F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
Drie licht ontvlambare broers bouwen aan een leven zonder paPIETER KOTTMANOver de lijkkist van hun vader buigen zich drie broers, Italiaans van oorsprong, dus hecht verbonden. Flashbacks tonen de adviezen die het gezinshoofd hen voor het leven meegaf. Ten overvloede komt het lijk nog even omhoog, klaagt over de kwaliteit van zijn kist en bezweert zijn nabestaanden dat er maar twee manieren zijn om iets te doen: ,,De goede manier en mijn manier. En daar is geen verschil tussen''. Aldus geharnast begin het drietal aan een leven zonder pa. Ze zitten in de bouw en werken voor een bullebak, die profiteert van de na-oorlogse behoefte aan woningen. Hij fabriceert slechte huizen, want ,,als mensen lachend geld betalen en niet weten waarvoor ze betalen, dan heb je zaken gedaan. Al het andere is gewoon werk.'' De postume raad van zijn vader indachtig geeft de oudste van de broers, driftkop Mac, de voorkeur aan werk. Hij begint voor zichzelf, uiteraard met hulp van zijn twee broers. De problemen zijn talrijk, de concurrentie van hun vroegere baas moordend. Mac (regisseur John Turturro zelf) werkt dag en nacht, zijn vrouw klaagt. Zijn broers ook: Mac is dominant en onuitstaanbaar, vooral omdat hij gelijk heeft. Een hamer stelen bij de ijzerhandel, bij voorbeeld, is nu eenmaal verkeerd, zelfs als de eigenaar een jood is. Net als de grootste problemen overwonnen zijn en de kwaliteit van hun werk dreigt te gaan lonen, keren zijn beide broers Mac de rug toe. Mac werd vorig jaar in Cannes gelauwerd met de Caméra d'Or, voor de beste debuutfilm. Mogelijk was hij dat, maar geslaagd is hij niet. Bij vlagen roept de film herinneringen op aan een drama van Arthur Miller en is de schets van typisch Amerikaans leven in de jaren vijftig treffend. Maar veel vaker is de verteltrant omslachtig, de problematiek geforceerd en ongeloofwaardig en de dramatische opbouw stuurloos. Dat Mac zijn huizen aanvankelijk niet verkopen kan, omdat zij naar mest ruiken, is nauwelijks serieus te nemen. Toch staat Turturro zeker een half uur stil bij de koeiestront. Ruzies over wie de ventilatie vergeten heeft aan te zetten, vergen vervolgens heel veel meer energie en tijd dan het indrukken van de knop zou doen. En zo gaat het maar door.
Grotendeels non-problemen dus, van licht ontvlambare karakters. Maar het gaat Turturro duidelijk niet alleen om psychologie maar ook om een historische, sociaal-economisch typering. Niet voor niets laat hij de drie broers minutenlang staren naar een figuur in de verte, die wordt afgevoerd door twee verplegers en die luidkeels beweert dat hij 'geen communist' is. Gezien die ambitie schiet het scenario ernstig tekort. En dan hebben we het nog niet eens over de scènes die, vooral in het begin van de film, bedoeld zijn om de verhoudingen tussen de broers te kleuren en hun wankele schreden op het amoureuze pad te tonen. Ze zijn goeddeels onbegrijpelijk, al hebben de broers nog zo'n grote lol samen. Hun pret bewijst pijnlijk dat Turturro nog het een en ander te leren heeft inzake informatie-overdracht.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |