F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
John Sayles' portret van twee vrouwen die opnieuw moeten beginnen; Bitse hartstocht in de bayou van LouisianaJOYCE ROODNATKijken naar een film van John Sayles betekent voor mij altijd een feestje. Een klein partijtje bij iemand thuis, met aardige mensen die elkaar lang genoeg kennen om ongedwongen openhartig te durven praten, met nu en dan losbarstend uitbundig plezier en af en toe het besef dat er de hele avond al zulke mooie muziek klinkt. Niet dat Sayles zijn films ooit bevolkt met doorsnee types of inwisselbare figuren. Integendeel, hoe gewoon ze ook zijn, hij maakt altijd iets bijzonders van ze. Je kent ze niet persoonlijk, maar Sayles brengt ze zo dichtbij dat het je niet zou verbazen ze binnenkort te ontmoeten, om door te gaan waar de film ophield. Dat ging op voor Sayles' vorige film City of Hope, die jammer genoeg niet in de Nederlandse bioscopen te zien is geweest, maar nu kan worden gehuurd bij de videotheken. Dat geldt ook voor Passion Fish, zijn nieuwste, die de Nederlandse theaters gelukkig wel bereikt. 'Passion fish', het lijkt een contradictio in terminis - wat hebben vissen met hartstocht te maken? Alles, geloven de inwoners van Louisiana, die vissen in de uitgestrekte moerasmeren van 'Cajun Country'. Niets, denken May Alice en Chantelle. Ze zijn twee vrouwen die, hadden ze vrije keus gehad, nooit waren neergestreken in deze achterlijke streek, waar de mensen namen dragen als LeJeune en DeLafose en waar het Engels gestoffeerd is met Franse woorden en waar een zwarte automatisch wordt aangezien voor een bediende, tot het tegendeel bewezen is. Maar zowel May Alice (een schitterend acterende Mary McDonnell) als Chantelle (de even prachtig spelende Alfre Woodard) zitten er tot nader order vast. Samen, ook al zouden ze elkaar in een ander leven nooit ontmoet hebben. Ze zullen er, onder invloed van de tover van de streek en de ongecompliceerde hartelijkheid van twee met dat (door de Engelse cameraman Roger Deakins meeslepend vastgelegde) landschap vergroeide mannen, ondervinden dat zelfs zij nog geschikt zijn voor de sensaties die het leven de moeite waard maken, ook al zijn ze volgens henzelf gereduceerd tot koudbloedige wezens. May Alice kan na een autongeluk haar status als ster in een populaire 'soap'-serie wel vergeten: wie zit er nu te wachten op een van haar navel af verlamde actrice in een rolstoel? Vrienden heeft ze niet, ontdekte ze, alleen een zakelijk vertegenwoordiger en er zit niets anders op dan zich maar weer te vestigen in het afgelegen statige huis dat ze erfde van haar ouders. Terug naar het decor van haar jeugd dus, naar de benepenheid die ze als buitenbeentje al jong heeft leren haten, naar het dorp dat ze, daar had ze vast op gerekend, nooit meer terug zou hoeven zien en zeker niet in zo'n beklagenswaardige conditie. May Alice is niet het voorbeeld van de blijmoedige, verstandige, berustende patiënt. Ze is een kreng, iemand die wie zich om haar bekommert, wegsnauwt met hilarische, bittere grappen ten koste van zichzelf en, want dat gaat in ene moeite door, ten koste van de ander. Ze weigert te revalideren, zit op een oude divan te drinken voor een dag en nacht ingeschakelde televisie en schept er behagen in zo onbehouwen mogelijk te doen. Nadat May Alice een bonte stoet privé-verpleegsters heeft weggetreiterd, arriveert Chantelle, een stadse jonge vrouw uit Chicago. Wereldwijs is ze, hard en zo gesloten als een pot. Het is duidelijk dat ook Chantelle liever elders was dan hier in het provinciale Louisiana, waar vrouwen ongegeneerd vrijpostig worden benaderd, zeker als ze zwart zijn. Chantelle is recht van lijf en leden, maar langzaamaan blijkt dat zij eveneens moet herstellen van een verleden dat zich nooit helemaal zal laten uitvlakken. Ze zit net zo vast als May Alice. Ook zij moet midden in haar leven opnieuw beginnen, ook zij zal moeten vechten wil ze er nog iets van kunnen maken en alleen hier, als verpleegster in een afgelegen plaats, heeft ze enige kans van slagen. Juist dankzij haar ervaring uit een grauwe verleden, is ze de aangewezen persoon om May Alice weer te leren leven. Om haar alcoholisme te slechten, haar fatalisme te keren. Omgekeerd zal de praktische zin van May Alice een zegen voor Chantelle zijn. Passion Fish is een film vol visites. De ver verleden tijd van de vrouwen komt langs, bijvoorbeeld in de vorm van tot verwende paradijsvogeltjes uitgegroeide schoolkameraadjes van May Alice, die zo verblind zijn door het feit dat hun klas een beroemdheid voortbracht, dat ze zich pas tegen het einde van hun bezoek realiseren dat ze haar destijds altijd ongenadig hebben gepest. Ook het nabije verleden maakt zijn opwachting, inder meer met de gewezen minnaar van Chantelle. Regisseur Sayles illustreert terloops met al deze bezoekers bepaalde manieren van leven en denken. De komiek maar tevens als deplorabel neergezette ex-collega's van May Alice bijvoorbeeld, die over hun rol in de televisie-serie spreken als prostituées over hun beroep - nog een jaartje, dan heb ik genoeg gespaard om eruit te stappen; dan neem ik weer acteerles en ga ik terug naar het echte theater. Of de bink van haar schoolklas, inmiddels timmerman, vader van vijf kinderen en echtgenoot in een te vroeg gesloten huwelijk met een meisje dat 'tussen de tweede en de derde baby' geen andere uitweg zag dan een religieuze fanaat te worden. Chantelles vader komt ook, fier op zijn ongetwijfeld met veel doorzettingsvermogen veroverde status als arts en niet in staat het uitglijden van zijn dochter te verkroppen, juist omdat hij haar alle kansen bood om niet te vervallen in wat hij verslijt voor typisch zwart wangedrag.
Tegen de zware, maar door Sayles verbluffend licht in zijn verhaal ingepaste, klippen op veroveren de twee vrouwen de kracht die nodig is om tot zichzelf te komen. Onnadrukkelijk komen hun verschillen aan de orde, bijvoorbeeld in de bitse geintjes die beiden maken over hun eigen en elkaars respectievelijke kleur, klasse en status. John Sayles is te reëel om ze vriendinnen te laten worden. Ze zijn bondgenoten, dat is genoeg.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |