U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M A R C H I E F  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE

  OUDE NUMMERS  
  FILMARCHIEF  
  DOSSIER OPSPORING  
  DOCUMENTATIESERVICE  

T I T E L : Othello
R E G I E : Orson Welles
M E T : Orson Welles, Micheál MacLiammóir, Suzanne Cloutier

Orson Welles' Othello is een bonkige speelbal

Joyce Roodnat
In 1952 was Orson Welles' verfilming van de Shakespeare-tragedie Othello klaar, maar toen had hij er al jaren aan gewerkt. In 1949 draaide hij bijvoorbeeld aan de noordkust van Marokko een aantal van de Cyprus-scènes. Barbara Leaming beschrijft in haar Welles-biografie hoe Welles kort na zijn aankomst in gezelschap van een cast en crew van samen zo'n zestig mensen een telegram ontving met het bericht dat zijn Italiaanse producent failliet was gegaan. Omdat de reistickets enkeltjes waren bleef iedereen zo'n beetje hangen en Welles ging toch maar aan het werk. Improviserend en inventief, met als resultaat bijvoorbeeld een uitvoerige, niet bij Shakespeare als zodanig aangegeven scène in een Turks bad: kostuums waren niet voorhanden, maar handdoeken waren er in overvloed.

Het onverwachte faillissement was een van de vele problemen die Welles zouden overvallen. Zijn films kwamen nooit gladjes tot stand en Othello was geen uitzondering. Welles leed er op geheel eigen wijze onder, soms zelfs tot zijn eigen pure genoegen. Leaming citeert hem naar aanleiding van Noord-Marokko: ,,Er was daar geen hotel en we moesten gebruik maken van de openbare badinrichting en in ons nachtgoed door de straten wandelen en het was hemels! (...) Alles was zo vreselijk, er leek geen enkele uitweg. Ik was oprecht bereid om Mogador nooit meer te verlaten. (...) Het was een van de gelukkigste periodes die ik ooit heb meegemaakt, ondanks alle strijd.''

In 1951 maakte de film in wording nog een tussenstop als theaterproduktie in Londen, met de filmcast op de planken, bij welke gelegenheid de theatercriticus Kenneth Tynan tot irritatie van Orson Welles diens Othello-rol omschreef 'de vorstelijke, gemaniëreerde rol die we zagen in Citizen Kane'. Maar uit de moeizame, krankzinnige produktietijd groeide uiteindelijk een echte film. Een film die, al was het maar door de in tijd en ruimte verspreide draaiperiode, onmogelijk een afgewogen eenheid kon worden. Als Shakespeare-vertolking is het een ondeugdelijk werkstuk: er is veel samengevat en veronduidelijkt, het handelen van Iago noch van dat van Desdemona berust op een visie. Othello zelf wordt voorgesteld als een bonkige speelbal tussen Iago's list en Desdemona's naïveteit. Bovendien is de acteerstijl, afgezien van een ingehouden sidderende Welles in de titelrol, zo direct ontleend aan het theater van de jaren vijftig dat het op film eigenlijk niet kan worden verdragen.

Het Venetië waar de Moor zijn geliefde verovert op haar vader werd volgens Leaming gefilmd en aangekleed naar de schilderijen van Carpaccio, maar het ziet er meer uit als een sprookjesland volgens de Efteling. Cyprus, waar Othello door valselijk opgewekte jaloezie wordt gedreven tot moord en zelfmoord, is aanvankelijk weinig meer dan een wat wilder pretpark. Allengs verleidt Welles ons echter met de grafische, in rechte lijnen opgezette mise en scène van zijn shots, die het handelen van de personages reduceert tot gewriemel tussen monumentale muren, poorten en torens, in geometrische gewelven en zalen, op grootse kades en pieren, tussen fiere rotsblokken. De Moor is de enige die niet verwordt tot een larf. Zijn gezicht is een strak gebouw, zijn stem een donderende klok, de lijnen van zijn schouders in harmonie met de richting van de grijs-zwart-witte steen om hem heen.

NRC Webpagina's
1 JUNI 1996


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)