U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    F I L M A R C H I E F  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE

  OUDE NUMMERS  
  FILMARCHIEF  
  DOSSIER OPSPORING  
  DOCUMENTATIESERVICE  

T I T E L : Les Silences du Palais
R E G I E : Moufida Tlatli
M E T : Amel Hedhili, Hend sabri, Najia Ouerghi, Ghalia Lacroix

Dienstbode en kokkin als slaven van de Tunesische adel

RAYMOND VAN DEN BOOGAARD
De eerste scène uit Les Silences du Palais verbeeldt het vrouwelijk ongeluk: een verpieterende, vermagerde vrouw zingt zonder zichtbaar enthousiasme een arabisch lied op een bruiloft, alvorens bij haar vriend in de auto te stappen. Die beklaagt zich, dat hij zo lang heeft moeten wachten op het einde van haar optreden. De vrouw lijdt aan migraine, die mede verband houdt met haar zwangerschap, waarvan haar vriend wil dat zij deze laat beëindigen.

Het is de grootste verdienste van deze film, grotendeels gesitueerd in zeer specifieke omstandigheden aan de vooravond van de nationalistische omwenteling van 1956 in Tunesië, dat Tlatli een algemeen menselijk, en in het bijzonder vrouwelijk thema zo overtuigend weet neer te zetten. De film heeft het karakter van een raamvertelling. De ongelukkige vrouw, Alia, keert naar aanleiding van een sterfgeval terug naar het adellijk paleis waar zij als dochter van een dienstbode is opgegroeid. Rondlopend door het paleis komen herinneringen terug. De film maakt volstrekt aannemelijk dat Alia's ongeluk een direct uitvloeisel is van de positie van haar moeder in dit huishouden.

Die moeder is, evenals de andere dienstboden en kokkinnen, op jeugdige leeftijd door haar ouders verkocht aan de adellijke familie, geparenteerd aan de Bey van Tunesië, een met de Fransen samenwerkende lokale vorst. Het is een sociale situatie die de slavernij nabij komt. Van de moeder wordt, behalve het opdienen van het diner en het optreden als buikdanseres op feestjes, ook verwacht dat zij op commando naar bed gaat met de twee zoons des huizes. Eén daarvan, vermoedt Alia, is haar vader - maar moeder weigert daaromtrent duidelijke inlichtingen te verstrekken.

Alia lijdt zichtbaar onder deze onzekerheid, die nog versterkt wordt door haar kindervriendschap met de 'officiële' dochter van een der potentiële vaders. Met afgrijzen neemt zij de horige positie waar van haar moeder, die door de beide prinsen beurtelings wordt uitgenodigd voor het langsbrengen van de avondthee - het eufemisme voor de verlening van seksuele diensten. Moeder kwijt zich van deze taken met een zekere waardigheid, maar gruwt anderszijds ook van de gedachte dat haar dochter mettertijd haar rol zal gaan spelen in deze huiselijke taakverdeling - een in de film prachtig vormgegeven ambivalentie.

Ontsnapping aan deze huiselijke logica dient zich aan in de vorm van Alia's muzikale talenten. Ze kan prachtig zingen, wat tegelijkertijd haar seksuele aantrekkelijkheid zeer doet toenemen, en daarmee moeders zorgen. Het is een van de dramaturgisch sterke punten van de film dat het deus ex machina dat aan deze situatie een einde zal maken, niet in beeld komt: de politieke omwenteling die aan de macht van de Bey en zijn familie een einde maakt, en daarmee aan de quasi-feodale verhoudingen ten paleize. We zien alleen Alia de bruiloft verstoren van haar (vermoedelijke) zusje door het zingen van een verboden, nationalistisch lied.

Maar de eigenlijke ontknoping van de film is later gesitueerd, als de inmiddels mislukte zangeres Alia constateert dat haar persoonlijke geschiedenis haar latere ontplooiing in de weg heeft gestaan, dat ze zich als het ware als mens en zangeres heeft laten 'aborteren', zoals ze zelf zegt. Alia besluit dan de bezwaren van haar vriend te laten voor wat ze zijn, en het kind te laten komen.

Ofschoon dit alles de trekken draagt van een oosters sprookje, en de vertelling een dienovereenkomstig, traag tempo kent, hanteert Tlatli een neo-realistische stijl. Prachtig wordt getoond hoe de familie van de Bey als het ware in twee werelden leeft: die van het Westers kostuum en van de boernoes, die van de Amerikaanse auto en de seksuele slavernij tegelijkertijd. Het was een vooruitgangsidee, dat ten dode was opgeschreven in Tunesië. Dat het einde van die situatie geen happy end heeft gebracht voor de grote vraagstukken van het bestaan, is mede de politieke angel van deze excellente film.

NRC Webpagina's
1 JUNI 1996


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)