen. Ze zijn, geheel in overeenstemming met de titel, triviaal en banaal en gebaseerd op overbekende dramatische uitgangspunten. Sterker nog, het gaat Tarantino erom zijn publiek ondanks de verhalen te boeien. Ze zijn slechts middel: de manier waarop hij ze vertelt en de adem die zijn film krijgt door het ontbreken van een hechte en dwingende verhaallijn zijn het doel. Het gaat hem niet om de pulp, maar om de fictie, de creatie.

De film zelf is het doel, op de meest postmoderne wijze. Hij is een spel met vormen. Daarom wemelt het van de citaten, van John Travolta's en Uma Thurmans aan Godards Bande á part ontleende dansje tot de vloer, uit Saturday Night Fever, waarop dat dansje wordt uitgevoerd: in een film als deze kan een acteur zelfs zichzelf citeren. Omdat de film zelf doel is, en niet zijn betekenis, kan Tarantino volop stoeien met door hemzelf gewekte geijkte verwachtingen en die laten ontsporen, wederom op zo triviaal mogelijke wijze. Een revolver gaat per ongeluk met dodelijke gevolgen af en niet daarover maakt men zich druk, maar over de rommel die het maakt. Niet, bij voorbeeld, het leven van een dierbare is de moeite waard om terug te keren naar huis als de gangsters je op de hielen zitten, maar een horloge. En ben je eenmaal thuis, dan rooster je wat boterhammen en blijkt je belager net op de wc te zitten. Steeds weer, vier verhalen lang, wordt dit spelletje gespeeld.

Het mooie is, dat al die suffigheid de spanning inderdaad verhoogt in plaats van teniet doet. Juist het eindeloze gezeur over eten, over menukaarten en whoppers en big macs en over hoe ze die elders noemen, over voetmassages en de mogelijke fatale gevolgen daarvan en ook nog een beetje over God en wat hij met ons voor heeft, maakt het gevaar onverhoeds en dus gevaarlijker.

Maar hoe effectiever Tarantino vertelt, des te frustrerender vind ik de leegte in zijn film. Die leegte valt op. In de vorm haalt hij het niveau van Altmans Short Cuts, inhoudelijk is er geen enkel vergelijk. Tarantino heeft niets te beweren. De ideeën over camaraderie en eenzaamheid die men, overigens meer uit Reservoir Dogs dan uit Pulp Fiction kan peuren, zijn niet meer dan een bijprodukt van wat in de eerste plaats bedoeld is als entertainment. Daar is niets tegen, maar tegen loze effecten wel. Die vervelen, vroeg of laat, onherroepelijk. Pulp Fiction is éen groot loos effect, er wil niets mee beweerd worden dan dat de maker ervan verrassend goed kan filmen. Er is geen idee, geen dilemma, geen keuze of stellingname - en in die zin is de film erg ondramatisch en saai. Tarantino vaart blind op een bepaald soort gevoel voor humor, die wil dat zomaar iemands kop eraf schieten om daarna uitgebreid met spic & span aan de slag te gaan leuk is. Tja. Ik zie de lol er niet van of desnoods de tragiek. Dat wil zeggen, die is van een geheel andere orde dan Tarantino - wellicht, wie weet - voor ogen heeft. Het is de tragiek van een verspild talent.

NRC Webpagina's
1 JUNI 1996


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)