F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
Melkdrinkende tv-westernheld overleeft overgang naar filmJOYCE ROODNATIn de jaren vijftig was de western-serie Maverick populair op de Amerikaanse televisie. Ik herinner me die serie niet van de Nederlandse televisie, maar kon me bij het zien van de speelfilm die er werd gemaakt precies voorstellen hoe hij geweest is. Er is een duidelijke hoofdpersoon. Brett Maverick is een beroepsgokker die met snelle, anachronistische humor zijn tegenstrevers ergert en afbluft. Een charmeur die overal en nergens onverwachte maatjes heeft. Een vliegensvlugge scherpschutter. Ook is hij, tegen de grote mannen-codes van het Wilde Westen in en dus extra komisch, een melkdrinker. Kortom, een figuur die goed is voor een onuitputtelijke reeks amusante half uurs-avonturen in saloons, postkoetsen en een enkel, vanzelfsprekend discreet getoond, huis van lichte zeden. Televisiewezens zijn anders dan speelfilmwezens, zeker die van de zogenaamde sitcom, de 'situation comedy'. Televisiekijkers die zo'n sitcom volgen willener op kunnen rekenen bij elke aflevering ongeveer dezelfde emoties ondergaan: Flipper moet altijd zijn baasjes redden, Dick Van Dyke moet altijd over de voetenbank struikelen en Archie Bunker moet altijd kankeren. Voor enig ander inititief is geen ruimte, Lucille Ball kan niet ineens haar haar zwart verven en begrip krijgen voor de zorgen van haar baas, Mr. Mooney. Tv-helden worden opgebouwd op voorspelbaarheid, want hun kracht ligt in herkenning. De speelfilmscenarist heeft dus een zware taak. Omdat de bioscoopganger anderhalf uur lang wil worden vermaakt, geen genoegen neemt met pure 'situatie' en juist komt voor het onverwachte, zal hij van zo'n enkelvoudige, strikt voorspelbare figuur een wezen van vlees en bloed moeten maken, met twijfels, overwegingen en meer dan een karaktertrek. Waar de, elders op deze pagina besproken, serie-verfilming The Beverly Hillbillies jammerlijk faalt, slaagt Maverick: de film zet de figuur en zijn eigenaardigheden zo naar zijn hand dat er een driedimensionale figuur kon worden geboetseerd die een speelfilmlang verhaal kan waarmaken. Veteraan William Goldman (hij debuteerde met de cultfilm Harper en schreef daarna onder veel meer de scenario's voor A Bridge Too Far, All the President's Men en Marathon Man) haalde zich voor de geest hoe hij fleur had aangebracht in het leven van de sprituele outlaws in Butch Cassidy and the Sundance Kid en creëerde een navenant vrolijk en ironisch kader voor Maverick. Zijn mening over Brett Maverick is duidelijk en verleende de figuur diepte. Voor Goldman is hij een sympathieke oplichter, een meester in zijn vak maar met een neiging tot koketterie die aan hysterie grenst. Voeg bij Goldmans expertise de kunde en humor van regisseur Richard Donner (o.m. Lethal Weapon), het kleur- en sfeergevoel van Director of Photograpy Vilmos Zsigsmond en drie uitstekende acteurs en er is ruimte voor een hoogst vermakelijke film. Die drie acteurs zijn Mel Gibson als Brett Maverick, Jodie Foster als een aantrekkelijke dame annex dievegge die stevig uit de voeten kan met het edele pokerspel en James Garner, die in de oorspronkelijke serie Maverick gestalte gaf, als een heer met raadselachtige identiteit. Tot elkaar veroordeeld toeren ze door Arizona, op weg naar een poker-toernooi dat ze elk om een hoogstpersoonlijke reden willen bijwonen en waar de ene verwikkelingen de andere oproept, als een serie in elkaar passende doosjes met telkens een nieuwe dubbele bodem. Goldman was een tikje te geïnspireerd en verzon een wending of twee te veel. Maar al duurt Maverick te lang en is hij overladen, de film is met zoveel flair gemaakt dat hij ondanks alles ononhoudelijk aangenaam snaaks blijft.
Het verhaal dat Goldmans bedacht voor Maverick gaat over de schoonheid van zwendel. Wie niet deugt is grof en gebruikt geweld om zijn zin te krijgen. Wie deugt misleidt en dat doet hij zo ontwapenend gewiekst dat zelfs het slachtoffer er niet werkelijk kwaad om kan worden. Sterker, hij beschouwt het als een welkome aanleiding om minstens zo fantasierijk terug te gaan bedriegen.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |