F I L M A R C H I E F
|
![]()
OUDE
NUMMERS |
In opstand tegen een kriebeltruiPieter KottmanHet probleem is zo alledaags dat het voor een film zeldzaam is. Lotta, vijf jaar en voorzien van wilskracht voor drie, wil haar kriebeltrui niet aan. Niet alleen weigert ze, ze knipt er zelfs gaten in. O zo. Als moeder niets vermoedend boodschappen gaat doen, loopt ze bovendien weg. Ze trekt bij de oude buurvrouw in, op zolder. Daar begint ze een eigen bedoeninkje, met poppen en een theeservies. Lotta loopt weg, een vrije bewerking van een van de Lotta-boeken van Astrid Lindgren, is een voorbeeld van de liberalere kinderfilm. Lotta is bij vlagen een eigenwijs nest en in elk geval stout genoeg om af en toe eens toegesproken te worden, maar haar ouders hebben engelengeduld. Meer dan dat zelfs, ze hebben begrip voor haar opstandigheid en spelen ieder spelletje mee. Huist Lotta elders, dan gaan ze op de thee, komt Lotta weer terug om zo nu en dan opnieuw spoorloos te verdwijnen, al is het al donker, dan is het ook goed.
Lotta woont dan ook niet in Stockholm, maar op een plattelandsdorpje. Daar kent ze de Griekse snoepverkoper en als die naar zijn land terugkeert, krijgt zij zijn voorraadje lekkers. Daarmee luistert ze tot verrassing van haar slome oudere broer en zus het paasfeest op. En als vader geen boom voor de kerst bemachtigen kan en de hele familie huilt, dan trekt Lotta er op uit. En komt terug met een boom, hoewel ze de boomverkoper niet kent. Zo is Lotta en zo is deze film. Helder en vermakelijk voor kleine kinderen - en daar moeten de begeleidende volwassenen hun plezier maar uit putten.
|
NRC Webpagina's
1 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |